De Samenwerkende Huurdersorganisaties Ymere (SHY) en de woningbouwcorporatie zijn het voor het eerst niet eens geworden over de jaarlijkse huurverhoging. Ymere weigert tegen de zin van de huurdersorganisatie alle huurders, ook de bewoners in de vrije sector, financieel tegemoet te komen.
SHY maakt zich al langer zorgen over de financiële positie van huurders met een (hoger) middeninkomen. Door de hoge inflatie en de druk op de energiemarkt zijn alle prijzen zo gestegen, dat iedere huurder van Ymere elk dubbeltje moet omdraaien. Landelijke wetgeving zorgt ervoor dat de huren van corporatiehuurders met een laag inkomen dit jaar eenmalig worden verlaagd. Ook voor de rest van de huurders – zowel in de een sociale, als de vrije sector – had de corporatie naar de mening van SHY moeten afzien van de jaarlijkse huurverhoging. “Wij betreuren het dat Ymere daar niet voor heeft gekozen. Wel hebben we duidelijke voorwaarden gesteld aan de huurverhoging voor de huurders in een sociale huurwoning die niet in aanmerking komen voor de huurverlaging. Die huurverhoging moet ten goede komen aan de verduurzaming van woningen, zodat huurders daadwerkelijk het resultaat terugzien op de energierekening”, aldus SHY-voorzitter Peter Weppner.
Ook over het doorvoeren van de inkomensafhankelijke huurverhoging voor huurders met een hoger (midden) inkomen en de huurverhoging voor de huurders in de vrije sector is hij ontevreden. “We zijn teleurgesteld dat Ymere de huren van deze huurders niet matigt om de stijgende woonlasten van deze groep te beperken.”
Volgens Erik Gerritsen, bestuursvoorzitter van Ymere, was het dit jaar een uitdaging om een balans te vinden tussen de betaalbaarheid van onze huren, de verduurzamings- en nieuwbouwtrajecten en het op peil houden van het onderhoud. “We zijn behoorlijk tot het uiterste gegaan om de huurverhogingen te beperken, ondanks de uitdagingen die gepaard gaan met de hoge kosten- en rentestijgingen en de verplichtingen die voortkomen uit de Nationale Prestatieafspraken.”
Gerritsen noemt het begrijpelijk dat huurders momenteel verlangen naar enige verlichting van hun vaste lasten. Hij wil daarbij wel benadrukken dat lastenverlichting via de huur niet altijd de juiste oplossing is. “Het matigen van de huurverhoging kan negatieve gevolgen hebben voor onze verduurzamings- en nieuwbouwtrajecten, wat weer nadelig kan zijn voor huurders en woningzoekende op de lange termijn. Een goed geïsoleerd huis zorgt bijvoorbeeld ook voor een betaalbare woning.”
De laagste inkomenscategorie in de sociale sector krijgt maximaal 3,1 procent huurverhoging. De gemiddelde huurstijging bij Ymere is netto tussen de zes en zeven euro per maand. Een derde van de huurders krijgt een huurverlaging en betaalt per 1 juli een huur van 575 euro. Voor huurders in de vrije sector met een hoog inkomen geldt een maximale huurverhoging van 4,1 procent. Voor huurders met een hoog middeninkomen is de huurverhoging maximaal 3,1 procent.
Huurders met hogere inkomens in de sociale huur krijgen een inkomensafhankelijke huurverhoging van maximaal 45 euro of honderd euro. Zij kunnen een lagere huurverhoging krijgen als hun inkomen lager ligt dan de inkomensgrens voor de inkomensafhankelijke huurverhoging. Huurders met een huur boven de 1069 euro krijgen geen huurverhoging.