Half december ging de Stadsregio akkoord met nieuwe regionale regels voor de woonruimteverdeling. Bewoners die snel een huis nodig hebben, kunnen vanaf voorjaar 2013 ook loten om een goedkope huurwoning. Gemeenten behouden hun vrijheid om sommige woningen aan eigen inwoners toe te wijzen.
Een terugkerend thema in discussies over regionale woonruimteverdeling is de ‘lokale beleidsruimte’ om woningen aan eigen inwoners toe te wijzen. Sommige bestuurders staan onder grote druk van hun gemeenteraad om de schaars vrijkomende goedkope huizen te reserveren voor eigen inwoners. In het vorige convenant waren bepaalde percentages opgenomen tot waar gemeenten woningen lokaal mochten labelen. Hoe kleiner een gemeente is, hoe meer woningen ze relatief mag reserveren voor eigen inwoners. Hier is de kans op verdringing van de eigen bevolking immers het grootst. Hoewel sommige gemeenten, zoals Zaanstad, af wilden van deze hekjes om de lokale woningvoorraad, waren andere bestuurders daartoe niet bereid. Amstelveen pleitte zelfs voor meer mogelijkheden om woningen aan eigen inwoners toe te wijzen. Uiteindelijk is besloten alles bij het oude te laten en een volgende keer opnieuw de discussie met elkaar aan te gaan. Het doel van de Stadsregio blijft een zo open mogelijke regionale woningmarkt. |
Het is nog maar een jaar geleden dat Amsterdam met voorstellen kwam om de woonruimteverdeling in de sociale huursector ingrijpend te hervormen. Bezuinigingen én de roep om eenvoudiger en effectiever regels zorgden voor het schrappen van de huisvestingsvergunning voor corporatiewoningen, het passendheidscriterium en allerlei voorrangscategorieën bij de woningtoewijzing. Voortaan zouden mensen die snel een woning nodig hebben, ook om een huis kunnen loten. De handhaving van regels zou bovendien worden beperkt tot de meest schrijnende situaties.
Om de voorstellen uit te kunnen voeren, moest er in regionaal verband overeenstemming over komen. Dat is inmiddels gebeurd. Op 18 december gaven regionale bestuurders en raadsleden, verenigd in de Regioraad, hun fiat aan een nieuw regionaal convenant over de woonruimteverdeling. Volgens beleidsmedewerker Sanne van der Lelij van de Stadsregio Amsterdam zijn er weinig grote wijzigingen ten opzichte van het vorige convenant. “Voortaan hoeven woningzoekenden geen binding meer met de regio te hebben om voor een sociale huurwoning in aanmerking te komen. En op verzoek van Amsterdam is er in regionaal verband een label voor grote gezinnen ingevoerd. Dat compenseert het wegvallen van de woonbezettingsnorm die de stad nu nog hanteert.”
Eén op vijf woningen verloot
De meest opvallende verandering in de toewijzingsregels is de introductie van een lotingsmodule naast het bestaande aanbodmodel. Starters of doorstromers die snel een woning nodig hebben, zijn niet langer afhankelijk van hun woon- of inschrijvingsduur. Ze kunnen ook om een beperkt aantal sociale huurwoningen loten. Iedere gemeente mag maximaal 20 procent van haar vrijgekomen voorraad via loting toewijzen. Welke woningen op welke plek voor de lotingsmodule in aanmerking komen, moet in overleg met de corporaties worden bepaald. “Iedere gemeente mag zijn eigen accenten leggen”, aldus van der Lelij. Sommige willen gedetailleerde regels vastleggen. Andere gemeenten houden het liever bij afspraken op hoofdlijnen. Amsterdam had nog graag gezien dat huurders bij een loting maximaal drie keer een woning zouden mogen weigeren. Maar dat is uiteindelijk niet in het convenant opgenomen.
Hoewel gemeenten in uitzonderlijke gevallen van loting af mogen zien, verwacht de Stadsregio dat uiteindelijk zo’n 15 procent van alle vrijgekomen sociale huurwoningen op deze manier wordt toegewezen. Na twee jaar wordt het systeem geëvalueerd. Jeroen Frissen, directeur Strategie en Beleid van Ymere, is erg blij met de nieuwe mogelijkheid. “Het is een grote stap voorwaarts voor starters én doorstromers. Met de Woonversnelling hebben we in de afgelopen jaren aangetoond dat de woningmarkt er baat bij heeft als alle woningzoekenden mee mogen loten. Ik verwacht dan ook weinig problemen bij het maken van afspraken met de gemeente Amsterdam.”