Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Tweede verdieping
“We moeten voorkomen dat winkelstraten afglijden”
Huurbescherming voor winkeliers?

Er moet huurbescherming komen voor kleine ondernemers. Dat vindt Tjeerd Herrema, stadsdeelvoorzitter van Zeeburg. Hoe die maatregelen er precies uit moeten zien, laat Herrema open. “Maar waar de economie zichzelf niet corrigeert zijn steunmaatregelen noodzakelijk. Zo kan je voorkomen dat winkelstraten afglijden.” Herrema doelt hiermee op het veiligheidsproject Javastraat en omgeving, waaruit bleek dat driekwart van de achttien onderzochte horecapanden veiligheidsrisico´s opleveren, variërend van schijnbeheer tot drugshandel.

Huurbescherming winkelruimtes bestaat al

Sinds 1978 is de huurbescherming voor middenstands- en bedrijfsruimtes geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Bij een conflict over de hoogte van de huur hebben ondernemers de mogelijkheid naar de kantonrechter te stappen. Artikel 1632 a reguleert huurverhogingen: huurprijzen van de voorgaande vijf jaar van vergelijkbare objecten in dezelfde buurt worden vergeleken, waarna de rechter een gemiddelde bepaalt. De kantonrechter kan ook nog de Bedrijfs huur- en adviescommissie te raadplegen. Een komende wetswijziging maakt het ondernemers mogelijk zelf naar de Bedrijfs huur- en adviescommissie te stappen, voor zij hun zaak voorleggen aan de rechter.

De huurprijzen in de winkelstraat in Zeeburg stijgen explosief. In veel gevallen gaat het om onderhuur waarbij de oorspronkelijke huur voor een winkelruimte zo’n drie keer over de kop gaat. Ook worden er forse sleutelgelden gevraagd aan nieuwe huurders. Herrema: “Onderhuur jaagt de prijs op, daardoor is de relatie tussen kwaliteit en huurprijs verdwenen. Ondernemers moeten een omzet per vierkante meter halen die op deze locatie niet reëel is. Ze kunnen het hoofd nog maar net boven water houden, maar hebben geen geld voor investeringen. Puien en winkels zien er verwaarloosd uit en de straat holt achteruit.”
“Exorbitante huren maken ondernemers ook kwetsbaar en zo worden ze in de armen van randfiguren gedreven. Dan krijg je een versimpeling van het aanbod: veel horeca en belhuizen die op verkeerd geld draaien en waar heling of drugshandel een kans krijgt. Met de winst uit dat soort transacties kan je de huur wel opbrengen, maar de gezonde economie wordt zo uit de markt gedrukt.”
Daarom verdienen bonafide ondernemers en starters een steuntje in de rug, vindt Herrema. “Een onafhankelijke beroepscommissie zou over de hoogte van de huurprijzen moeten oordelen, dan hoeven mensen niet meteen naar de rechter. Die commissie zou als criterium een puntensysteem kunnen hanteren, zoals dat ook voor woningen geldt.”
Ambtenaren van het stadsdeel onderzoeken de onderhuur en gaan zo mogelijk over tot sluiting van het bedrijf. Er worden niet alleen woekerhuren gevraagd voor panden van particulieren, maar ook voor winkelruimtes van corporaties. De eigenaren hebben vaak geen idee wat voor nering in hun pand wordt gedreven. “Bij schijnconstructies spreken we de eigenaar aan, het eerste geval is nu bij de corporatie gemeld en de eerste aanschrijving is ook de deur uit,” aldus Herrema, die ervan overtuigd is dat de onderhuurpraktijken ook buiten zijn stadsdeel voorkomen.
Ook ondernemers elders in de stad worden geconfronteerd met enorme huurverhogingen, al is de situatie anders dan in de Javastraat. Zo dreigen de winkeliers in de Negen Straatjes ten onder te gaan aan hun eigen succes. Kleine speciaalzaken hebben de verbindingsstraten in de Westelijke grachtengordel populair gemaakt, zó populair dat huisbazen de huren hoog opstuwen. “Nieuwelingen in de buurt hebben het moeilijk”, weet Djoeke Wessing, oprichtster van de ondernemersvereniging. “Zij doen bijvoorbeeld niet mee met de feestverlichting, dat kan er niet meer af. Voor winkelketens zijn die huren wel haalbaar. Maar wij willen hier geen Blokker en Bart Smit, dat soort zaken tast het speciale karakter van De Straatjes aan.”
Wessing kaartte het probleem aan en kreeg steun van de Kamer van Koophandel en burgemeester Cohen, die de Negen Straatjes een ‘pareltje’ noemde. Zelf doet zij nu onderzoek naar de huurprijzen per vierkante meter, de contracten en de huurverhogingen. Met die gegevens in de hand hoopt zij de politiek tot maatregelen te inspireren. “Nu kun je met een extreme huurverhoging alleen terecht bij de kantonrechter. Die doet een vergelijkend onderzoek naar de huren in de buurt, maar de verschillen hier zijn enorm, de prijzen variëren van 700 tot 2800 euro per maand voor vergelijkbare oppervlaktes. Dat schiet dus niet op. Ik hoop dat de politiek het straks oppakt en er landelijk iets aan gaat doen.”

 

Liesbeth Klumper

 

Thema