Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Achter de voordeur

De Staalmanpleinbuurt gaat op de schop. Behalve ontwikkelaars, politici, architecten en stedenbouwkundigen hebben ook de bewoners een visie op wat er moet komen. Maar welke? Gewapend met vragenlijst en plattegrond bezochten medewerkers van het Amsterdams Steunpunt Wonen afgelopen zomer bijna honderd bewoners. Is het huisbezoek een zinvolle methode om inzicht te krijgen in woonwensen van bewoners? En wat doe je met de verwachtingen die je wekt?

Niemand vraagt om een zwembad in de tuin, maar er is bijvoorbeeld wel veel vraag naar een ruimere woning. Er wonen veel grote gezinnen in deze buurt in veel te kleine woningen,” aldus Gertjan Koele, adviseur bewonerskoepels van het ASW. Samen met Christien Kop (adviseur bewonersparticipatie) bezocht hij tientallen huishoudens in de Staalmanpleinbuurt op afspraak thuis. Om hun woonwensen te inventariseren; om mee te denken over de vernieuwing. Zo mochten ze op een plattegrond aangeven waar hoog- of laagbouw en winkels moeten komen.

Sommigen hebben er geen vertrouwen in dat er iets met de uitkomst wordt gedaan

Deze aanpak van de Alliantie is niet standaard. In zo’n vroeg stadium van de uitwerking wordt meestal nog niet gesproken met de meest betrokkenen: de bewoners. Dat heeft ook zijn gevaren, als hun woonwensen vervolgens allemaal sneuvelen in de uitvoering, omdat ze onhaalbaar zijn.

Volgens Kop en Koele valt dat mee. Bewoners zijn volgens hen heel realistisch.

De vragen die tijdens de huisbezoeken werden gesteld, varieerden van ‘wat verwacht u van de Alliantie’ tot het aangeven van een ‘wensen top 3’. In die top 3 staat een ruime betaalbare nieuwbouwwoning onbetwistbaar op nummer 1. Daar zal elke ontwikkelaar ook aan gedacht hebben. Maar geldt dat ook voor andere hooggenoteerde wensen: de mogelijkheid om boodschappen in de buurt doen, gevolgd door ex aequo de aanwezigheid van groen in de buurt, een mix van bewoners, en eengezinswoningen?

Koele vindt huisbezoeken een arbeidsintensieve maar goede methode om er achter te komen wat leeft in een buurt. Het ASW voerde het bewonersonderzoek uit voor de Alliantie. In eerste instantie gaven 120 huishoudens aan een bezoek op prijs te stellen. Uiteindelijk werden 92 huishoudens bezocht. Alliantie en ASW waren tevreden over de grote respons.

De gesprekstijd varieerde van een half tot anderhalf uur. Dat hing van het bezochte huishouden af. Soms waren er forse taalproblemen. Kop: “Hoewel we ook Turkse en Marokkaanse medewerkers hebben, was er af en toe sprake van een taalbarrière, waardoor de beantwoording wat moeizaam ging. Maar vaak hielpen de grotere kinderen als moeder slecht Nederlands sprak. Soms duurde het langer, omdat een eenzame bewoner erg verlegen zat om een praatje. In het algemeen was er geen verschil in reactie tussen allochtone en autochtone bewoners.”

Volgens Koele was het een verstandig besluit om het traject aan het ASW uit te besteden: “We zijn een organisatie die bewoners ondersteunt en zijn goed op de hoogte wat er speelt op het gebied van huisvesting. Een student die namens een of ander onderzoeksbureau langskomt, heeft toch minder affiniteit met de materie. Bovendien staan wij neutraal tegenover een stadsvernieuwingsproject als dit. Iemand van een belanghebbende organisatie zou bijvoorbeeld kunnen proberen de antwoorden te sturen. Het ASW heeft geen enkel belang bij de uitkomst.”

Sceptisch

Tal van bewoners toonden zich volgens Kop behoorlijk sceptisch tijdens de huisbezoeken: “Het wantrouwen zit bij sommigen diep. Zij willen best een vragenlijst invullen, maar hebben er totaal geen vertrouwen in dat er ook werkelijk iets met de uitkomst wordt gedaan. Soms werd ons gevraagd of we konden bewijzen dat er niet allang een heel uitgekauwd plan ligt en zo’n vragenlijst alleen maar voor de vorm wordt ingevuld.”

Niemand vraagt om een zwembad in de tuin

Koele vult aan: “Ja, ze denken vaak dat het brood al in de oven zit en alleen nog moet worden afgebakken. En wij kunnen het tegendeel niet bewijzen. Dit soort processen zijn voor bewoners vaak onduidelijk en frustrerend. Hun vertrouwen en geduld wordt danig op de proef gesteld. Ons doel is dan ook om de betrokkenheid te vergroten en daarmee het vertrouwen te winnen. En de uitkomst is hoogstwaarschijnlijk dat de woonsituatie van de bewoners er op veel fronten op vooruitgaat.”

De bewoners krijgen in februari overigens nogmaals bezoek. Dan van medewerkers van Regioplan, een bureau voor beleidsonderzoek dat in opdracht van zowel overheden als de private sector werkt. Op basis van de uitkomst van de bezoeken door het ASW maakt Regioplan een meer gedetailleerde inventarisatie van de woonbehoefte. Koele: “Dit is niet dubbelop hoor. Regioplan kijkt bijvoorbeeld naar de gezinssamenstelling. Wanneer je bij een gezin komt met zeven kinderen boven de achttien in een veel te kleine woning dan wordt dat geïnventariseerd. Dit soort gegevens zijn belangrijk voor het uitwerkingsplan: hoeveel woningen voor grote gezinnen zijn nodig, hoeveel woningen voor starters en voor jongeren, hoeveel winkels, schoolklassen enzovoorts.”

Corporatietaak

Wat verwachten de bewoners van de corporatie? De belangrijkste taak voor de Alliantie is volgens de bewoners helpen bij het zoeken naar vervangende woonruimte. Hulp bij verhuizing en klussen in huis, en financieel advies over huren en kopen zijn eveneens belangrijke zaken waarbij de Alliantie hulp zou moeten bieden, vindt ongeveer de helft van de ondervraagden. Meer dan de helft wil in de buurt blijven wonen en net zoveel ondervraagden willen meepraten over de plannen, voornamelijk door het bezoeken van informatiebijeenkomsten.

De bewoners werden na de huisbezoeken op de hoogte gebracht van de uitkomst. Op een aantal wensen reageerde de Alliantie direct. Zo laat de corporatie in antwoord op klachten over straatvuil weten in te zetten op ‘schoon, heel en veilig’. Ook wordt benadrukt dat iedereen die dat wil, in de buurt kan blijven wonen en dat er garanties komen op een betaalbare huurwoning voor mensen met een laag inkomen.

Werk in uitvoering …

Stadsdeel Slotervaart heeft eind november het participatieplan Hoefijzer/Staalmanpleinbuurt van de Alliantie goedgekeurd. Hiermee kan in 2008 een uitwerkingplan worden gemaakt. In het participatieplan is beschreven op welke manieren bewoners en gebruikers worden betrokken bij de uitwerking van de plannen. De Alliantie geeft met het participatietraject bovendien een eerste aanzet voor de sociaal-economische vernieuwing in de wijk. Het inspraakplan is tot stand gekomen in samenwerking met bewonerscommissies, die hier al eerder een positief advies over uitbrachten.
Het beoogde resultaat van de inspraak is dat minimaal zeventig procent van de bewoners op de hoogte is van het uitwerkingplan en minimaal vijftig procent positief staat tegenover het plan. Bovendien is het doel dat bij renovatie zeker zeventig procent van de betrokken huishoudens akkoord gaat met de plannen. Mochten deze resultaten niet worden gehaald, dan wordt het uitwerkingsplan niet voorgelegd aan de stadsdeelraad en zal de Alliantie in overleg treden met het stadsdeel.

De stadsdeelraad heeft ook de randvoorwaarden voor het stedenbouwkundig plan voor de vernieuwing Hoefijzer/Staalmanpleinbuurt goedgekeurd. Belangrijkste doel is het realiseren van een groenstedelijk milieu met een gedifferentieerd aanbod aan woningen en voorzieningen. Bij sloop wordt bedongen dat voor de tuinsteden geldende kenmerken terugkomen bij nieuwbouw.
Bij nieuwbouw wordt uitgegaan van een veelzijdig aanbod in zowel prijs, grootte als woningtypen. Er wordt daarbij ontwikkeld in de verhouding 45 procent marktconform en 55 procent sociale bouw. Het streven van de Alliantie is om het uitwerkingsplan in september 2008 gereed te hebben.

Janna van Veen