Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Kort bestek
Weg met het imago, leve de realiteit!

Helma Hellinga
Hellinga is stadssociologe en schrijfster van ‘Onrust in Park en Stad. Stedelijke vernieuwing in de Amsterdamse Westelijke Tuinsteden. Het Spinhuis, Amsterdam 2006

In de stedelijke vernieuwing kwekt iedereen elkaar na. De neerwaartse spiralen en versleten portieketagewoningen en de daardoor noodzakelijk geworden kwaliteitssprongen zijn niet van de lucht. En dat al jarenlang. Als je het maar vaak genoeg zegt, dan gaat iedereen het wel geloven. Een imago wordt gekweekt. In de Westelijke Tuinsteden hebben corporaties, stadsdelen en centrale stad systematisch aan een negatief imago gewerkt, al vanaf begin jaren negentig, toen de Westelijke Tuinsteden nog tot de meest populaire woongebieden van Amsterdam behoorden. In de stedelijke vernieuwing zegt men tegen een slecht imago te strijden. Men strijdt tegen een imago dat men zelf heeft gecreëerd.
Dat slechte imago bestaat uit een combinatie van drie slechte zaken: veel sociale woningbouw, veel ‘allochtonen’ en veel lage inkomens. Het geneesmiddel is sloop en import van vers bloed: de - liefst creatieve – middenklasse. Om deze handelwijze te verkopen wordt gezegd dat vers bloed zo goed is voor de huidige bewoners, want het is goed voor de integratie (van ‘allochtonen’ en/of lage inkomens, dat is niet zo duidelijk). Alsof integratie de eigenlijke doelstelling van de hele veranderingsoperatie is. Dat had voormalig stadsdeelvoorzitter Goettsch (PvdA) ook voor ogen toen hij zei het getto Overtoomse Veld uit maatschappelijk oogpunt te willen slopen. Je helpt dus mensen door hun woningen te slopen en niet te vertellen waar ze dan heen moeten.

Veel wetenschappers zijn er ingetrapt: zij hebben zich in groten getale geworpen op dat ene vraagstuk of het binnenhalen van meer middenklasse bevorderlijk is voor de integratie. Resultaat van die studies: geen positief effect, we mogen blij zijn als zittende bewoners en nieuwkomers elkaar niet de hersens inslaan (vrij vertaald). Werd toen de hele herstructurering stopgezet? Nee, natuurlijk niet. Die onderzoeken werden als ‘meningen’ terzijde geschoven. Wetenschappers boos. Maar zij begrepen niet dat zij op een zijspoor bezig waren (en zijn). Het gáát helemaal niet om de integratie. Het gaat om het imago. En waarom het imago verlagen? Dat ligt voor de hand: je moet er eerst instampen dat de huidige situatie niet deugt, anders is er geen reden voor ingrijpende veranderingen. Dat hoeft niet met al te veel argumenten. Je hoeft alleen in te spelen op gevoelens. “Is het beleid of is erover nagedacht,” zei Jan Schaefer al toen die vraag nog als een belediging werd beschouwd.
Vervolgens moet het imago ook weer worden opgevijzeld. Anders komt dat verse bloed gewoon niet. Want dat verse bloed is in de positie dat het kritisch kan zijn, in tegenstelling tot de duizenden die een jaar of dertien op een wachtlijst moeten staan voor een betaalbare woning.

Nu blijkt uit een recent onderzoek dat het verse bloed niet naar de modieuze steenklompen zonder balkons wil stromen en mensen uit de tuinsteden wel, omdat die uit hun huizen worden verdreven.
En opeens roepen voorstanders van vernieuwing van hoog tot laag verontwaardigd uit: “wíj hebben nooit gezegd dat er mensen van buiten moeten komen! Dat staat ook nergens geschreven! Wij vernieuwen voor de huidige bewoners!” En zelfs krijgen anderen de schuld van het naar beneden halen van het imago van de tuinsteden. “Zo zie je maar”, zei pas nog een van die bobo’s van de vernieuwing, “de tuinsteden zijn veel gemengder dan de critici van de herstructurering denken.”
Je moet maar durven. Ik kan me voorstellen dat die honderden mensen die al uit hun buurt verdreven zijn of soms weggelokt met de valse belofte van een betere woning, héél héél erg boos zullen worden als zij deze uitspraken horen.
Als ik het voor het zeggen had zou ik de betrokken corporaties, de stadsdelen en de centrale stad dwingen hun excuses aan te bieden aan deze mensen, ze nederig laten vragen of de mensen alsjeblieft terug willen keren naar een woning die in overleg met hen gebouwd zal worden op de nu kaalgeslagen plekken door een architect met begrip voor het karakter van de Westelijke Tuinsteden, dus ook mét grote balkons en terrassen. En tegen de huidige bewoners zullen zij moeten zeggen: het spijt ons, het imago doet er niet toe, het gaat om de werkelijkheid. En die gaan we opknappen.