Overslaan en naar de inhoud gaan

Scheefwonen start vaak al bij toewijzing

Scheefwonen start vaak al bij toewijzing 

Scheefwonen blijft de gemoederen bezighouden. "Bijna de helft van de woningcorporaties in Nederland stelt geen inkomenseisen bij de toewijzing van huurwoningen", kopt het Financieel Dagblad op 16 april op gezag van het Amsterdamse adviesbureau Van Nimwegen. 

Van Nimwegen bekeek het beleid van 233 corporaties, kleine en grote in het hele land. In 42% van de gevallen vindt geen inkomenstoets plaats bij toewijzing. De inventarisatie bestrijkt de helft van alle corporaties. De conclusie is opmerkelijk. Tot dusver werd scheefwonen vooral in verband gebracht met huurders die nadat ze een corporatiewoning hebben betrokken gaandeweg meer zijn gaan verdienen. Volgens het onderzoek kunnen "alle woningzoekenden bij deze corporaties, ongeacht hun inkomen, in principe in aanmerking komen voor alle vrijkomende woningen". 

De corporaties die geen inkomenstoets hanteren vinden die toets overbodig. Zij menen dat in de praktijk de huurwoningen naar de primaire doelgroep gaan met een inkomen tot euro 29.000. Dat zeggen corporaties in bijvoorbeeld de stad Groningen, Grouw (Friesland), Ede (Gelderland) en Velsen (Noord-Holland), aldus het Financieel Dagblad.

Volgens het recente WoON-onderzoek Nederland 2009 hebben landelijke corporaties de laatste twee jaar 76% van hun sociale huurwoningen (tot € 648 per maand) toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot € 33.000.  Volgens Brussel moeten corporaties minimaal 90 procent aan deze doelgroep toewijzen om in aanmerking te komen voor staatssteun. 

Amsterdam

In de Randstad hanteren veel corporaties en gemeenten wel inkomensgrenzen, maar die zijn genereuzer opgesteld, tot zelfs euro 45.000. Amsterdam kent sinds 2007 een regeling met zogeheten' aanbiedingsafspraken'. Die afspraken houden in dat corporaties garanderen tenminste een vastgelegd percentage in de verhuur gebrachte zelfstandige woningen (zowel nieuwbouw als voorraad) te verhuren aan bepaalde inkomensgroepen.

Preciezer: Amsterdamse corporaties waarborgen in de periode 2007 - 2010 dat tenminste 65% van de verhuringen wordt aangeboden aan de primaire doelgroep (inkomensgrens conform Besluit Beheer Sociale Huursector), en minstens 85% aan de groep tot de voormalige ziekenfondsgrens (is inclusief de primaire doelgroep). Daarbij garanderen zij in absolute aantallen tenminste 26.000 verhuringen aan de primaire doelgroep en tenminste 34.000 woningen aan de groep tot de voormalige ziekenfondsgrens (inkomensgroep tot € 35.850 prijspeil 2007) en de primaire doelgroep samen. Tussen 40.000 en 48.000 te verhuren woningen worden de afgesproken percentages gehanteerd. Worden nog meer woningen verhuurd dan zijn de corporaties vrij deze aan iedereen te verhuren. 

NUL20 publiceerde eerder berekeningen van de AFWC waaruit blijkt dat in Amsterdam bijna 90 procent van de sociale huurwoningen aan inkomens tot € 33.000 wordt toegewezen (exclusief studentenwoningen en tijdelijke verhuringen is het 84% in 2009 en 85% in 2008).

In de komende NUL20 staat een recente analyse van het scheefwonen in Amsterdam op basis van het onderzoek Wonen in Amsterdam 2009. Daaruit zou blijken dat slechts 8,4 procent van de Amsterdamse huurders een scheefwoner is. Maar dat is wel volgens de strikte definitie van scheefwonen van de Amsterdamse Dienst Wonen, Zorg en Samenleven: iemand met een inkomen boven de voormalige ziekenfondsgrens die in een goedkope huurwoning (de voormalige kernvoorraad, huur kleiner dan 398 euro, prijspeil mei 2009) woont.

Inmiddels dringt  Brussel een nieuwe maximum inkomensgrens voor het toewijzen van corporatiewoningen op: 33.000 euro. Als we als scheefwoner bestempelen 'iedereen met een inkomen hoger dan 33.000 die in een sociale huurwoning woont'  dan valt bijna 25 procent van de Amsterdamse huurders daar onder. Maar in de echt goedkope voorraad (tot 398 euro) woont slechts 8,5 scheef. En maar 1,5 % woont met een echt inkomen in een goedkope corporatiewoning. Overigens wordt er bij alle discussies over scheefwonen op gewezen dat veel Amsterdammers weinig keuze hebben: onder de 40.000 euro kun je nauwelijks een woning kopen in Amsterdam.