Begin november zaten er in asielzoekerscentra 43.000 vluchtelingen, van wie 16.000 met een verblijfsvergunning. Deze 16.000 'statushouders' worden geacht zo snel mogelijk door te stromen naar een 'passende woonvoorziening' in een Nederlandse gemeente. 'Passend' is niet meer per se een reguliere sociale huurwoning, maar kan ook ruimte in een omgebouwd kantoor, een wooncontainer of een gedeelde woning zijn.
Gemeenten krijgen naar rato van hun inwonertal een taakstelling van de landelijke overheid. Niet verrassend blijft de omvang van die taakstelling groeien. Voor de eerste helft van 2016 worden Nederlandse gemeenten geacht 20.000 vergunninghouders te huisvesten; de prognose voor de tweede helft is - voorlopig - 23.000.
Ondertussen lopen de achterstanden in de huisvesting ook in de Stadsregio Amsterdam snel op, met Aalsmeer als opvallende uitzondering. De regiogemeenten startten dit jaar al met een flinke achterstand van een kleine zevenhonderd statushouders. Tellen we die op bij de 2500 op van de taakstelling voor dit jaar, dan wordt duidelijk dat de regio Amsterdam geacht wordt bijna 3200 statushouders te huisvesten, van wie ruim 1900 in Amsterdam.
Een veilige voorspelling is dat dat bij lange na niet gaat lukken.
De cumulatieve achterstand is in Amsterdam ruim 1200 en in de hele regio 1800. Flinke aantallen zijn alleen te halen als er containerwoningen worden neergezet of kantoren worden omgebouwd. Maar ook dat kost tijd.
Uit de cijfers wordt duidelijk dat het tempo van de huisvesting vanaf de zomer is opgevoerd. In de laatste vier maanden zijn in de Amsterdamse regio meer statushouders gehuisvest dan in het eerste half jaar. Omdat gelijktijdig het aanbod toeneemt lijkt dat dit jaar niet te leiden tot minder woningen voor reguliere woningzoekenden, zo blijkt uit recente cijfers van de stad Amsterdam. Gelet op het grote gewicht van de hoofdstad in de regiostatistiek zal dit waarschijnlijk ook voor de regio als geheel gelden.
Bijna de helft van de vluchtelingen komt uit Syrië, er zijn ruim twee keer zoveel mannen als vrouwen en de grootste groep is tussen de 18 en 28. Maar er zitten ook maar liefst 2500 kinderen jonger dan drie jaar bij. Na Syrië (49%) komen de meeste vluchtelingen uit Eritrea (11%) en Ethiopië (8%). De demografische samenstelling van de statushouders die op een wachtlijst staan voor Amsterdam wijkt daar niet veel van af. Veruit de grootste groep bestaat uit eenpersoonshuishouden (60 procent). Maar een onbekend deel daarvan heeft een gezin in de regio van herkomst. |