Minister Blok heeft het wetsvoorstel 'Doorstroming Huurmarkt' ingediend bij de Tweede Kamer. De wet beperkt de gemiddelde huurstijgingen van woningcorporaties en breidt de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten uit.
De wettelijke maximering van de gemiddelde huurstijging sluit aan bij het sociaal huurakkoord dat Aedes en de Woonbond eerder dit jaar sloten. Daarin is afgesproken dat de gemiddelde huursomstijging per corporatie niet meer mag zijn dan inflatie plus 1 procent. Binnen deze limiet zijn op individueel niveau huurverhogingen tot maximaal 2,5 procent mogelijk. De huurharmonisatie – de verhoging van de huurprijs na een verhuizing - telt mee in de berekening. Door de huursombenadering kunnen op termijn de soms grote verschillen tussen bestaande en nieuwe huurcontracten worden verkleind. Voor particuliere verhuurders van gereguleerde huurwoningen geldt er overigens geen maximum voor de gemiddelde huursomstijging.
De huursombenadering vervangt de (jaarlijkse) inkomensafhankelijke huurverhogingen. Maar voor scheefwoners heeft de minister toch een extra verhoging in petto: voor inkomens boven de toewijzingsgrens voor sociale huur geldt een huurverhoging van inflatie plus 4 procent. Anders dan nu het geval is, wordt het inkomen om de drie jaar getoetst en gelden inkomensafhankelijke huurverhogingen niet langer voor gepensioneerden met hoge inkomens. De Raad van State vindt deze uitzondering overigens onlogisch. Inkomensafhankelijke huurverhogingen tellen niet mee bij de berekening van de gemiddelde huursomstijging mits de extra opbrengsten worden gebruikt voor investeringen.
Het kabinet wil de limitering van de huursom per 1 juli 2016 in laten gaan. De nieuwe driejaarlijkse inkomenstoets geldt vanaf 2017. Dat betekent dat per 1 juli de oude inkomensafhankelijke huurverhoging nog van kracht is.
Tijdelijke huurcontracten
Met het wetsvoorstel worden de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten uitgebreid. De motivatie: "Een deel van de woningvoorraad kan zo makkelijker gereserveerd worden voor doelgroepen die nu lastig aan passende huisvesting kunnen komen. En speciaal geschikte woningen blijven zo beschikbaar voor de doelgroep. Dat draagt bij aan een efficiënter gebruik van de woningvoorraad."
Het huurrecht kent nu nog alleen nog bepalingen voor de doelgroepen ouderen, gehandicapten en studenten. Het wetsvoorstel breidt de doelgroepen uit met contracten voor promovendi, grote gezinnen en jongeren. Het kabinet introduceert ook een huurcontract van maximaal 1 jaar dat na de afgesproken termijn van rechtswege eindigt. De verwachting is dat dit het aanbod vergroot omdat aspirant-verhuurders dan makkelijker overgaan tot verhuur van woonruimte.
Ook komt er zoals afgesproken in het Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom, een contract van maximaal 5 jaar voor onzelfstandige woonruimte. Dit biedt corporaties de mogelijkheid om huisvesting voor vergunninghouders op termijn om te zetten in reguliere woningen.