In de conceptversie van het nieuwe Amsterdamse Hoogbouwbeleid staan geen grote koerswijzigingen. Wethouder Van Dantzig spreekt zelf van een 'aanscherping' van bestaand beleid. Dat is de hoogbouwvisie uit 2011, onderdeel van de Omgevingsvisie. De gemeente wilde duidelijker aangeven waar hoogbouw wel en waar juist niet mag, met concrete hoogtematen. En passant wordt ook geschrapt in bestuurlijke drukte: de toetsing van projecten door de hoogbouwcommissie en de nu verplichte hoogbouw-effectrapportage (HER) vervalt. Niet meer nodig, aldus de wethouder omdat de regels concreter worden.
De principes uit de hoogbouwvisie uit 2011 blijven van kracht, zoals het mogelijk maken van hoogbouw bij OV-knooppunten. Het nieuwe hoogbouwbeleid past binnen het Coalitieakkoord 2022-2026 waarin staat dat Amsterdam de ruimte beter wil benutten door op die plekken de hoogte in te gaan. Omdat het beleid helderder aangeeft waar hoogbouw wel en niet mogelijk is, zouden groen en erfgoed straks beter worden beschermd.
Wethouder Van Dantzig (Ruimtelijke Ordening): “Hoogbouw is een goede oplossing omdat we veel woningen nodig hebben. (...) Tegelijk willen we hoogbouw op een handige manier doen: alleen waar het goed past, waar mensen snel met het OV kunnen komen en met oog voor beschermde stadsgezichten en ons groen.”
Waar wel, waar niet?
In Amsterdam is de term hoogbouw in een groot deel van de stad gereserveerd voor gebouwen hoger dan dertig meter. In beschermde stadsgezichten, zoals de Grachtengordel en het historisch centrum van Weesp, is geen hoogbouw toegestaan. Ook het groen en landschappelijke elementen beperken hoogbouwplannen, zoals de zogenoemde scheggen als onderdeel van de groenstructuur. Op specifieke plekken in de naoorlogse stadsgebieden is hoogbouw soms toegestaan. En bij hoge uitzondering, als stedenbouwkundig accent, ook in de 19e-eeuwse ring, de gordel ‘20-’40 en op IJburg.
Nieuw in het beleid zijn principes en vuistregels over het gebouw zelf, die ervoor moeten zorgen dat er kwalitatief goede gebouwen worden gemaakt die lang mee gaan. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken of het gebouw bijdraagt aan een prettige beleving op straat. De gemeente stimuleert daarnaast dat gebouwen zo worden gebouwd dat er later aanpassingen mogelijk zijn.
Nieuw ten opzichte van de hoogbouwvisie 2011
- Concretere regels voor hoogbouw in relatie tot de scheggen en het IJ waarbij het doel is om de weidsheid van het landschap te behouden.
- Uitgebreidere beschrijving van de stedenbouwkundige systematiek van gebieden, waaronder de AUP-gebieden (Algemeen Uitbreidingsplan uit 1934) en de wijze waarop hoogbouw daar wel/niet ingepast kan worden.
- Een duidelijkere indeling in vier regimes met in ieder regime duidelijke regels zoals maximale bouwhoogten.
- Aanscherping regels in het UNESCO-werelderfgoed. Geen hoogbouw daar.
- Alle gebieden waar al gebiedsontwikkeling plaats vindt, zijn nu opgenomen in het beleid. Bv Hamerkwartier, Zeeburgereiland, Amstel III en Haven-Stad.
- Geen toetsing meer door hoogbouwcommissie en geen verplichte HER. "De regels in het beleid zijn veel concreter en handzamer, zodat toetsing door een externe toetscommissie niet meer nodig is. Dit schept meer duidelijkheid vooraf en vergemakkelijkt de planvorming."
- Vuistregels op niveau van het gebouw: "om goede gebouwen te maken die lang mee gaan".
De plannen liggen van 5 juni t/m 17 juli 2023 ter inspraak