In een experiment met ‘vouchers’ mogen bewoners zelf bepalen hoe ze twee ton voor hun wijk besteden. Sommige bestuurders zetten hun vraagtekens, maar de aanpak maakt veel enthousiasme los in buurten. Dat is vast meegenomen, al is het te vroeg om de effecten van deze aanpak werkelijk te beoordelen. Duidelijk is al wel dat de methode nogal wat vraagt van de bewoners die met ideeën komen of die ze beoordelen. En van de begeleiding.
Huurdersvereniging verantwoordelijk
Het vouchersysteem is ontwikkeld door het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken. Dertien steden passen de methode toe. Het geld ervoor komt uit een landelijke pot met 20 miljoen euro. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering is in Amsterdam neergelegd bij de Huurdersvereniging Amsterdam, elders ligt die bij de gemeentes zelf. De HA heeft de begeleiding uitbesteed aan het Amsterdams Steunpunt Wonen, maar blijft wel betrokken als adviseur van de regiegroepen en deelnemer aan de stuurgroep vouchers.
De HA heeft altijd gepleit voor meer zeggenschap voor bewoners bij de wijkverbetering. “Spijtig is wel dat voor dit experiment slechts een budget van 600.000 euro beschikbaar is, en dat daarvan maar acht procent voor organisatiekosten mag worden aangewend”, aldus HA-voorzitter Frans Ligtvoet.
Meer informatie op www.bewonersaanhetstuur.nl.
Samen zingen in het Oosterpark; een verwendag voor alcoholisten in het park; een fietsenstalling, een zitsculptuur; sedumdaken; een schaakbord; klok en route voor hardlopers; een jeu-de-boulesbaan en een speeltuin. Dit is een kleine greep uit ruim zeventig ideeën van bewoners van de Dapperbuurt en de Venserpolder om de leefbaarheid in hun wijk te verbeteren. De plannen zijn ingediend in het kader van het experiment Bewoners aan het Stuur (BAS), waarin bewoners van drie buurten zelf mogen bepalen waaraan geld voor wijkverbetering wordt besteed.
In Amsterdam doen de Reimerswaalbuurt in Osdorp, de Dapperbuurt en Venserpolder aan het experiment mee. Ze krijgen elk 184.000 euro (200.000 min 8 procent organisatiekosten) om naar eigen inzicht te besteden. Buurtbewoners kunnen plannen indienen. Andere buurtbewoners, die deel uit maken van een ‘regiegroep’, bepalen welke plannen levensvatbaar en het meest wenselijk zijn. Is een plan eenmaal gehonoreerd, dan krijgen de initiatiefnemers vouchers (waardebonnen) waarmee ze het kunnen verwezenlijken. Als een project meer dan 10.000 euro kost, of als er te weinig geld is om alle projecten te betalen, dan is een aparte wijkraadpleging nodig, via bijvoorbeeld een vergadering of een stemming op internet.
Aan de regiegroepen zijn twee à drie adviseurs toegevoegd: een bestuurslid van de Huurdersvereniging Amsterdam en vertegenwoordigers van het stadsdeel en/of corporaties. Het Amsterdams Steunpunt Wonen treedt als ‘trekker’ op. De adviseurs mogen niet meebeslissen over de projecten.
Overigens onttrekt de Reimerswaalbuurt zich deels aan de officiële regels van het vouchersysteem. Dat komt doordat de buurt in een Vogelaarwijk ligt en de besteding van het vouchergeld wordt gecombineerd met de wijkaanpak. De Reimerswaalbuurt kent geen regiegroep; wel kunnen bewoners er plannen indienen en via algemene bewonersbijeenkomsten over de aanvragen beslissen.
Niet alleen ideeën droppen
Bij Bewoners aan het Stuur gaat het niet alleen om opperen van ideeën. De initiatiefnemers zijn ook verantwoordelijk voor de verdere planvorming en moeten toezien op de uiteindelijke uitvoering, zo vertelt Bert Meintser, die namens het ASW het project in de Venserpolder begeleidt. Mensen die met ideeën voor bijvoorbeeld een speeltuin of een jeu-de-boulesbaan komen, realiseren zich vaak niet hoeveel daar nog bij komt kijken. “Een speeltuin moet worden onderhouden. Om dat goed te regelen, moeten ze bij het stadsdeel aankloppen.”
Niet alleen over onderhoud en beheer, maar ook over tal van andere toekomstige zaken is vaak niet goed nagedacht, zoals de eigen rol van bewoners bij de uitvoering van het initiatief, het bestemmingsplan van het gebouw waarin de beoogde activiteiten moeten plaatsvinden en toestemming van de eigenaar van het gebouw. “Daarom is het ontzettend belangrijk dat er adviseurs bij de regiegroep zitten”, zegt Meintser. “Anders blijf je uren discussiëren over iets wat helemaal niet kan. Zo’n ambtenaar die erbij zit heeft vaak ook korte lijnen met andere instanties, zoals corporaties. Die hebben belang bij leefbare buurten en zijn vaak bereid mee te werken en mee te betalen.”
Al met al moeten de begeleiders van het ASW en het opbouwwerk er flink wat tijd in steken voordat er een uitvoerbaar plan ligt. Eigenlijk te veel voor de acht procent die gereserveerd is voor de organisatiekosten.
De adviseurs brengen planindieners met gelijksoortige initiatieven met elkaar in contact. Mogelijk kan het dan tot een gezamenlijke aanvraag komen. Anderen, zoals de bewoners die fietslessen zouden willen geven, worden gewezen op bestaande organisaties die zoiets al doen.
Tussen Venserpolder en de Dapperbuurt zijn er opmerkelijke verschillen. In de Dapperbuurt is het budget zwaar overtekend en moet er stevig worden geselecteerd in de 55 aanvragen. ASW-begeleider Jan Jacobs: “Ik denk dat we in de Dapperbuurt misschien wat mondiger bewoners hebben, die beter de weg kennen. Voor sommigen lijkt het ook een soort persoonlijke acquisitie te zijn. Ik beslis natuurlijk niets in de regiegroep, maar ik adviseer wel om tot een evenwichtig pakket te komen van projecten op gebied van cultuur, milieu, jongerenvoorzieningen enzovoort, en van tijdelijke evenementen en structurele investeringen.”
In de Venserpolder zijn tot dusver twintig voorstellen gedaan, waarvan misschien de helft kansrijk is. Daarmee zou er geld over blijven. Als er voor de zomer geen goede plannen meer bij komen, gaat de helft van het geld weer terug naar VROM/WWI. En dus wordt er nog een tweede wervingsronde gehouden.
Rendement
Voor het slagen van het experiment zijn doelen geformuleerd. Het vouchersysteem moet leiden tot betere leefbaarheid, meer sociale cohesie en verantwoordelijkheidsgevoel van bewoners, meer bewonersinitiatieven en de activering van doelgroepen als jongeren en allochtonen. Meintser erkent dat het niet eenvoudig is dat allemaal goed te meten. Halverwege het experiment vinden de ASW-adviseurs de werkwijze zeker voor herhaling vatbaar. Jacobs: “Niet ieder ingediend project zal slagen, maar er komen waardevolle dingen uit. En het enthousiasme dat je vanaf het begin ziet is heel belangrijk.”
Beter dan internetplatform
Angélique Suárez Menéndez zat al in de Buurtbeheergroep in de Dapperbuurt. Eerst wilde ze met een plan voor een buurtbarbecue meedoen aan het voucherexperiment. Later hoorde ze over de regiegroep en besloot daarin zitting te nemen. De beoordeling van de inzendingen is meer werk dan ze had verwacht. Eerst is ze een week bezig geweest om de 55 plannen door te lezen. Daarna discussieerde ze met de andere vier leden van de regiegroep over de cijferwaardering die ieder aan de inzendingen had gegeven. “Soms had de één een 2 en de ander een 9 gegeven. Maar door er over te praten, ga je er vanuit een andere invalshoek naar kijken. De projecten die erdoor zijn gekomen, worden door de hele regiegroep gesteund.”
De begeleiding door de adviseurs ervaart Suárez als prettig. Die zeggen niet wat de regiegroep moet beslissen, maar wijzen er op of een aanvraag haalbaar is of aan de criteria voldoet. Zij is ervan overtuigd dat het experiment leidt tot meer sociale cohesie. “Op de eerste bijeenkomst zag je al bewoners uit verschillende bevolkingsgroepen en jong en oud met elkaar overleggen om initiatieven te bedenken. Ik denk dat dit meer helpt dan zo’n internetbuurtplatform.”
Krajicek-playground
Jozef Badal, al 26 jaar bewoner van de Venserpolder, heeft een plan ingediend voor de aanleg van een ‘Krajicek-playground’ - een speelveld met professionele begeleiding vanuit de Richard Krajicek Foundation.
Op aanraden van de adviseurs heeft hij contact gezocht met andere buurbewoners die een speelplek voor kleinere kinderen willen realiseren. Nu gaan ze waarschijnlijk samen een grotere aanvraag doen.
Badal droomt van een plek waar jong en oud nog lange tijd gebruik van kunnen maken, en elkaar kunnen ontmoeten. Omdat hij niet alles zelf kan doen, heeft Badal ondertussen voor een bescheiden vergoeding een deskundige in de arm genomen om het plan verder uit te werken. Deze externe begeleiding wordt uit het programma betaald.