Amsterdam verlaagt de boetes bij overtreding van de regels rond vakantieverhuur. De maximale boete bedraagt voortaan 18.000 euro. Daarmee komt de gemeente tegemoet aan het oordeel van de Raad van State dat het gemeentelijk boetebeleid leidt tot disproportionele heffingen. Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak maakte de gemeente onvoldoende onderscheid tussen commerciële en (kleine) particuliere verhuurders, de omvang van de overtreding en of iemand voor het eerst over de schreef gaat. Wethouder De Jager van Wonen verwacht met de nieuwe boetetabel juridisch weer sterk te staan. De boetebedragen zijn overigens niet gering. Een particulier die zijn hoofdverblijf tegen de regels in aan vakantiegangers aanbiedt kan alsnog een boete van negenduizend euro krijgen. Als iemand tijdelijk niet in een woning verblijft, maar wel verhuurt kan de bewoner een boete van vijfduizend euro krijgen. Bij een tweede overtreding komt daar de helft bij: 7.500 euro. Wie meer nachten verhuurt dan toegestaan, betaalt 2.500 euro bij overtreding van de verhuurtermijn met minder dan vijf dagen. Hetzelfde boetebedrag moet worden betaald, als sprake is van verhuur aan één persoon teveel. Wie zonder vergunning zich begeeft op het pad van vakantieverhuur, moet 1.500 euro betalen. Bij bovenstaande tarieven gaat het om particuliere overtreders. Commerciële verhuurders die in de fout gaan betalen pakweg het dubbele. Het nieuwe boetebeleid biedt verder ruimte voor maatwerk. In bijzondere gevallen kan sprake zijn van een lagere boete. Ook worden kleine administratieve overtredingen minder zwaar beboet. De gemeenteraad bespreekt komende week het voorstel van de wethouder.