Overslaan en naar de inhoud gaan

Raad van State: Amsterdam maakt bij overtreding regels vakantieverhuur onvoldoende onderscheid

Image

De gemeente Amsterdam moet het systeem van boetes bij overtreding van de regels voor vakantieverhuur aanpassen, zo heeft de bestuursrechter geoordeeld in een zaak die was aangespannen door een burger die haar woning via Airbnb verhuurt. De hoogte van de boete moet naar het oordeel van de Raad van State altijd in verhouding staan tot de ernst en omvang van de overtreding.  

De Amsterdamse verhuurster om wie de zaak draait, zij had een vergunning voor vakantieverhuur, kreeg drie jaar geleden een boete van 11.600 euro opgelegd. Zij kreeg zo’n hoge boete, omdat zij haar huis aan een gezin van vijf personen had verhuurd. Volgens de gemeentelijke regels had zij hooguit vier personen in haar zeven kamers tellende woning mogen ontvangen. Rechtbank Amsterdam beoordeelde de boete in eerste aanleg als onevenredig hoog en verlaagde die naar 8.700 euro, ook omdat er door de buurt niet was geklaagd over de aanwezigheid van zoveel toeristen. De vakantieverhuurder vond dat bedrag nog te hoog. Zij ging in beroep bij de Raad van State. 

Volgens de hoogste bestuursrechter bestaat er geen twijfel over de overtreding. De gemeente heeft terecht een boete opgelegd, maar het te betalen bedrag wordt als onredelijk hoog beoordeeld. Dat komt volgens de Raad van State  doordat de gemeente bij het bepalen van het boetebedrag alleen kijkt naar het type overtreding. Op een zogeheten leefbaarheidsovertreding, zoals het verhuren van een huis aan te veel personen, staat altijd een boete van 11.600 euro. Er wordt geen rekening gehouden met de vraag in welke mate de normen worden overschreden. Evenmin maakt het uit of iemand voor de eerste keer wordt betrapt of dat een verhuurder de regels vaker heeft overtreden.

Het zou beter zijn, aldus de Raad van State, als zo’n onderscheid wel wordt gemaakt. Ook merkt de bestuursrechter op dat in Amsterdam de boetes hoog zijn. Een relatief kleine overtreding kan burgers in grote financiële problemen brengen, terwijl de aard van de overtreding zo’n hoog boetebedrag niet direct rechtvaardigt. De Raad van State vindt in dit geval een boete van 2.900 euro passend. 

Het boetebeleid bij overtreding van de regels voor vakantieverhuur is een verantwoordelijk van wethouder De Jager van Volkshuisvesting. Hij heeft kennis genomen van de uitspraak en zal deze nader bestuderen. Het is niet voor het eerst dat het boetebeleid wordt bekritiseerd. Munish Ramla, de Amsterdamse ombudsman, concludeerde twee jaar geleden al dat de boetes bij illegale vakantieverhuur niet proportioneel zijn. Ook maakte hij de gemeente toen het verwijt dat sprake is van 'een harteloze opstelling'.