De Europese Commissie (EC) bekijkt de komende maanden of staatssteunregels kunnen worden verruimd, zodanig dat landen de bouw van middenhuurwoningen financieel kunnen ondersteunen. Zo meldt demissionair woonminister De Jonge in een brief aan de Tweede Kamer. Om de bouw van in totaal 100.000 huurwoningen voor middeninkomens te kunnen ondersteunen, pleit De Jonge voor de mogelijkheid van staatssteun voor ‘affordable housing’. “De oproep aan de Europese Commissies van Nederland en andere lidstaten afgelopen najaar lijkt zijn vruchten af te werpen. De EC wil daarover in overleg treden met de lidstaten”, aldus De Jonge.
Mocht van aanpassing van de staatsteunregels sprake zijn, dan zijn er volgens de woonminister drie kansrijke opties. De borgstelling door het WSW uitbreiden naar woningen met maximaal 186 punten. Daarvoor zou een nieuwe categorie (DAEB-middenhuur) aan de corporatieactiviteiten kunnen worden toegevoegd. Eerder maakte De Jonge afspraken met corporaties over de bouw van 50.000 middenhuurwoningen.
Ook kan worden gedacht aan de oprichting van een middenhuurfonds, waar woningcorporaties en private beleggers tegen gunstigere voorwaarden financiering kunnen aantrekken. Capital Value toonde zich in februari in een onderzoeksrapport voor Binnenlandse Zaken voorstander van een Nationaal Middenhuur Woningfonds. Verder kan verruiming van de staatssteunregels het mogelijk maken projectsubsidies te verlenen.
De Jonge vraagt corporaties niet af te wachten of de staatssteunregels worden verruimd, maar nu al gebruik te maken van de vrije toewijzingsruimte (7,5% tot maximaal 15%). De truc is een woning net onder de liberalisatiegrens aan middeninkomens te verhuren en via inkomensafhankelijke huurverhoging de huur te laten stijgen richting het niveau van middenhuur. Juridisch is deze optie toegestaan.