De PvdA dient samen met coalitiepartij ChristenUnie een initiatiefwet in om tijdelijke huurcontracten in de particuliere sector voortaan alleen bij uitzondering nog toe te staan. De regeringspartijen VVD en CDA en ook minister De Jonge reageren vooralsnog afhoudend.
PvdA en CU willen van het vaste huurcontract weer de norm maken. PvdA-kamerlid Henk Nijboer loopt al jaren te hoop tegen de 'wildgroei' aan tijdelijke huurcontracten. Hij heeft nu CU-Kamerlid Pieter Grinwis aan zijn zijde gevonden. PvdA en CU willen tijdelijke huurcontracten beperken tot bepaalde groepen (zoals studenten) en uitzonderingssituaties, zoals tijdelijk verblijf in het buitenland vanwege studie of werk of voor woningen die worden gesloopt of gerenoveerd. In feite zoals de situatie tot 2016 was. Toen is de strenge huurwetgeving ingrijpend versoepeld. Belangrijkste argument was destijds dat dit leegstand zou terugdringen omdat eigenaren met minder risico konden besluiten om een woning te verhuren. Maar, het vaste huurcontract blijft wel de norm, zo verzekerde minister Blok destijds.
Niet dus. Sinds de particuliere verhuurder een tijdelijk contract kan aanbieden gebeurt dat ook volop. In Amsterdam heeft 42 procent van de recent verhuisden in de private huursector een tijdelijk contract (WiA2021); landelijk 29 procent (CBS WoON-onderzoek 2021). Deze praktijk is hand in hand gegaan met de opkomst van buy-to-let.
Huurders in de vrije sector moeten het steeds vaker doen met een één- of tweejarig contract. Dat geeft niet alleen veel onzekerheid; de tijdelijke contracten drijven ook de huurprijzen verder op. Bij elke nieuwe verhuur kan immers weer de hoofdprijs worden gevraagd. Dat blijkt ook uit recente CBS-cijfers. Bij een bewonerswissel bedroeg vorig jaar de gemiddelde huurverhoging in de vrije sector 9,8 procent, tegenover gemiddeld 3,8 procent bij zittende huurders. Grinwis: "Met een tijdelijk huurcontract ben je als huurder vogelvrij: te veel betalen, chronisch op zoek naar een ander huis en je huis wordt nooit een thuis. Samen met Henk Nijboer wil ik met een initiatiefwet een einde maken aan deze woononzekerheid."
De Volkskrant meldt dat bij VVD en CDA niet veel enthousiasme is voor het terugdraaien van de wet die tijdelijke verhuur mogelijk maakte. Zij vrezen dat het aanbod aan huurwoningen daalt als een huurder automatisch recht krijgt op een vast contract. Het zou kunnen leiden tot meer leegstand. Daarbij werkt minister De Jonge aan wetgeving om ook in de vrije sector huren te gaan reguleren. Hij wil per 1 januari 2024 een puntensysteem invoeren voor middenhuren. Dat maakt overigens aan woononzekerheid geen einde.