Woningcorporaties bouwden in 2018 niet meer dan 13.000 nieuwe sociale huurwoningen. De nieuwbouwproductie van corporaties is op een historisch dieptepunt. Gebrek aan bouwlocaties en steeds hogere belastingen voor corporaties zitten een hogere bouwproductie in de weg, aldus branchevereniging Aedes. Voorzitter Marnix Norder is somber over de woningbouw: 'Jongeren, alleenstaanden, mensen met een middeninkomen; de zoektocht naar een huis is voor velen van hen uitzichtloos. Dus kabinet, doe iets. Zorg voor meer bouwlocaties, stop met de verhuurderheffing en maak het mogelijk dat corporaties middenhuurwoningen kunnen bouwen. Pas dan kunnen we mensen uit de wooncrisis halen."
De productiecijfers komen uit de Aedes-benchmark 2019. De gemiddelde stichtingskosten van een eengezinswoning waren in 2018 169.000 euro, van een meergezinswoning (appartement) 159.000 euro. De bouwkosten van een woning met een warmtepomp liggen 18.000 euro hoger dan het gemiddelde van een- of meergezinswoningen. Van huizen die zijn aangesloten op een warmtenet zijn de bouwkosten juist zo’n 7.500 euro lager dan het gemiddelde.
Aedes wijst op de toenemende belastingdruk als belangrijkste obstakel voor een hogere bouwproductie. Die liep in 2018 verder op, met 16 procent ten opzichte van een jaar eerder. Met name door de stijging van de verhuurderheffing. Voor elke sociale huurwoning betalen corporaties 1.084 euro aan belastingen: de optelsom van verhuurderheffing, saneringsheffing, OZB en andere gemeentelijke belastingen. Deze kosten zijn sinds 2013 verdubbeld. Hierin is de vennootschapsbelasting nog niet meegerekend. Die bedroeg in 2018 378 miljoen euro. Dit jaar komt daar nog 320 miljoen euro bij als gevolg van de ATAD-belasting van het kabinet.
(Klik op diagram voor grotere weergave)