Overslaan en naar de inhoud gaan
Interview: Cees Loggen over de provinciale Woonagenda
"Versnellen bouwproductie blijft onze doelstelling"

De provincie Noord-Holland zet de komende jaren in op het versnellen en verhogen van de productie van, vooral betaalbare en duurzame, woningen. Zij gaat gemeenten met raad en daad helpen om die woningen te bouwen. Dat staat in de Woonagenda 2020-2025. Die woningen moeten vooral komen binnen het 'daily urban system', aldus verantwoordelijk gedeputeerde Cees Loggen (VVD).

De tekst van de provinciale Woonagenda 2020-2025 was net klaar en toen brak de coronacrisis uit. Wordt alles nu anders?
Cees Loggen: "Wezenlijk verandert er niets aan onze belangrijkste doelstelling. Dat is het aanjagen en versnellen van de woningproductie. Aan het grote woningtekort is niets veranderd. We zullen nog moeten gaan zien wat de crisis op lange termijn gaat betekenen. Vooralsnog gaat de bouw gewoon door."
 
Provincies bouwen geen woningen, maar bepalen wel mede waar wel en niet mag worden gebouwd. In de Woonagenda wordt ook de Kop van Noord-Holland weer nadrukkelijk wordt genoemd als bouwlocatie. Eerder presenteerden achttien gemeenten aldaar plannen om 40.000 woningen extra te bouwen. De provincie ondersteunt dat dus?
"Het is zeker zaak om ook aan de lokale woningbehoefte te voldoen. Maar om de druk op de woningmarkt op korte termijn te verlichten, moeten er wel slimme keuzes worden gemaakt. Wij stimuleren daarom dat er vooral wordt gebouwd op plekken waar de infrastructuur al goed geregeld is. Dan gaat het niet alleen om wegen en OV, maar ook om zaken als voldoende elektriciteit. Ons uitgangspunt is om vooral het zogeheten 'daily urban system' rond de OV-knooppunten beter te benutten. Alkmaar, Hoorn en Castricum maken daar ook deel van uit. Dat geeft ook lucht aan de overspannen woningmarkt in de MRA."
 
Woonagenda 2020-2025 Noord-Holland  

Kernboodschap: versnellen woningproductie

  • Provincie stelt daartoe kennis, geld en capaciteit beschikbaar.
  • Er worden vooral betaalbare woningen toegevoegd.
  • Die duurzaam zijn.
  • Op locaties met goede infrastructuur.
  • Niet alleen in MRA maar ook in noordelijk deel.
  • Met aandacht voor klimaatadaptatie, natuurinclusiviteit en circulariteit.
 

U heeft zelf recentelijk op een VVD-bijeenkomst in Landsmeer aangegeven dat het provinciebeleid de komende acht jaar eigenlijk nauwelijks ruimte geeft voor bouwen in het groen. Hoe staat u daar zelf tegenover?

Loggen: "Daar ging het om open gebieden boven Amsterdam. Die zijn zeer waardevol. Die open gebieden dragen ook bij aan het gunstige vestigingsklimaat. Die moeten we ook daarom zo lang mogelijk zien open te houden. Binnen de MRA hebben we voorlopig voldoende plancapaciteit om binnenstedelijk of op al eerder voor woningbouw aangewezen buitenstedelijke locaties te bouwen. Buiten de MRA ligt dat anders. Daar is een groeiende woningbehoefte onder de eigen inwoners. Daar zullen we ruimte voor moeten vinden." 
 
Over de MRA gesproken. Daar is een concrete bouwdoelstelling van 15.000 woningen per jaar. In de hele Woonagenda wordt geen aantal genoemd. Waarom niet? 
Loggen: "Dan gaat daar weer de hele discussie over. Dat komt later in het proces. Daar is meer onderzoek voor nodig."
 
U wilt de productie bevorderen door gemeenten, marktpartijen en woningcorporaties te ondersteunen met kennis, geld of capaciteit. En er komt ook een bouwambassadeur. Binnen de MRA werken ze al met zo'n flexibele schil van specialisten, deelt men kennis, is een productiedoelstelling en een woningbouwregisseur. Gaat dat niet wringen?
Loggen: "We werken echt uitstekend samen met de MRA. Een groot deel van die inspanningen zullen vooral gericht zijn op Noord-Holland Noord. Op gemeenten waar nu de expertise en mankracht ontbreekt om grote bouwlocaties te ontwikkelen. Na de vorige crisis is er veel expertise weggekaapt door de markt."
 
En die bouwambassadeur?
"Wij zijn er nog niet uit of dat een ambtenaar of een gedeputeerde moet worden. Uiteindelijk zou ik graag iemand aanstellen die enige doorzettingsmacht heeft. Ik zou graag zien dat wethouders de lokale regelgeving meer op elkaar laten aansluiten én ook complementair bouwen."
 
U wilt dit jaar met elke (deel)regio een 'woonakkoord' sluiten. Is dat niet gewoon een nieuwe naam voor wat voorheen een 'Regionaal Actieprogramma' -  een RAP -  heette. Oude wijn in nieuwe zakken?
"Niet precies. Die woonakkoorden worden vormvrij. Dat geeft partijen veel meer flexibiliteit. Niet elke regio hoeft alle thema's te adresseren en hetzelfde rijtje onderzoeken te laten doen. Bovendien zijn het ook niet per se meer afspraken op regionaal niveau. Met Texel sluiten we bijvoorbeeld een bilateraal woonakkoord. We blijven natuurlijk eisen stellen, zoals die voor natuurinclusief en circulair bouwen, maar de boodschap is dat we de bouwproductie zo min mogelijk willen belasten met extra bureaucratie en onderzoeken.
 
Fred van der Molen