Overslaan en naar de inhoud gaan
Column Léon Bobbe
Corporaties: be the change!
De opinie van
Image
Léon Bobbe (foto Xander Remkes)

Structurele ongelijkheid moet worden bestreden. Dat vraagt om een nationale langetermijnvisie, omdat het vraagstuk te complex is om met alleen maar simpele maatregelen op te lossen. Daarvoor pleit het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in haar recente publicatie ’Verdeeld over het land’.

Dit pleidooi raakt woningcorporaties in het hart van hun bestaan – gewoon omdat in het bezit van corporaties structurele ongelijkheid steeds zichtbaarder wordt. Corporaties zijn sociale huisvesters, die vanuit hun dienstverlenende rol voorzichtig ‘bijdragen aan’ bepaalde maatschappelijk verbeteringen. Het SCP wil echter meer en pleit voor een structurele maatschappelijke verandering. Wordt het tijd dat corporaties daaraan nadrukkelijker bijdragen?

Hulpbronnen

Het SCP onderscheidt vier soorten kapitaal waarover mensen kunnen beschikken: economisch, sociaal, cultureel en persoonskapitaal. Het SCP noemt dat ‘hulpbronnen’. De mate waarin mensen over deze hulpbronnen beschikken, is bepalend voor hoe goed zij zich kunnen redden in de samenleving. Op basis van deze hulpbronnen komt het SCP tot zeven ‘klassen’ van redzaamheid. In ‘Verdeeld over het land’ werd onderzocht hoe die klassen over het land zijn verdeeld. Belangrijkste conclusie is dat de hulpbronnen redelijk verdeeld zijn over het land. Zo verschillen stad en platteland weinig in de beschikbaarheid van hulpbronnen. Dat neemt niet weg dat er wel geografische verschillen zijn gevonden.

Precariaat

Opvallend – maar niet onverwacht – is de sterke oververtegenwoordiging van jongere ‘kansrijken’ in universiteitssteden. Daar is de totale klassenstructuur ook het meest afwijkend. Het aandeel van de werkende bovenlaag is er bovengemiddeld, en er wonen minder mensen uit de rentenierende bovenlaag en de twee middenklassen. Verder is in universiteitssteden sprake van een wat sterkere aanwezigheid van de twee laagste sociale klassen, de ‘onzekere werkenden’ en het ‘precariaat’.
 

Image

Eigen kracht

Er was een tijd dat we hoopten dat corporaties konden bouwen op de ‘eigen kracht’ van mensen. In het rapport van het SCP wordt pijnlijk zichtbaar dat dit steeds moeilijker wordt. Hoewel niet omschreven in het rapport, wonen met name de laagste drie SCP-klassen in corporatiebezit. Het gaat dan om de volgende kwetsbare klassen:

•    Laagopgeleide gepensioneerden (18,1%)’. Zij vormen de lage middenklasse. Van deze groep hebben met name de huurders niet of nauwelijks vermogen opgebouwd. Bij deze lage middenklasse is sprake van een tamelijk slechte gezondheid, een sobere levensstijl, beperkte digitale vaardigheden en kleine sociale netwerken. 
•    Onzekere werkenden (10%). Dit is de lage sociale klasse. Zij hebben vaak fysieke problemen en een ondergemiddeld sociaal en cultureel kapitaal. Ook beschikken ze over weinig esthetisch kapitaal. Esthetisch kapitaal is een combinatie van er goed uitzien, slank zijn, uitstraling hebben en charmant zijn. Een hoger esthetisch kapitaal biedt meer kansen in de maatschappij. 
•    Precariaat (6,3%). Mede vanwege de hoge leeftijd wordt het precariaat omschreven als een wijkende lage sociale klasse. Deze klasse bestaat voornamelijk uit gepensioneerden en mensen die geen werk zoeken vanwege onder andere arbeidsongeschiktheid. Het gemiddeld inkomen en financieel vermogen is laag. De gezondheid van de leden is slecht, ze leven korter dan gemiddeld. Ze scoren laag op digitale geletterdheid en Engelse taalvaardigheid.

Structurele ongelijkheid

Deze ‘klassenopbouw’ bij corporaties wijkt af van de samenstelling in de twintigste eeuw toen de ‘werkende middengroep’ nog toegang had tot corporatiewoningen. En het precariaat vooral onderdak vond bij maatschappelijke organisaties in de zorg en opvang. Bij corporaties heeft letterlijk en figuurlijk een verarming onder corporatiehuurders plaatsgevonden en wordt structurele ongelijkheid in de samenleving steeds zichtbaarder.

In het tegengaan van een dergelijke ongelijkheid pleit het SCP voor een nationale langetermijnvisie, waarin het tegengaan van structurele ongelijkheid voorop moeten staan. Volgens het SCP kunnen thema’s als ‘brede welvaart’ en ‘kwaliteit van de samenleving’ hierbij behulpzaam zijn.

Het duurde enig tijd voordat dit pleidooi bij mij indaalde. Het pleidooi voor een ‘structurele maatschappelijke verandering’ hoor ik corporaties zelden uitspreken. Terwijl het naadloos past bij hun sociale roots. Zij zijn ooit opgericht om structurele ongelijkheid te bestrijden. Het lijkt tijd voor verandering. Moeten corporaties weer op de barricaden, ten strijde trekken tegen de structurele ongelijkheid en ‘be the change’! Het mooie van het SCP-rapport is dat het corporaties hiervoor veel handvatten geeft.

Léon Bobbe is socioloog en volkshuisvester. Hij is onder meer commissaris bij Parteon en oud-bestuurder van Woonstichting Lieven de Key. Als één van de vier columnisten van NUL20 beschouwt hij iedere twee maanden een aspect van de volkshuisvesting, dat relevant is voor de Metropoolregio Amsterdam. Het kwartet vaste columnisten van NUL20 bestaat naast Bobbe uit Ruud Fiere, Mirthe Biemans en Kasper Baggerman. Alle columns van: Leon Bobbe