De leegstandverordening helpt niet om leegstand tegen te gaan. In de praktijk blijken eigenaren van leegstaande panden eindeloos te procederen tegen een leegstandsbeschikking. En anders kunnen hypotheekgevers een verplichte gemeentelijk voordracht voor bewoning wel blokkeren, aldus de Amsterdamse wethouder Laurens Ivens.
Gelijktijdig met het kraakverbod kregen gemeenten in juli 2011 de mogelijkheid om via de Leegstandswet 'verplichtende voordrachten' te doen. In theorie zag het er allemaal veelbelovend uit. Kraken werd verboden, maar gelijktijdig kon eigenaren die hun panden eindeloos leeg lieten staan, de wacht worden aangezegd. De leegstandswet voorzag in een procedure met een meldingsplicht (met sanctie!) en leegstandsoverleg, eventueel gevolgd door een leegstandsbeschikking. En als de eigenaar niet meewerkt zou de gemeente uiteindelijk zelf een kandidaatgebruiker verplicht kunnen voordragen.
Maar de conclusie van de gemeente Amsterdam is dat de inzet van de leegstandverordening "in geen enkel kantoorpand de leegstand heeft opgelost." Ivens meldt in een brief aan de gemeenteraad: "Er zijn begin 2014 twee leegstandbeschikkingen afgegeven. Alle juridische mogelijkheden die de wet en de verordening bieden om in verweer te komen tegen de beschikking worden door de eigenaar benut, waardoor de gemeente geen gebruiker kan voordragen aan de eigenaar. Voor geen enkel pand is dus een traject afgerond dat heeft geleid tot ingebruikname van een pand op basis van de Leegstandverordening."
Conclusie: als een eigenaar echt niet wil en kan, dan helpt de leegstandverordening niet. Voor een pand in Amstel III gaat de eigenaar bijvoorbeeld van procedure naar procedure tegen de leegstandbeschikking. De Leegstandswet biedt lange termijnen per deelstap, is op essentiële punten te vaag en in de wet is ook nog eens niets bepaald over het overgaan van beschikkingen bij verkoop. Bij een nieuwe eigenaar moet de gemeente dus opnieuw beginnen. Maar er zijn ook nog andere knelpunten, somt de wethouder in zijn brief op. Als de eigenaar wel instemt met een andere bestemming, kan de hypotheekgever dat weigeren. Tenslotte verdraagt een alternatieve bestemming tot tijdelijke woonruimte zich vaak niet met het bestemmingsplan. Daardoor mogen er maar enkele tijdelijke bewoners worden gehuisvest. Ivens wil op korte termijn de knelpunten van de wet Kraken en Leegstand bespreken met de minister.