Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Interview
Winnaar AFWC-scriptieprijs:
'In succesvolle gemengde wijk ontmoeten oude en nieuwe bewoners elkaar'

Stedelijke herstructurering is vaak gericht op het creëren van gemengde wijken. In de praktijk is er juist sprake van verdringing van bestaande bewoners. Dat concludeert Kim van Balken in haar masterscriptie waarmee ze de Jeroen van der Veer Scriptieprijs 2024 won. Om aan te tonen dat het ook anders kan, formuleerde ze ruimtelijke richtlijnen die ze toepaste bij een herontwerp voor de gesloopte Rotterdamse Tweebosbuurt.

Tekst
Christine van Eerd
Jeroen van der Veer Scriptieprijs
Image
Kim van Balken wint Jeroen van der Veer Scriptieprijs 2024

De Jeroen van der Veer Scriptieprijs voor de beste masterscriptie op het gebied van volkshuisvesting is een initiatief van de Amsterdamse Federatie voor Woningcorporaties (AFWC). De prijs is genoemd naar onderzoeker Jeroen van der Veer, die eind 2020 op 56-jarige leeftijd overleed. Jeroen werkte ruim 23 jaar bij de AFWC en heeft vele studenten begeleid bij hun scriptie. De prijs is op 28 januari 2025 voor de vierde keer uitgereikt.

Waarom koos je dit onderwerp?

“Tijdens mijn master Urbanism had ik altijd een voorkeur voor sociale onderwerpen. Dat kreeg ik van huis uit mee. Mijn moeder is actief bij de ondersteuning van mensen met een migratieachtergrond en mijn broer is woonrechtactivist. Ik denk dat ik deze achtergrond onbewust heb verwerkt in mijn focus binnen het vak stedenbouw.”

Hoe heb je je onderzoek aangepakt?

“Het eerste deel is een reflectie op het woonbeleid van Rotterdam. Sinds eind vorige eeuw volgt Rotterdam een ingrijpende strategie van sociale menging, gericht op het aantrekken van hogere inkomens door het verminderen van sociale huurwoningen. Een problematische aanpak voor veel kwetsbare groepen in de stad, vooral in tijden van een woningtekort. De nieuwe woonvisie van 2024 kreeg als motto ‘Een thuis voor iedereen’, wat een radicale verandering suggereert.”

Maar het verschil in beleid is dus niet zo groot? 

“Om de werkelijke veranderingen te beoordelen, gebruik ik theorieën over financiële, sociale, culturele en directe verdringing. Het gaat niet alleen om directe herhuisvesting, maar ook om stijgende huurprijzen, het verdwijnen van voorzieningen en het verstoren van sociale netwerken. Uit de resultaten blijkt dat het nieuwe beleid nog steeds wordt gedreven door een eenzijdige, top-down mengingsstrategie. Met als blijvend risico dat bestaande, vaak kwetsbare bewoners worden verdrongen en dat ineffectieve menging leidt tot sociale spanningen.”

Uit de resultaten blijkt dat het nieuwe beleid nog steeds wordt gedreven door een eenzijdige, top-down mengingsstrategie

Na je analyse heb je een casestudy gedaan. Kun je die toelichten?

“Ik heb ruimtelijke richtlijnen voor stedelijke transformatie geformuleerd en deze toegepast bij een alternatief ontwerp van de Tweebosbuurt. Het is een fictieve studie, want er is daar al veel gesloopt. Ik laat zien hoe het anders had gekund. Hopelijk is het een inspiratie voor andere buurten. Het belangrijkste is dat menging niet alleen draait om een mix van woningtypen, maar vooral wordt gefaciliteerd door strategische ruimtelijke zonering, voorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte. Slimme verdichting maakt het mogelijk om nieuwe bewoners te integreren zonder dat de oorspronkelijke gemeenschap moet wijken.”

Wat is het resultaat van je herontwerp?

“Het aantal sociale huurwoningen in de Tweebosbuurt blijft gelijk en er worden woningen voor een nieuwe doelgroep toegevoegd. Dat betekent een verdichting met 40 procent. Deze integrale visie op menging sluit goed aan bij andere beleidsdoelen van de gemeente, zoals duurzaamheid. Hogere dichtheid en efficiënter ruimtegebruik maken autoluwe straten en gedeelde mobiliteit mogelijk. Dat ondersteunt menging door ruimte te bieden voor vergroening en ontmoeting.”

Slimme verdichting maakt het mogelijk om nieuwe bewoners te integreren zonder dat de oorspronkelijke gemeenschap moet wijken

Hoe wordt het echt een gemengde buurt?

“In een succesvolle gemengde wijk kunnen oude en nieuwe bewoners elkaar ontmoeten en voorzieningen delen. Dat hoeft niet altijd en overal. Met een gelaagdheid van openbare domeinen kun je zones maken voor meer of minder menging. Een stadspark leent zich voor brede, spontane ontmoetingen, terwijl nabij het privédomein ook plek moet zijn voor privacy en interactie met mensen met bijvoorbeeld een vergelijkbare leefstijl. Zoiets kun je niet van bovenaf bedenken en opleggen. Zo’n aanpak moet worden afgestemd op lokale karakteristieken, in samenwerking met de gemeenschap die er al is.”
 

Ook in Amsterdam

Tegenvallende ervaringen met wijkmenging na herstructurering spelen ook in Amsterdam Nieuw-West. Dat blijkt uit een onderzoek door Verwey-Jonker Instituut en Platform31. Er zijn investeringen van vele miljarden gedaan in sloop-nieuwbouw, transformatie van kantoren en het bouwen van nieuwe voorzieningen en infrastructuur. Dat heeft geleid tot een meer gemengde bevolkingsopbouw. Maar de verbeteringen worden nauwelijks weerspiegeld in de beleving van de bewoners. Op zachtere indicatoren als leefbaarheid, woongenot en sociale cohesie is er nauwelijks verschil tussen vernieuwde en niet-vernieuwde buurten.
https://www.wijkwijzer.org/kennis/gemengde-wijken-in-amsterdam-nieuw-west-lessen-uit-ruim-25-jaar-wijkvernieuwing/