Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Vierde verdieping
Interview: directeur Maarten Pel over de nieuwe Woonruimteverdeling
WoningNet aan de vooravond van de 'big bang'

Op het WoningNet-kantoor in Weesp wordt de laatste hand gelegd aan de meest fundamentele wijziging sinds de oprichting. De slaagkans van woningzoekenden wordt straks niet meer bepaald door enkel de inschrijfduur maar door het aantal verzamelde punten. De softwareontwikkeling is in de laatste testfase, de uitbreiding van het klantcontactcenter in volle gang. We spreken met directeur Maarten Pel aan de vooravond van de 'big bang'.

Image

 

D-Day is 16 januari. Bijna 3 jaar na de vaststelling van de huisvestingsverordening door de gemeente gaat dan de nieuwe woonruimteverdeling live. Een spannend moment voor directeur Maarten Pel?
"Zeker. Het is een enorme operatie. Maar we zijn er dan klaar voor. Een team van zo'n negen mensen is al ruim een jaar bezig met de voorbereiding. We zitten nu (het interview is eind oktober) in de staart daarvan. Er lopen trainingen bij gemeenten, corporaties en bij ons. We hebben extra medewerkers aangetrokken voor het klantcontactcenter (kcc) en zitten midden in de opleiding daarvan."
"De ict-ontwikkeling zelf bestond uit twee delen. Als eerste hebben we een applicatie gebouwd die de puntentelling bijhoudt. Die module werkt zowel voor WoningNet als voor Woonmatch (corporaties in Purmerend en Waterland gebruiken dit systeem, n.v.d.r.). Daarna moest het WoningNet-systeem zelf op de schop. De implicaties van de nieuwe aanpak zijn enorm. Je wilt niet weten hoeveel scenario's je moet doorlopen om te kijken of alles werkt. En uiteindelijk moet elke woningzoekende eenvoudig kunnen zien en controleren hoeveel punten hij of zij heeft opgebouwd."

Wortels in de volkshuisvesting

Pel komt uit de volkshuisvesting. Hij werkte voor de Alliantie en voor bureaus die werkten in het domein van wonen. "Die achtergrond komt goed van pas hier. Wij zijn niet zomaar een ICT-leverancier of een kcc. We werken voor woningzoekenden én medewerkers van corporaties en gemeenten. Ik snap heel goed wat de taal en de gewoontes zijn in deze wereld."

‘Dat kan leiden tot punteninflatie en benadeelt woningzoekenden die de regels slecht doorgronden'

Er zijn vele scenariostudies en testpanels gedaan. Maar gaan de woningzoekenden het ook begrijpen?
Pel: "Er is door een heel communicatieteam aan gewerkt. Maar het kan overal nog zo duidelijk staan uitgelegd; een woningzoekende vraagt zich in de eerste plaats af: wat betekent dit voor mij? Wij proberen dat op de website voor elke individuele situatie duidelijk te maken. Maar bij alles kun je vragen hebben. En die zullen er dus ook komen.
Het meest spannend vind ik sowieso de zoekpunten. Het belonen van gedrag lokt ook gedrag uit. Ik snap de redenatie: als je actief zoekt, wil je graag een woning. Maar dat kan omdraaien in: wie niet actief zoekt, maakt nauwelijks kans. Dat kan leiden tot punteninflatie en benadeelt woningzoekenden die de regels slecht doorgronden. Oftewel, de meest kwetsbaren."

Ingewikkelder?

Maar is punten sparen niet sowieso ingewikkelder? NUL20 heeft een reportage gemaakt over een WoningNet-spreekuur in Zuidoost. Dit werd bezocht door mensen die geen computer hebben en niet erg taalvaardig zijn. Zij begrepen het huidige systeem al niet.
Pel: "Het is nieuw. Dat vraagt altijd uitleg, gewenning. Dat geldt voor iedereen. Maar zeker voor deze groep gaat het ingewikkelder worden. Daar moeten we niet omheen draaien.

‘Punten sparen is conceptueel moeilijker. Dat merken we ook in de testpanels’

Dat je moet wachten tot je aan de beurt bent, is makkelijker voor te stellen. Punten sparen is conceptueel moeilijker. Dat merken we ook in de testpanels. Dan krijg je reacties van het type: 'Wat moet een gescheiden ouder nu met 12 punten extra. Die heeft een woning nodig.' Anderzijds. Voor de meeste woningzoekenden geldt dat ze alleen passend aanbod te zien krijgen met hun positie in de rij. Er verandert op je scherm niet zoveel."

Pionieren

Overal in Nederland werkt men met inschrijfduur. Is er elders in Nederland belangstelling voor de nieuwe aanpak?
"Twee andere regio's hebben concrete belangstelling. Maar ze kijken begrijpelijkerwijs nog even de kat uit de boom. Die interesse heeft een duidelijke reden, namelijk de toename van voorrangsregels. Het onbevredigende daarvan is dat die in zijn aard heel absoluut zijn: je komt wel of niet in aanmerking. In Amsterdam is urgentie of voorrang dominant bij het toewijzen. Het hele idee achter punten toekennen is dat je alle variabelen in verhouding tot elkaar brengt. Het is logisch om in de toekomst meer voorrangsregels naar het puntensysteem te brengen.

Voorrang in punten uitdrukken

Was het in de regio Amsterdam aanvankelijk ook niet de bedoeling voorrangsregels te vervangen door extra punten? Ondertussen krijgen we per gemeente en zelfs per stadsdeel steeds meer voorrangsregels?
Pel: "Inderdaad was het oorspronkelijk de bedoeling om het systeem ook direct te versimpelen, dus ook voorrang met punten te waarderen. Dat is niet gebeurd. Dat maakt deze transitie extra complex. Ik hoop zelf dat het er nog van komt. Je ziet dat met het toenemen van de woningnood steeds meer gemeenten iets voor bepaalde groepen - zoals starters, jongeren of maatschappelijke beroepen - willen doen. Zeker Amsterdam is heel goed in het bedenken van voorrangsregels. Maar als je steeds meer voorrangsregelingen stapelt, is uiteindelijk de vraag wat de effectiviteit nog is. Als iedereen voorrang krijgt, heeft niemand meer voorrang. Daar komt nog bij dat het veel werk oplevert en dus geld kost."

Landelijke database

De trend in de lokale politiek is 'eigen inwoners eerst'. De vestigingsvrijheid voor de sociale huurder neemt verder af. Bij de oprichting van WoningNet was nog de verwachting dat het uit zou kunnen groeien tot een nationaal platform. Dat is helemaal uit beeld?
"Niet helemaal. Ik vind het ongelofelijk dat het in zo’n grote, goed georganiseerde sector nog niet gelukt is om over deze drempel heen te stappen. Een koplopersgroep van corporaties werkt aan landelijke woonruimtebemiddeling. En bij Aedes leeft het idee om alle sociale huurwoningen op een website te tonen. Maar dat is in de huidige situatie onzinnig, aangezien de inschrijving regionaal of zelfs gemeentelijk is georganiseerd. Je krijgt dan een situatie dat een woningzoekende wel in de vitrine mag kijken maar niet de winkel in kan. Je kunt je opgebouwde inschrijftijd voor Amsterdam namelijk niet in Utrecht inzetten.

‘Als iedereen voorrang krijgt, heeft niemand meer voorrang’

Waar een woningzoekende wel wat aan heeft is een landelijke inschrijving, liefst met één tarief. Dat je kortom bij de aanmelding aanvinkt voor welke regio of regio's je op de wachtlijst wilt staan. Op het laatste Aedes-congres toonde de meerderheid van corporaties zich hier voorstander van. Dat stemt me hoopvol! Dat is voor ons op zich niet zo ingewikkeld. Wij zijn voorbereid op zo'n landelijk portaal. Bij ons staan alle woningzoekenden in één database en is de regio niet meer dan een kenmerk van de woningzoekende. Daarbij ontwikkelen we een app en website voor woningzoekenden die het aanbod in alle regio’s toont. Wij zijn er kortom klaar voor."

WoningNet - Zo zit het
Wie een sociale huurwoning zoekt in de Metropoolregio Amsterdam kan niet om WoningNet heen. Dat is het platform waar per deelregio de beschikbare sociale huurwoningen worden aangeboden. En ook elders in het land, bij elkaar zo'n veertien regio's, maken woningcorporaties gebruik van de diensten van WoningNet.
De NV WoningNet is in 2001 opgericht op initiatief van woningcorporaties uit Utrecht en de regio Amsterdam (de voormalige Stadsregio). De meeste deelnemende corporaties zijn aandeelhouder; de oprichters zijn grootaandeelhouder.
De website van de WoningNet-regio Amsterdam wordt dagelijks zo’n 20.000 keer bezocht. Er staan bijna een miljoen woningzoekenden ingeschreven, die overigens lang niet allemaal actief naar een woning zoeken. Een inschrijving is voor velen ook een soort verzekering 'voor het geval dat'. Gemiddeld reageren er ruim 500 woningzoekenden op een woning.
WoningNet is specialist in woonruimtebemiddeling die haar eigen ICT-oplossingen ontwikkelt en woningcorporaties het klantcontact volledig uit handen neemt. Gelieerd aan WoningNet is Stichting Het Vierde Huis, dat urgentiediensten aan gemeenten levert en straks in het nieuwe systeem de toekenning van 'situatiepunten' beoordeelt. De raad van commissarissen van WoningNet is tevens de raad van toezicht van Het Vierde Huis. Maarten Pel is van beide organisaties de bestuurder. Bij de twee organisaties werken opgeteld zo'n 120 mensen.

Zie onderstaande links voor meer info over het nieuwe systeem

Fred van der Molen