Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
WiA-Leefbaarheidsonderzoek: straatvuil blijft een constante bron van ergernis
Centrumbewoners stuk tevredener tijdens pandemie
Image
Amsterdam in cijfers

Het tweejaarlijkse leefbaarheidsonderzoek levert vertrouwde beelden op: de Amsterdammer geeft zijn buurt gemiddeld een ruime voldoende, maar ergert zich aan afval. Daarnaast zijn er altijd wel opvallende stijgers en dalers. Ditmaal beïnvloedt ook de pandemie de ervaringen van de Amsterdammers. En de ongelijkheid in de stad blijft terugkeren in de waardering van de eigen buurt.

Image

 

WiA: zo zit het
Sinds 1995 wordt het tweejaarlijkse onderzoek Wonen in Amsterdam (WiA) gehouden. Vanaf 2001 zijn ook vragen opgenomen over de leefbaarheid – over schoon, heel, veilig en ‘prettig samenleven’. Opdrachtgevers zijn de gemeente Amsterdam en de gezamenlijke woningcorporaties. In het voorjaar/zomer werden door de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) 20.176 ingevulde vragenlijsten verzameld.

Hoewel Amsterdammers bekend staan als notoire mopperkonten, tonen zij zich in de tweejaarlijkse WiA-leefbaarheidsonderzoeken behoorlijk tevreden over hun buurt. Het gemiddelde rapportcijfer is met een 7,6 zelfs weer 0,1 punt gestegen. Dat cijfer wordt samengesteld uit een reeks oordelen over onder andere de mate van vervuiling, veiligheid, onderhoud, overlast van buren en toeristen. De rode draad in twee decennia onderzoek: de Amsterdammer geeft zijn buurt gemiddeld een ruime voldoende, maar ergert zich groen en geel aan straatvuil.

Deze score op ‘buurt­tevredenheid’ heeft in twee decennia een opgaande lijn laten zien en is inmiddels al jaren stabiel, met elke twee jaar specifieke dalers en stijgers. Duidelijke stijgers vinden we deze keer in stadsdeel Centrum. Hier is onmiskenbaar het effect van de pandemie zichtbaar die voor rust op met name de oude burgwallen zorgde. De aan bezoekers en toerisme gerelateerde overlast is er significant verminderd.

Deze score op ‘buurt­tevredenheid’ heeft in twee decennia een opgaande lijn laten zien en is inmiddels al jaren stabiel

De pandemie lijkt breder van invloed te zijn op de scores: minder last van horeca en toeristen, maar meer overlast van straatvuil en de buren. Da’s logisch, zou de beroemdste Amsterdammer aller tijden zeggen: karton van thuisbezorgers stapelde zich op naast vuilcontainers; thuiswerken zorgde ervoor dat je meer last van de buren ervaart én meer oog hebt voor straatvuil.

Ongelijk verdeeld

Even stabiel als het stedelijke rapportcijfer (een ruime voldoende) is de zeer ongelijkmatige verdeling over de stad. Een constante: binnen de ring is de tevredenheid over de woonomgeving groter dan buiten de ring en in Amsterdam-Noord.

Met name in veel wijken in Nieuw­-West blijft het waardeoordeel over de eigen buurt hardnekkig flink onder het stedelijk gemid­delde. Veel bewoners van Nieuw-West blijken er ook weinig fiducie in te hebben dat het de komende jaren veel beter wordt.

Image

Nu we het toch over verwachtingen hebben. Wat speelt er in het dorpje Driemond? Nergens is men zo somber over de ontwikkeling van de eigen buurt: -0,8. Vreest men de komst van windturbines of overlast van de eventuele biomassacentrale? Zijn het de woningprijzen in het gewilde Amsterdamse dorp of speelde corona-blues de bewoners parten?

Wat ook opvalt: een aantal wijken in de 19e-eeuwse gordel en de ring 20-40,  die in het verleden tot de flinke stijgers behoorden, vallen nu weer iets terug: Transvaalbuurt (–0,4; 7,2), Indische Buurt­ West (–0,2; 7,8), IJselbuurt (–0,3; 7,7) en Westindische buurt (–0,3; 7,7).  Andere dalers zoals Osdorp­-Oost (–0,4; 6,5) en Bijlmer­ Centrum (–0,4; 6,5) scoren al lang lager dan het Amsterdamse gemiddelde.

Buiten Centrum steeg de al hoge tevredenheid nog door in de Hoofddorpplein­buurt (+0,2; 8,3) Waterland/Nieuwendammerdijk in Noord en Buiksloterdijk (+0,4; 8,9). Dat ook in de twee nieuwbouwwijken Zeeburgereiland en De Omval/Overamstel de buurtwaardering na de bouwputfase flink steeg naar rond het Amsterdamse gemiddelde; da’s ook logisch.

Burgwalbewoners herontdekken hoe leuk het was: +0,9

Bewoners van een aantal wijken in stadsdeel Centrum, vooral die van de Burgwallen-­Oude Zijde, waarderen hun woonomgeving weer een stuk hoger dan in 2019. Toen doken de rapportcijfers daar juist onder het stedelijk gemiddelde. Maar in 2021 steeg het cijfer met bijna een heel punt (+0,9) naar iets onder (7,3) het stedelijk gemiddelde. Ook de waardering in Grachtengordel-­Zuid (+0,6; 8,4), Nieuwmarkt/Lastage (+0,6; 8,1) en De Weteringschans (+0,3; 8,3) is gestegen, maar die was al hoog. Deze opleving  kan natuurlijk niet los worden gezien van de pandemie. Even geen losgeslagen vrijgezellenfeesten, balkons met blowende toeristen en voetgangersfiles. De stad was weer (even?) voor de Amsterdammers.

Image
Leefbaarheid Osdorp verder onder druk

Sinds de start van de leefbaarheidsonderzoeken in 2001 kleuren flinke delen van Nieuw-West oranje en rood op tal van indicatoren; onder het Amsterdams gemiddelde dus. Osdorp is ook op dat verkeerde lijstje beland. Al is het totaaloordeel nog voldoende (6,4), Osdorpers zijn van alle 22 Amsterdamse gebieden de bewoners die het minst tevreden zijn over hun buurt. Met uitzondering van het kleine Lutkemeer/ Ookmeer wordt deze lage waardering in alle Osdorpse wijken gedeeld. In Osdorp­-Oost is de waardering in twee jaar sterk gedaald. Hier zijn bewoners minder positief geworden over de omgang tussen mensen en is het gevoel van onveiligheid duidelijk toegenomen. Maar ook in Osdorp­-Midden en De Punt zijn bewoners duidelijk minder positief over de omgang tussen mensen en de sociale cohesie in de buurt én heeft men last van criminaliteit en straatvuil. Veel vertrouwen dat het spoedig beter wordt, is er ook niet. Dat geldt zeker voor bewoners van De Punt.

Image
Straatvuil blijft een constante bron van ergernis

Vervuiling is voor Amste­rdammers al twee decennia de meest genoemde bron van over­last. Dat de hondenpoep grotendeels uit het straatbeeld is verdwenen heeft bewoners niet milder gestemd. Sterker nog: het cijfer zakte maar liefst een half punt naar een 5,4. Onvoldoende dus.

Het stadsbestuur zou het zich toch aan moeten trekken dat ten opzichte van 2019 in meer dan de helft van de wijken significant meer overlast van vervuiling wordt ervaren. En dat terwijl de gemeente twee jaar geleden na het bekendmaken van de vorige leefbaarheidscijfers een nieuw Uitvoeringsplan Afval aankondigde!

Slechts achttien van de 91 Amsterdamse wijken scoren hoger dan een 6; zestien wijken zelfs lager dan een 5. Dat waren er in 2019 nog maar vijf. De laagste rapportcijfers worden gegeven in wijken in Nieuw-West: De Punt (4,1), Geuzenveld (4,2) en Overtoomse Veld (4,2). Scores boven de 7 zijn alleen te vinden in landelijk Noord en de Nieuwendammerdijk en Buiksloterdijk en in Zuidoost: Nellestein en G-Buurt Oost/Kantershof.

Image
Fred van der Molen