Het Rijk biedt een financiële herplaatsingsgarantie om de bouw van flexwoningen te ondersteunen. Minister de Jonge voor Volkshuisvesting heeft daarover afspraken gemaakt met Aedes en de VNG. Van de garantie kunnen corporaties en andere exploitanten gebruik maken.
Flexwoningen staan 10 tot 15 jaar op een locatie en worden daarna verplaatst en verder geëxploiteerd op een andere locatie. De financiële herplaatsingsgarantie is bedoeld voor de situaties waarin het niet lukt om na de eerste periode een volgende locatie te vinden. De kosten zijn dan nog niet terugverdiend en de corporatie blijft zitten met het verlies.
Het uitgangspunt blijft dat flexwoningen worden herplaatst. Alle betrokken partijen zullen zich inspannen om een goede nieuwe plek te vinden. Achtereenvolgens wordt bekeken of de woning herplaatst kan worden in de gemeente of het werkingsgebied van de corporatie dan wel elders in Nederland. Een onafhankelijke marktmeester zoekt mee. Als dat niet lukt, dan kan de corporatie financiële compensatie ontvangen. De marktmeester toetst dan de waarde van de woning en berekent de uitkering. De verdeling van het garantiebedrag is 60% Rijk, 25% gemeente en 15% voor de investeerder. Er wordt ook nog gesproken over een fysieke herplaatsingsgarantie.
De garantie past bij de doelstelling die de minister heeft om voor 2025 37.500 flex- en transformatiewoningen te realiseren. Veertig corporaties hebben in dat verband toegezegd om snel 10.000 van dergelijke woningen te bouwen.