Minister De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft nationale prestatieafspraken gemaakt met Aedes, Woonbond en de Nederlandse gemeenten (VNG). Door het afschaffen van de verhuurderheffing per 1 januari 2023 komt er bij corporaties jaarlijks circa 1,7 miljard euro aan investeringsruimte vrij. Dit geldt moet worden ingezet voor verdubbeling van de sociale woningproductie, huurmatiging, verduurzaming, woningverbetering en verbetering van de leefbaarheid van wijken.
Huurmatiging
Woningcorporaties gaan de huurstijging in ieder geval 3 jaar lang beperken. Daarbij wordt de koppeling met de inflatie losgelaten en wordt de maximale huursomstijging 0,5 procent lager dan de CAO-loonontwikkeling. Bovendien krijgen huurders met lage inkomens een huurverlaging naar 550 euro (prijspeil 2020, lage inkomens = inkomens tot 120% sociaal minimum). Circa 510.000 huishoudens komen hiervoor in aanmerking. Zij krijgen een gemiddelde huurverlaging van gemiddeld 57 euro per maand. Dit komt in de plaats van een generieke huurbevriezing in 2024.
Woningproductie
De woningcorporaties bouwen tot en met 2030 250.000 sociale en 50.000 middeldure huurwoningen. Om dit gedetailleerd vast te leggen moeten er vóór het einde van 2022 regionale woondeals liggen met woningcorporaties en gemeenten. Daarin staan welke woningen in welke gemeenten komen én op welke locaties. Deze bouwproductie moet ertoe leiden dat elke gemeente toewerkt naar minstens 30 procent sociale huur. Bovendien komt er een duidelijke definitie wat sociale huur is.
Corporaties gaan met voorrang een deel van hun (nieuwe) middenhuurwoningen toewijzen aan doorstromers uit de sociale huursector.
Apart vermeld is de gewenste realisatie van 50.000 geclusterde woningen voor ouderen, overigens zonder tijdpad.
Over de feitelijke groei van de sociale woningvoorraad zijn geen harde afspraken gemaakt. Sloop en verkoop beperken die groei; het regeerakkoord maakt koop van grondgebonden woningen door zittende huurders zelfs expliciet mogelijk. Het ministerie houdt rekening met de verkoop van zo'n 90.000 corporatiewoningen tot en met 2030.
Verduurzaming
In 2028 mogen er geen sociale huurwoningen meer zijn met een slecht energielabel E,F of G. Dit sluit aan bij het doel voor de periode tot 2030: vergaande isolatie van 675.000 woningen en het aardgasvrij maken van 450.000 bestaande corporatiewoningen. Om huurders van deze verduurzaming te laten profiteren is afgesproken dat zij geen huurverhoging krijgen na isolatiemaatregelen die leiden tot een beter energielabel.
Voor de Amsterdamse woningcorporaties is het tijdpad van de verduurzamingsoperatie een enorme en nagenoeg onmogelijke opgave, zo liet duurzaamheidsadviseur Frank van der Veek van de AFWC bij de presentatie van het Jaarbericht weten. Amsterdam heeft relatief veel oude woningen. Personeelsgebrek is de grootste bottleneck.
Leefbaarheid/woningverbetering
Corporaties en gemeenten willen hun inzet vergroten om investeringen in woningen, de leefomgeving, het welzijn van huurders en de sociale samenhang in de wijk te verbeteren. Corporaties investeren daarom tot en met 2030 jaarlijks 200 miljoen euro extra in woningverbetering, met een focus op een versnelde aanpak van vocht en schimmel, loden leidingen, asbest en brandveiligheid. Vanaf 2026 mogen er geen woningen meer zijn met een slechte staat van onderhoud (met uitzondering van woningen die door nieuwbouw vervangen worden).
Voor investeringen in de leefbaarheid van de wijk en sociaal beheer in de wijk trekken corporaties tot en met 2030 jaarlijks 75 miljoen extra uit.