De verhuurderheffing wordt afgeschaft. Het nieuwe kabinet wil in ruil daarvoor bindende prestatieafspraken maken met corporaties, zodat de beschikbare investeringscapaciteit daadwerkelijk wordt gebruikt voor de bouw van flexwoningen, betaalbare huurwoningen, renovatie, verduurzaming en verbetering van de leefbaarheid van wijken. Zo valt te lezen in het woensdag gepresenteerde coalitieakkoord met de titel 'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst'.
De afschaffing van de verhuurderheffing is al snel aan de orde. In 2022 is de heffing nog gewoon van kracht. Vanaf 2023 is de heffing verdwenen. Tegelijkertijd introduceert de coalitie waar nodig zogeheten projectsteun. Woningcorporaties moeten deze steun met elkaar opbrengen, op basis van de waarde van hun woningbezit.
Bouwambitie
De bouwambitie van het nieuwe kabinet liegt er niet om. Het jaarlijks aantal te bouwen woningen moet omhoog naar rond de honderdduizend woningen per jaar. "Het is onze prioriteit te zorgen voor een woning voor iedereen, of je nu huurt of koopt", aldus de vier partijen. Voor dat omvangrijke bouwprogramma geldt dat tweederde van de productie moet bestaan uit betaalbare sociale en middenhuurwoningen en koopwoningen tot aan de grens van de Nationale Hypotheekgarantie. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de bouw van woningen voor starters, senioren en middeninkomens.
Met het oog op de acute tekorten in het woningaanbod voor studenten, spoedzoekers, arbeidsmigranten en daklozen is het streven jaarlijks 15.000 tijdelijke woningen te bouwen en 15.000 wooneenheden te realiseren via transformatie van kantoren. Procedures voor het plaatsen van tijdelijke woningen worden vergemakkelijkt. Ook komt er meer ruimte voor cooperatieve woonprojecten.
Al die woningen moeten zowel binnen- als buitenstedelijk worden gerealiseerd. Behalve in de veertien al eerder aangwezen verstedelijkingsgebieden en in kansrijke spoor- en kanaalzones, moet die bouwproductie bij voorkeur gestalte krijgen bij bestaande infrastructuur-knooppunten. Voor de ontsluiting van die nieuwe woningen in die veertien gebieden is de komende tien jaar in totaal 7,5 miljard euro beschikbaar.
Minister VRO
Het maken van de prestatieafspraken met corporaties, gemeenten en provincies en het bepalen van woningbouwlocaties wordt een taak van de nieuwe minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Om knelpunten bij specifieke projecten weg te nemen, verlengt de coalitie de bestaande woningbouwimpuls en blijft het Volkshuisvestingsfonds bestaan.
Huurbeleid
In het coalitieakkoord wordt ook gekozen voor aanscherping van het huurbeleid. De sociale huur voor mensen met een lager inkomen gaat omlaag. En de huur van mensen met een hoger inkomen gaat stapsgewijs omhoog tot een marktconforme huur. Voor middenhuurwoningen wordt een vorm van huurprijsbescherming geintroduceerd, zodanig dat wonen voor hen betaalbaar blijft. Tegelijkertijd moet het voor institutionele beleggers rendabel blijven om in dergelijke woningen te investeren. Om corporaties te stimuleren middenhuurwoningen te bouwen, wordt de markttoets gedurende de komende kabinetsperiode opgeschort.
Tegelijkertijd bestaat het voornemen om de huurtoeslag te hervormen en te vereenvoudigen. De maximale huurgrens verdwijnt. Er wordt overgestapt naar een systeem van normhuren op basis van inkomen. De coalitie zegt daarbij toe, dat ‘iedereen deze hervorming kan dragen’, met name de laagste inkomens.
Verduurzaming
Verder wil de nieuwe coalitie op een slimme manier aan de slag met het verduurzamen van onze woningen. Een langjarig Nationaal Isolatieprogramma moet er voor zorgen dat ‘ woningen sneller, slimmer en socialer’ worden geïsoleerd. Woningen met slechte isolatie mogen op termijn niet meer worden verhuurd. In wijken waar dat kosteneffectief tot de mogelijkheden behoort, zet het kabinet in op de realisatie van duurzame warmtenetten. Er komt een subsidieregeling voor de financiering van de onrendabele top van collectieve warmteprojecten.