Overslaan en naar de inhoud gaan

'Inkomensafhankelijke huurverhogingen niet stoppen bij de liberalisatiegrens'

Image

De inkomensafhankelijke huurverhoging voor middeninkomens moet niet stoppen bij de liberalisatiegrens. Dat schrijven de bestuurders van Ymere, de Alliantie, Stadgenoot en drie andere corporaties in een reactie op het concept-wetsvoorstel van minister Ollongren. Het laten doorgroeien van inkomensafhankelijke huurverhogingen kan doorstroming naar het midden-huursegment of de koopsector juist bevorderen. Ook passen die verhogingen volgens de corporaties bij de ambities van het kabinet om huishoudens die vanwege hun inkomen niet afhankelijk zijn van een gereguleerde huurprijs een meer bij de kwaliteit van de woning passende huur te laten betalen.

Nu nog is voor inkomens boven 42.436 euro een hogere huurverhoging mogelijk. Ollongren stelt voor deze inkomensgrens te verhogen naar 45.000 euro voor een eenpersoonshuishouden en 52.000 euro voor een meerpersoonshuishouden. Ook moet het mogelijk worden bij deze inkomensafhankelijke verhoging grotere sprongen te maken. Het plafond is de liberalisatiegrens (2019:720,42) of de maximale huur op basis van het puntensysteem.

Afhankelijk van huishoudsamenstelling en inkomenscategorie kan de huur met maximaal vijftig of honderd euro per maand stijgen. Daarover merken de Amsterdamse corporaties in de brief aan de minister op, dat het vreemd is dat de voorgestelde bedragen niet jaarlijks worden geïndexeerd met inflatie. Verder stellen zij voor, dat huurders met een gereguleerd huurcontract en met een huurprijs boven de liberalisatiegrens bij een onverwachte daling van het inkomen ook in aanmerking moeten kunnen komen voor een tijdelijke huurverlaging.

Bovendien zijn Ymere, de Alliantie en Stadgenoot als het gaat om de inkomensgrenzen voor sociale huur voorstander van verdere differentiatie naar huishoudgrootte. De minister wil de inkomensgrens afhankelijk maken van de huishoudsamenstelling. Voor gezinnen komt de grens te liggen op 42.000 euro. Voor eenpersoonshuishoudens gaat de grens omlaag naar 35.000 euro. De corporaties verzetten zich niet tegen deze verlaging, maar vinden een indeling in drie groepen - eenpersoonshuishoudens, tweepersoonshuishoudens en drie- of meerpersoonshuishoudens- wel logischer.