Oogst van 17 jaar woonbeleid
Woordenlijst
Ter gelegenheid van het honderdste nummer stelden we deze bescheiden woordenlijst met termen en jargon uit 20 jaar woonbeleid samen, ter lering ende vermaak.
- 30%-norm - PvdA-erfgoed. De ‘heilige’ 30%-norm stond in Amsterdam lang voor het minimum-aandeel sociale huur bij grote nieuwbouwprojecten.
- Blokhokken - Minister Blok paste in 2014 de WWS-puntentelling zo aan dat nieuwbouwappartementen tot 40m2 al in de vrije sector vielen. Bestuurders in Utrecht en Amsterdam, de steden waarvoor het was bedoeld, wezen deze ‘handreiking’ af.
- bouwenvelop - Naam voor set vaste afspraken (de envelop) tussen gemeente Amsterdam en ontwikkelaars, die ontwikkelaars speelruimte moest geven en einde moest maken aan eindeloze onderhandelingen over de grondprijs.
- buurtbudget - Belangrijk onderdeel van aanpak Vogelaarwijken: buurt beslist zelf over besteding van wijkmiljoenen; het geld werd opgehoest door woningcorporaties.
- campuscontract - Eerste grootschalige tijdelijke contractvorm: na beëindiging van de studie was het voortaan na uiterlijk een half jaar wegwezen.
- CPO - Collectief particulier opdrachtgeverschap. Zelfbouw door een groep.
- Donnerpunten - Bijnaam voor de ‘schaarstepunten’ die minister Donner introduceerde om de factor ‘locatie’ mee te wegen in het WWS. De locatiefactor is inmiddels afgeleide van de WOZ-waarde.
- emancipatiemachine - Term gemunt door Maarten van Poelgeest om de betekenis van de stad te duiden: jongeren gaan naar de stad voor studie en werk, ontwikkelen zich daar en trekken in de fase van gezinsvorming veelal naar de regio.
- energielabel - Eenheid om de energieprestatie van een woning aan te duiden en te visualiseren: van A tot G of van groen tot rood.
- energieneutraal - Aanduiding dat iets - bijvoorbeeld een woning - netto geen of heel weinig energie gebruikt.
- erfpacht - Veel Amsterdame gebouwen staan op gemeentegrond waarvoor pacht wordt betaald. Verworden tot bestuurlijk hoofdpijndossier dat ondanks overstapregeling niet gesloten lijkt te kunnen worden.
- extramuralisering - Nieuwe kijk op wonen en zorg, mede ingegeven door bezuinigingen: minder snel naar en minder lang in een zorginstelling, zo lang mogelijk zelfstandig wonen.
- Friends-contracten - Samen een woning huren, zonder het met elkaar te doen/een huishouden te vormen. Naam komt van tv-serie Friends.
- gasloos - Woning zonder gasaansluiting. Volgens het klimaatakkoord zijn alle woningen in Nederland gasloos in 2050.
- gentrificatie - Opwaardering van een wijk op sociaal, cultureel en economisch gebied. Gaat gepaard met een stijging van vastgoedprijzen en veranderende - hoger opgeleide en rijkere - bevolking.
- gluurverhoging - Term gemunt door de Woonbond voor de ‘inkomensafhankelijke huurverhoging’; ‘gluur’ omdat verhuurders een indicatie krijgen van het inkomen van bewoners.
- Grote Vereenvoudiging - Term geïntroduceerd door wethouder Duco Stadig. Hij kwam in 2004 onder deze noemer met tal van maatregelen om de bureaucratie aan te pakken en om de woningproductie op te krikken.
- H-woord - De H staat voor hypotheekrenteaftrek. Lang stond er een politiek taboe op beperking daarvan. Rutte gebruikte de kredietcrisis om - heel voorzichtig - te doen waar elke deskundige al tijden toe opriep.
- inspraak - Wettelijk recht van ingezetenen en belanghebbenden om betrokken te worden bij voorbereiding van gemeentelijk beleid.
- institutionele belegger - Investerende partij die vooral voor pensioenfondsen in woningen en ander onroerend goed belegt.
- klimaatneutraal - Een woning die netto geen CO2 produceert.
- kluswoning - Woning die nog moet worden opgeknapt of afgebouwd door de koper.
- Krachtwijken - Newspeak voor achterstandswijken ten tijde van ministerschap Vogelaar. Zie ook Vogelaarwijken. Latere Amsterdamse varianten: focusgebieden, ontwikkelbuurten.
- labelstappen - Maat voor effect energiebesparende maatregel. Voorbeeld: renovatie van woning naar energielabel G naar B is vijf labelstappen.
- leegstandbeheerder - Antikraakbureaus nieuwe stijl
- liberalisering - Term voor woningen die worden overgezet van gereguleerde huursector naar de marktsector. Dan kan vanaf 145 punten in het WWS.
- MGE - Maatschappelijk Gebonden Eigendom. Containerbegrip voor allerlei vormen van eigenwoningbezit in de sociale sector. Koper betaalt niet het volle pond, en rekent pas bij vertrek definitief af met verkopende corporatie.
- onrendabele top - Het verschil tussen de investering in sociale nieuwbouw en de bedrijfswaarde ervan over een periode van 50 jaar. De bedrijfswaarde = toekomstige huuropbrengsten minus lasten.
- Ontwikkelbuurt - Nieuwste term in Amsterdam voor Focusgebied, Krachtwijk, Prachtwijk, Vogelaarwijk dan wel achterstandsbuurt.
- Parkstad - ‘Operatie Parkstad’ was de naam van de grootschalige stedelijke vernieuwing van Amsterdam Nieuw-West.
- PO - Particulier opdrachtgeverschap, zie ‘zelfbouw’.
- roltrapregio - Term om verhuisbeweging tussen stad en ommeland te duiden: jongeren uit hele land trekken naar de stad voor studie en werk, maar strijken in de fase van gezinsvorming vaak in de directe regio neer.
- rowo - Rolstoelwoning
- scheefwoner - Sociale huurders die meer verdienen dan de inkomensgrens die daarvoor geldt.
- segregatie - Proces waarin bevolkingsgroepen, die naar inkomen, etnische achtergrond of opleidingsniveau zijn te onderscheiden, steeds meer in gescheiden buurten gaan leven.
- seniorenmakelaar - Begeleider die proactief senioren ondersteunt bij eventuele verhuizing naar meer geschikte woning.
- Solids - Naam voor bestemmingsvrije en flexibele casco huurruimtes, waarvan Stadgenoot twee complexen realiseerde. Min of meer mislukt experiment.
- splitsingsvijver - De totale voorraad appartementen van woningcorporaties die juridisch zijn gesplitst waardoor ze afzonderlijk zijn te verkopen.
- spreidingsbeleid - Beleid om kansarme bevolkingsgroepen gespreid te huisvesten om cumulatie van problemen in bepaalde wijken tegen te gaan.
- transformatie - De bestemming van een gebouw of gebied veranderen, bijvoorbeeld door een leegstaand kantoor of bedrijventerrein een woonfunctie te geven.
- treintjesmodel - Metafoor voor exploitatiemodel van woningcorporaties waarbij nieuwbouw (aankoppelen van een woning) wordt gefinancierd met de verkoop van bestaande (‘afgekoppelde’) woningen.
- vakantieverhuur - Zeg maar: Airbnb. Tijdelijke verhuur van de eigen woning via online platform aan toeristen. Een sympathiek idee dat tot overlast en zelfs tot ontwrichting van populaire steden leidde. Eerste artikel in NUL20 in 2012.
- verhuurderheffing - Uniek in de wereld: belasting op goedkope huurwoningen. Werd in 2013 geïntroduceerd en inmiddels betalen de corporaties samen bijna 2 miljard euro per jaar.
- wibo-woning - Wonen in een beschermende omgeving. Bepaald type zorgwoning geschikt voor rolstoelen, bestemd voor senioren die ondersteuning nodig hebben maar wel zelfstandig kunnen wonen.
- Vogelaarwijken - Achterstandswijken die door minister Vogelaar werden aangewezen tot Krachtwijken; deze wijken kregen veel extra geld.
- woningdelen - Constructie waarbij meer huurders een woning delen. Goede manier om woningen effectief te gebruiken, maar ook om meer te verdienen aan woningverhuur. Verandert bovendien het karakter van buurten.
- woningcorporaties - De eigenaren van 2,4 miljoen sociale huurwoningen; sinds de nieuwe Woningwet en de Verhuurderheffing zijn het gekortwiekte grootmachten.
- wooncoach - (Vrijwillige) begeleider die veelal senioren ondersteunt bij eventuele verhuizing naar meer geschikte woning. Er zijn in sommige gemeenten/bij sommige corporaties ook professionele ‘seniorenmakelaars’.
- wooncontainer - Container geschikt gemaakt voor bewoning, vooral ingezet voor studentenwoningen. Leon Bobbe, destijds directeur van het Gooise Patio, pitchte in 2003 in NUL20 het idee van een landelijke wooncontainerbank.
- woonfraude - Alle vormen van fraude met woningen, zoals illegale onderhuur, gebruik als hotel, illegale vakantieverhuur of als locatie voor hennepteelt.
- woonservicewijken - Term voor buurt met extra zorg- en welzijnsvoorzieningen, waardoor bewoners er langer kunnen blijven wonen. Ingehaald door de tijd, net als zijn voorganger ‘de woonzorgzone’. Sinds de extramuralisering worden bewoners geacht in de hele stad langer te kunnen blijven wonen.
- woonzorgzone - Term en concept met een kort leven. De woonzorgzone werd opgevolgd door de woonservicewijk en dat was ook geen blijvertje. (zie woonservicewijk).
- zelfbouwwoning - Woningen die niet door corporaties of ontwikkelaars maar door bewoners zelf worden gebouwd, of met henzelf als opdrachtgever.
Fred van der Molen
Zie ook