Vesteda kondigt aan dat de huurverhoging per 1 juli beperkt blijft tot 4 procent. Als eerste grote institutionele verhuurder maakt Vesteda daarmee zijn huurbeleid voor dit jaar bekend. Het demissionaire kabinet werkt momenteel aan een wetswijziging die voor een huurverhoging van 6,8 procent voor de vrije en 5,8 voor de sociale huursector mogelijk maakt.
Topvrouw Astrid Schlüter van Vesteda, verklaart: “Wij willen onze huurdersorganisaties en huurders graag tijdig informeren over ons voorgenomen huurprijsbeleid. Die wetswijziging voor de vrije huursector verwachten we niet op korte termijn. De wettelijke adviestermijnen zijn krap, vandaar dat we niet kunnen wachten op de politieke besluitvorming. Daarnaast vinden we 6,8 procent huurverhoging aan de hoge kant.”
Minister De Jonge wil de komende drie jaar de maximale jaarlijkse huurverhogingen koppelen aan de gemiddelde loonstijging + 1 procent. Vesteda hanteert als uitgangspunt de inflatie (CPI) plus 1 procent. Schlüter: “Wij vinden het belangrijk dat onze woningen in de toekomst betaalbaar blijven. Ook zijn wij voorstander van een consistent huurprijsbeleid, zodat huurders vooraf weten wat ze van ons kunnen verwachten." Ze benadrukt dat de traagheid en politieke onzekerheid in de afgelopen jaren veel onzekerheid hebben veroorzaakt. "Wij pleiten voor één wettelijke systematiek die voor de komende tien jaar vastligt. Daarmee zorgt de overheid voor een consistent huurverhogingsbeleid en de broodnodige rust en voorspelbaarheid voor huurders en verhuurders.”
Vesteda is een woningbelegger en -verhuurder die zich grotendeels richt op woningen in het middensegment. Vesteda belegt gelden van institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen en verzekeraars. De verhuurportefeuille omvat circa 28.000 woningen.
Bom onder systematiek huurverhogingen
De aankondiging van Vesteda komt op een moment dat het huurbeleid in de vrije sector onder een vergrootglas ligt. De wijze waarop vastgoedbeleggers jaarlijks hun huren optrekken, lijkt lang niet altijd rechtmatig te zijn. Volgens meerdere rechtelijke uitspraken baseren verhuurders zich op een oneerlijk 'huurprijswijzigingsbeding', waardoor duizenden huurders jarenlang mogelijk te veel hebben betaald. De aanpak van deze verhuurders zou in strijd zijn met Europese regelgeving die al sinds 1993 van kracht is. Als de Hoge Raad de uitspraken van lagere rechters bevestigt, kan dit leiden tot terugvorderingen van huurders over maximaal vijf jaar. Zie ook de Radar-uitzending van 26 februari.