Grondpolitiek, er viel al eens een kabinet over. Maar bijna vijftig jaar later lijkt zich in de Tweede Kamer een meerderheid af te tekenen voor het belasten van de waardestijging van grond na bestemmingswijziging. Grondspeculatie zou een van de vele factoren zijn die de woningproductie afremmen.
Sinds het kabinet Den Uyl in 1977 viel over 'de grondpolitiek' is het onderwerp in een diepe la weggestopt. Maar nu de woningcrisis verdiept en overheidsregie geen vies woord meer is, maakt een zogeheten 'Planbatenheffing' weer kans. Dat komt door de opstelling van de PVV. Kamerlid Barry Madlener ‘ziet er wel wat in’ en pleit voor nader onderzoek. En samen met GroenLinks-PvdA, NSC, D66, SP en ChristenUnie die ook brood zien in een dergelijke eenmalige belasting op waardestijging vanwege bestemmingswijziging, tekent zich een Kamermeerderheid af.
Het ministerie doet al geruime onderzoek naar instrumenten om de woningbouw te financieren. In de recent verschenen tussenrapportage worden ook de mogelijkheden van een planbatenheffing besproken. Een belasting zou gemeenten meer middelen geven de publieke voorzieningen bij gebiedsontwikkelingen te financieren. En onderhandelingen daarover met ontwikkelaars simpeler maken.
Medio 2022 constateerde de ING al eens in een studie dat vooral grondeigenaren profiteerden van stijgende nieuwbouwprijzen. "In het verleden zijn perverse winsten geboekt door grondspeculanten en andere snelle jongens," constateerde Lex Brans, bouwambassadeur van Noord-Holland en de MRA, eerder in een interview met NUL20. In veel gevallen zijn overigens grondeigenaar en ontwikkelaar overigens één en dezelfde partij. Naast BPD hebben ook ontwikkelende partijen als Amvest, Ballast Nedam, Heijmans en Van Wanrooij eigen grondposities. Woningcorporaties hebben juist na de kredietcrisis en veranderde wetgeving veel grondposities verkocht.
BBB en VVD vrezen dat een heffing alleen maar tot minder woningbouw leidt. De VVD wil vooral kijken naar excessen zoals grondspeculatie waarbij kavels worden opgeknipt en aan particulieren verkocht.
Daarbij kan de uitwerking wel eens heel ingewikkeld worden. Critici wijzen er op dat gemeenten inmiddels al meer mogelijkheden hebben om woningbouwplannen te sturen. En ze maken daar tot op heden nauwelijks gebruik van, wellicht ook vanwege capaciteitsproblemen.
Het wachten is nu op het eindrapport van de IBO-werkgroep Woningbouw en Grond. Minister de Jonge wacht op de concrete voorstellen die daarin zouden moeten staan. Het eindrapport wordt in mei verwacht.
Update 05-04-24: op 3 april stuurde minister De Jonge deze Kamerbrief bij de voortgangsrapportage Modernisering grondbeleid