Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken (D66) schrapt het wetsartikel dat verhuurders meer ruimte geeft voor tijdelijke huurcontracten. Dat zegde ze gisteren toe bij de behandeling van de Woningwet in de Eerste Kamer. Ze komt daartoe met een reparatiewet, zodat de invoering van de gewijzigde Woningwet wel door kan gaan. De verruiming hield in dat verhuurders een tijdelijk huurcontract nog een keer konden verlengen tot drie jaar, dan wel een tijdelijk contact ineens voor drie jaar konden afsluiten. Nu is twee jaar het maximum. Bovendien zou de verhuurder een langere opzegtermijn kunnen eisen.
De voorgestelde wijzigingen kwamen uit de koker van VVD-Kamerlid Daniel Koerhuis die daartoe vorig jaar maart met succes een amendement indiende. Een meerderheid van de senatoren zag er vooral een verdere verslechtering van de positie van de huurder in. Bovendien is de Wet Doorstroming Huurmarkt, de wet die gaat over de tijdelijke huurcontracten, nog niet geëvalueerd. Dat was bij invoering wel toegezegd aan de Tweede Kamer. "Het gaat hier om de zekerheid van een dak boven het hoofd. Dat vraagt op zijn minst om zorgvuldig beleid. Het is goed dat de Eerste Kamer hier een stokje voor heeft gestoken," aldus Woonbonddirecteur Zeno Winkels. De Woonbond wil dat het parlement helemaal een einde maakt aan dit type tijdelijke huurcontracten voor particuliere huurwoningen.
Nu de gewijzigde Woningwet niet is tegengehouden is ook het zogeheten 'opkoopverbod' voor beleggers een feit. Grote steden willen met dit instrument beleggers weren uit bepaalde woonwijken. Een aantal steden heeft al invoering per 1 januari 2022 aangekondigd vooruitlopend op de nieuwe wetgeving.
Andere wijzigingen zijn dat woningcorporaties meer mogelijkheden krijgen voor het bouwen van middenhuurwoningen, het verduurzamen van hun woningbezit en het verbeteren van de leefbaarheid. Er komt meer ruimte voor lokaal maatwerk en gemeenten moeten verplicht een woonvisie opstellen.