Het nieuwe Woningwaarderingstelsel heeft grote gevolgen voor de huurstelling in Amsterdam. Zo schrijft wethouder Laurens Ivens in een brief aan de gemeenteraad. Op 1 juli 2015 valt nog maar 1 procent van de sociale voorraad qua maximale huur in de huurklasse tot 446 euro in de maand. Zestien procent heeft een maximale huur in de huurklasse tussen goedkoop en de aftoppingsgrens van 596 euro.
`Dat betekent dat er veel ruimte is tot liberaliseren`, aldus de wethouder. `De liberalisatieruimte van corporaties verschuift van 54 procent in 2015 naar 62 procent in 2018. Van de particuliere huurwoningen is momenteel 36 procent geliberaliseerd en wordt de mogelijkheid tot liberaliseren 54 procent in 2015 en 64 procent in 2018.`
Bij nieuwe verhuringen kan de maximale huurprijs worden gevraagd. Ivens wil met corporaties afspraken maken over een gematigd huurbeleid, maar hij vreest dat particulieren de mogelijkheid tot liberaliseren maximaal zullen benutten. Zeker als particuliere eigenaren extra investeringen doen in bijvoorbeeld energiebesparing. 'Met een investering die tien punten opbrengt, groeit het liberalisatiepotentieel in particuliere gereguleerde sector met nog eens 17 procent extra.'
Het Stedelijk bureau van de Wijksteunpunten Wonen heeft het effect van het nieuwe WWS berekend op ruim 2.000 recente puntentellingen uit hun Amsterdamse praktijk. Het gaat daarbij om feitelijke puntentellingen, niet om modellen met aannames en gemiddelde uitkomsten. In veel gevallen komt de maximale huur hoger uit dan nu al mogelijk is met de Donnerpunten, vooral in de oude wijken van de stad. De maximale huur stijgt daar met gemiddeld 10 procent, met uitschieters van 20 tot 30 procent. Buiten de ring en in Noord dalen de maximale huren, in Zuidoost zelfs met bijna 10 procent.