Amsterdam en de woningcorporaties willen met terugwerkende kracht de prestatieafspraken uit Bouwen aan de Stad wijzigen ten gunste van het aanbod aan middeldure huurwoningen. Volgens het plan mogen corporaties dan 25 procent van hun woningen verhuren in de vrije sector verhuren, waarvan de helft onder de 930 euro. Het aanbod in het sociale segment zal daardoor verder dalen. De afspraak geldt - na goedkeuring - voorlopig tot 1 oktober.
De Amsterdamse woonpartijen hebben voor deze collegeperiode (tot en met 2014) een pakket prestatieafspraken gemaakt onder de naam Bouwen aan de Stad II. Gemeente en corporaties hebben nu besloten daarin wijzigingen aan te brengen.
De belangrijkste wijziging is dat de corporaties een groter deel van hun vrijkomende woningen kunnen gaan aanbieden in de vrije sector. Volgens de nieuwe afspraak worden minimaal 50 procent van de vrijkomende huurwoningen (inclusief studentenwoningen) aangeboden in het huursegment tot de huuraftoppingsgrens (574 euro); dat was 70 procent (per marktgebied met een minimum van 7500 woningen.) 25 procent mag worden aangeboden in de vrije sector, waarvan de helft voor een huur tussen de 681 en 930 euro, bij voorkeur aan huishoudens met een inkomen tot 43.000 euro.
De nieuwe afspraak geldt met terugwerkende kracht voor 2013 en voorlopig slechts tot 1 oktober. Het is namelijk onzeker of dergelijke afspraken passen in de plannen van minister Blok voor de corporatiesector. Hij wil dat corporaties zich gaan beperken tot de sociale huursector en dat zij commerciële activiteiten afsplitsen. Het lijkt dan niet meer mogelijk woningen op basis van percentageafspraken van status (sociaal/geliberaliseerd) te laten verschieten.
De Amsterdamse D66-fractie was er met een persbericht snel bij om de afspraak te verwelkomen. Woordvoerder Wonen Sebastiaan Capel: “Het College erkent hiermee de kwetsbare positie van middeninkomens op de Amsterdamse woningmarkt en doet het waar wij al lang voor pleiten: het creëert een segment "modale huur".