Hoe moet het verder met de uitrol van stadswarmte in Amsterdam? Zonder extra geld van het Rijk en regels voor een goede prijssystematiek zien de gemeente, Vattenfall en de woningcorporaties het niet zitten. Is stadswarmte (on)betaalbaar en zijn er alternatieven? Dat waren de hoofdvragen bij een door de PvdA Werkgroep Stedelijke Ontwikkeling georganiseerd debat.
Het verdient geen schoonheidsprijs dat de gemeente Amsterdam, Vattenfall en de woningcorporaties de afgelopen maanden rollebollend over straat gingen. Tegen de afspraak in verhoogde Vattenfall
“Maar het speelveld waarin de warmtetransitie moet opereren is de afgelopen jaren enorm veranderd”
Warm Amsterdam, het samenwerkingsverband tussen AFWC, Vattenfall en de gemeente, had nog wel zulke flinke ambities: voor 2027 10.000 woningen aansluiten op het warmtenetwerk met een perspectief op 110.000 woningen in 2036. Maar door alle commotie bezint de gemeente zich nu op de aardgasvrijstrategie en de corporaties willen af van hun trekkersrol. Doordat de nieuwe warmtewet (Wet collectieve warmtevoorziening) al zo lang op zich laat wachten, is de toekomst voor Vattenfall ook onduidelijk.
Verre van duidelijk
Samen schreven de drie partijen een brief aan minister Jetten (Klimaat en Energie) waarin ze om financiële ondersteuning en duidelijke wet- en regelgeving vragen om de warmtetransitie verder te brengen. De betaalbaarheid voor huishoudens moet volgens hen worden gegarandeerd, bijvoorbeeld met een energietoeslag, zonder dat de warmtebedrijven, gemeenten en woningcorporaties hier volledig voor opdraaien.
De drie partijen leggen de bal dus bij het Rijk. Maar er speelt meer. Vorige week zette de gemeente afvalenergiebedrijf AEB in de verkoop; AEB voedt de warmtenetten in Noord en Nieuw-West. Tegelijk stemde de Tweede Kamer in met een nieuwe wet (de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie, Wgiw). Gemeenten kunnen straks bepalen per wanneer er in een bepaalde wijk definitief geen aardgas meer wordt geleverd en welk alternatief daarvoor in de plaats komt. En als in de nieuwe Warmtewet het verplichte publieke meerderheidsbelang in warmtenetten doorgaat, dan bedankt Vattenfall voor een rol in nieuwe gebieden: die investeringen zijn dan niet rendabel. Welke effecten deze ontwikkelingen hebben op de voortgang van de warmtetransitie is verre van duidelijk.
Not amused
Zeker, onzekerheid hoort bij pionieren, maar
Dat verhoogde tarief waardoor alle commotie ontstond, heeft volgens Jannis van Zanten, projectmanager Warmte van Vattenfall in Amsterdam, te maken met de hoge eigen kosten. Niet alleen zijn de kosten voor personeel en onderhoud hoger, maar ook de warmte van elektriciteitscentrale Diemen is duurder. Anders dan vaak wordt gedacht, gaat het hier niet om gratis restwamte. Vattenfall gebruikt hete stoom om elektriciteit te maken. Als de warmte uit die hete stoom in het stadswarmtenet wordt gestopt, kan er geen elektriciteit mee worden gemaakt. Het ‘verlies’ op het maken van elektriciteit bepaalt deels de prijs voor die warmte. Als de elektriciteitsprijs hoog is, zie je dat terug in de prijs van warmte. Zonder die prijsverhoging kan het bedrijf zijn investeringen, onder andere ruim 600 miljoen euro voor de warmtenetten die er al liggen, niet terugverdienen. Ook andere warmtebedrijven kruipen volgens Van Zanten steeds meer toe naar de maximale door de ACM toegestane tarieven voor zowel vaste als variabele kosten.
“Als de elektriciteitsprijs hoog is, zie je dat terug in de prijs van warmte”
Van, voor en door bewoners
Een alternatief voor de stadswarmte van Vattenfall is een coöperatie zoals ‘Ketelhuis WG’ op het Wilhelminagasthuisterrein. Dit collectief is bezig met het aanbesteden van een lokaal warmtenet van, voor en door bewoners. Zij trekken de kar, maar werken nauw samen met woningcorporatie Stadgenoot, die 60 procent van de 1.250 betrokken woningen bezit.
Ketelhuis WG kiest voor een vastrecht van 400 euro per jaar – de helft van Vattenfall – en rekent, net als Vattenfall, het maximum verbruikstarief. “Zo kun je het vastrecht zo laag mogelijk houden. Dat kunnen bewoners niet beïnvloeden, hun verbruik wel,” zegt Konijn.
Ketelhuis WG is geheel in publieke handen.
Er komt er nog een ander alternatief op tafel: een gemeentelijk warmtebedrijf. Van Zanten zou dat jammer vinden want de privaat-publieke samenwerking met de gemeente in WestpoortWarmte is volgens hem een succesverhaal. In 15, 20 jaar zijn er zo'n 55 duizend wooneenheden aangesloten, volgens hem alle reden om door te gaan. Toch wordt een gemeentelijk warmtebedrijf door