Het Amsterdamse college van Burgemeester en Wethouders stelt voor het raadsbesluit over de vernieuwing van het erfpachtstelsel in te trekken. Het nieuwe bestuur krijgt zo de ruimte de vernieuwing zelf vorm te geven. Met dit besluit vervalt ook de grond voor het in mei geplande referendum.
De vernieuwing van het erfpachtstelsel was een van de grote klussen die wethouder Maarten van Poelgeest voor zijn aftreden had willen afronden. Het is echter niet gelukt een voorkeursvariant nog voor de verkiezingen aan de gemeenteraad voor te leggen. De onrust die het inmiddels ingeplande referendum met zich mee bracht, zette de tegenstellingen verder op scherp. D66 en VVD willen Amsterdammers met erfpacht een kooprecht geven.
Het demissionaire college wijst er op dat de noodzaak voor vernieuwing blijft bestaan: het stelsel moet op een aantal punten ingrijpend verbeterd worden om huiseigenaren en hypotheekverstrekkers meer zekerheid en bescherming te bieden.
Volgens het eerdere raadsbesluit wordt de erfpachtcanon straks vastgesteld op het moment van verkoop van de woning. Zo weet de huizenkoper precies wat hij koopt en waarvoor hij betaalt. De afgelopen maanden zijn verschillende varianten ontwikkeld om de grondwaarde en daarmee de canonformule vast te stellen. Vanwege de complexiteit en de vele belangen is het niet gelukt een voorkeursvariant nog voor de verkiezingen aan de gemeenteraad voor te leggen.
Gezien haar demissionaire status, acht het college zich niet meer in de positie de stelselherziening nog verder uit te werken. Daarmee vervalt ook de grond om in mei een referendum te houden. Dat is dus hiermee van de baan.