Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Groeiende weerstand tegen milieuvriendelijke oplossing
Stadsverwarming onder vuur

Aansluiting op de stadsverwarming brengt de uitstoot van koolstofdioxide gemiddeld per woning met meer dan duizend kilo per jaar terug. Toch stuit deze milieuvriendelijke oplossing op groeiende weerstand. Huurders willen de keuze om te koken op gas. En de Huurdersvereniging Amsterdam (HA) vreest dat huurders met stadsverwarming eerder duurder dan goedkoper uit zijn. Ook bij corporaties groeit twijfel.

Hoe werkt stadsverwarming?
Bij de opwekking van elektriciteit en de verbranding van huisvuil komt warmte vrij. Met die warmte wordt water tot 120 graden verhit. Dit water wordt via pijplijnen naar woonwijken vervoerd. Een warmtewisselaar brengt de temperatuur bij aankomst in de wijk terug naar een veilige zeventig graden. Daarmee worden de huizen verwarmd. Na gebruik wordt het afgekoelde water weer teruggevoerd.
De nieuwe verwarmingstechniek vermindert de uitstoot van koolstofdioxide gemiddeld per woning met meer dan duizend kilo per jaar. Uitbreiding van stadsverwarming helpt de gemeente Amsterdam bij haar doelstelling de uitstoot van koolstofdioxide met 550.000 ton per jaar terug te dringen.

Stadsverwarming wordt gevoed met ‘restwarmte’. Die is in Amsterdam in overvloed voorhanden. “Een deel van de restwarmte van de Afvalenergiecentrale, de Hemwegcentrale en de Diemercentrale verdwijnt nu in het Noordzeekanaal of in het IJmeer. Maar als we dat zouden willen, dan kunnen we Groot Amsterdam van warmte voorzien”, zo zegt Roelof Potters, manager markt en ontwikkeling van Nuon Warmte.
In totaal hebben nu 25.000 Amsterdamse woningen duurzame stadswarmte. De centrale in Diemen zorgt onder meer voor stadsverwarming in IJburg, Zuidoost en Zuideramstel. De komende jaren krijgt restwarmte van de Afvalenergiecentrale vaker een nuttige bestemming. Circa twintigduizend woningen, ruwweg een derde van het totale aantal woningen in de Westelijke Tuinsteden, worden de komende vijftien jaar voorzien van stadswarmte. De introductie van stadsverwarming in Nieuw West is al in 2002 door corporaties, stadsdelen en gemeente vastgelegd in de Energievisie ParkStad. In principe wordt alle nieuwbouw in de Westelijke Tuinsteden aangesloten op de stadsverwarming. Bij ingrijpende renovatie wordt per object bekeken of aansluiting technisch en financieel haalbaar is. Uitvoering is in handen van Westpoort Warmte, een gemeenschappelijke onderneming van gemeente Amsterdam en Nuon. De aanleg van de benodigde infrastructuur vraagt volgens Potters een miljoeneninvestering.
De Huurdersvereniging deed op verzoek van Palladion, de huurderskoepel van De Dageraad, onderzoek naar de voordelen van stadsverwarming voor huurders. Volgens beleidsmedewerker Margriet Koomen van de HA komt er weinig goeds naar voren. De omschakeling wordt het sterkst gevoeld in de keuken. De vertrouwde aansluiting voor het gasfor-
nuis verdwijnt. In plaats daarvan moet elektrisch worden gekookt. “Lang niet iedereen is daar blij mee. Vooral migrantenvrouwen hebben ons laten weten ongelukkig te zijn met het verdwijnen van de vertrouwde gaspitten. Hoe moeten zij straks wokken”, aldus Koomen.
Potters kan zich voorstellen dat toekomstige bewoners moeten wennen aan het gebruik van het nieuwe verwarmingssysteem. Maar hij betwist dat de overschakeling geweldig nadelig is. “Het gaat in de Westelijke Tuinsteden om nieuwbouw van zowel koop- als sociale huurwoningen. Huizenkopers in Nederland investeren doorgaans veel geld in een nieuwe keuken. Een niet onaanzienlijk deel van hen kiest nu ook al voor elektrisch koken. En de huurders krijgen in hun huurwoning direct een passende kookplaat geleverd. Bovendien hebben we met de corporaties de afspraak gemaakt dat de bewoners die ten gevolge van de stedelijke vernieuwing onvrijwillig moeten verhuizen een nieuwe pannenset krijgen. Zij kunnen probleemloos koken.”

Geen keuze

De Huurdersvereniging is om allerlei redenen niet gelukkig met stadsverwarming. Er is slechts één aanbieder. Huurders hebben niks te kiezen. En er is sprake van een overeenkomst voor dertig jaar. “We zitten dus heel lang aan dezelfde leverancier vast. Als in de komende periode alternatieve energievormen beschikbaar komen, dan kan daar niet op worden geanticipeerd.” Volgens haar is bij de ontwikkeling van Westpoort Warmte al bij voorbaat weinig aandacht geschonken aan het gebruik van andere duurzame alternatieven als zonne- en windenergie.
Ook ageert ze tegen de toekomstige prijs. Consumenten gaan betalen voor het jaarlijkse vastrecht en het verbruik per gigajoule warmte. Daarbij zijn afspraken gemaakt over de indexering van deze tarieven. Voor de verbruiksprijs geldt het verlaagde tarief van stadsverwarming in Amsterdam-Zuidoost. Het vastrecht is gebaseerd op het adviestarief van EnergieNed, de overkoepelende organisatie van energiebedrijven in Nederland.
Koomen: “Wij vinden de tariefstelling niet heel helder. Overal in Nederland worden verschillende tarieven gehanteerd. Waar is het tarief in de Westelijke Tuinsteden dan uiteindelijk op gebaseerd?”
Het verweer van Potters dat voor de berekening gebruik is gemaakt van een landelijk afgesproken systematiek, vindt bij haar geen genade. “Dat wordt ‘het niet meer dan anders principe’ genoemd. Maar naar ons idee pakt de omschakeling naar stadsverwarming wel degelijk nadelig uit. Onze huurders krijgen geen prijsgarantie. De prijs is gekoppeld aan de ontwikkeling op de oliemarkt. Er is ook geen echte kostprijs, want het gaat om restwarmte. De te betalen prijs is dus vooral afhankelijk van onderhandelingen over de prijs van de infrastructuur. Bij die onderhandelingen hebben wij niet aan tafel gezeten.”
Eigenlijk kunnen de tarieven in de Westelijke Tuinsteden met meer dan 12 procent omlaag, zo meent Koomen. Dat heeft te maken met afspraken tussen Westpoort Warmte, gemeente en de corporaties. “De kosten van een stadsverwarmingsinstallatie zijn hoger dan een traditionele cv-aansluiting. De corporaties zijn daarvoor op een ingenieuze manier gecompenseerd. Gemeente en corporaties zijn overeengekomen dat niet aan kostbare, bovenwettelijke isolatie-eisen hoeft te worden voldaan. De bouw van woningen wordt daardoor goedkoper. Maar het zijn wel onze huurders die daarvoor via een hoger energiegebruik de prijs mogen betalen. Een prijsverlaging zou dus op zijn plaats zijn. Beide aandeelhouders zullen immers veel geld aan deze constructie verdienen.”
Ook dat verwijt acht Potters niet terecht. “Nuon heeft in 2004 in alle openheid een aanbod gedaan voor de oprichting van Westpoort Warmte. De gemeenteraad heeft vervolgens alle afspraken beoordeeld. Door toepassing van het ‘niet meer dan anders principe’ zijn bewoners niet duurder uit. Evenmin wijkt het isolatieniveau af van andere woningen.”
Volgens Koomen is het tij in de Westelijke Tuinsteden niet meer te keren. De contracten zijn getekend. Maar daarmee is volgens haar niet alles gezegd. “Ook in Noord wordt nagedacht over de introductie van stadswarmte in nieuwbouwgebieden. Daarover valt begin 2006 een principebesluit. Wij hebben kort geleden onze bezwaren bij het stadsdeel kenbaar gemaakt. Niet zonder succes. Corporaties stellen zich nu veel kritischer op. De Dageraad heeft gemeld niet meer aan de uitbreiding van stadsverwarming te willen meedoen. Ook Het Oosten maakt bezwaar.”

Niet op Zeeburgereiland

Ook in het oosten van de stad laait de discussie over wel of niet stadswarmte op. Nuon is ondanks een negatief advies in het verleden, geïnteresseerd in de aanleg van stadsverwarming voor de nieuwbouw op het Zeeburgereiland. Potters vindt stadsdeel Zeeburg aan zijn zijde. Wethouder Jan Hoek: “Aanleg van stadsverwarming is de moeite waard, maar ooit is bedacht dat het niet kan. We zeggen niet dat het per se moet, maar het zou goed zijn het nogmaals te onderzoeken. Groot bijkomend voordeel zou zijn dat dan ook het Oostelijk Havengebied gebruik kan gaan maken van restwarmte. Daar wordt nu in een deel van het gebied stadswarmte opgewekt via gasgestookte wijkcentrales. Gebruik van restwarmte is een meer duurzame oplossing”.
Zeeburg krijgt in de gemeenteraad steun van PvdA-raadslid Herman Marres, maar de gemeenteraad stuit op weerstand bij wethouder Stadig. Dezelfde Partij van de Arbeid heeft de wethouder bij motie opgedragen te zorgen voor versnelling van het bouwprogramma. Voor 2010 moeten duizend woningen zijn gebouwd op het terrein van de eerdaags te sluiten rioolzuiveringsinstallatie. Nu weer onderzoek doen, zal volgens Stadig onherroepelijk leiden tot vertraging in de ontwikkeling van de woningbouwplannen. Maar de wethouder legt zich neer bij de wens van de raad.

Bert Pots