De Autoriteit Woningcorporaties (Aw) haalt hard uit naar minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting. Gemeenten hebben veel meer steun nodig; zonder geld of ingrijpende maatregelen ontbreekt het aan voldoende betaalbare bouwgrond en houdt het tekort aan corporatiewoningen onverminderd aan, zo stelt de Aw in haar ‘Staat van de corporatiesector 2025’. Maar het ontbreekt aan passend beleid.
De Aw constateert dat de omvang van de sector ver achterblijft bij de groei van het aantal huishoudens. Het aantal corporatiewoningen lag vorig jaar met 2,3 miljoen woningen op hetzelfde niveau als dertig jaar geleden bij de verzelfstandiging van de sector. Dat terwijl in Nederland het aantal huishoudens in de periode met bijna twee miljoen is gegroeid. De sector groeit maar langzaam: in 2023 netto met zo’n achtduizend woningen en in 2024 naar verwachting met ongeveer tienduizend. Ook heeft de Aw weinig vertrouwen in de vorig jaar herijkte Nationale Prestatieafspraken. Bedoeling is dat corporaties in 2029 jaarlijks dertigduizend sociale en vijfduizend midden-huurwoningen bouwen. Volgens de Aw ontbreekt het aan de ingrijpende maatregelen die nodig zijn om dit programma te realiseren.
Betaalbare bouwgrond
Grootste hindernis is volgens de Aw het ontbreken van grond voor nieuwbouw. Provincies en gemeenten moeten bij nieuwbouwontwikkelingen sturen op meer locaties met een redelijke grondprijs. Dat is echter ingewikkeld voor locaties in particuliere handen, waar al gerekend is op een hoge opbrengst. “Om snel meer sociale huurwoningen te kunnen bouwen zijn voor deze locaties ingrijpende maatregelen nodig”, aldus de Aw. Zo kan de bouw van deze woningen worden afgedwongen of kunnen tekorten gedekt. Het Rijk zal gemeenten daarbij moeten steunen met geld of regelgeving.
Vorig jaar riep de Aw het Rijk op een vertrouwenwekkend kader te scheppen, waarbij corporaties voldoende zekerheid hebben om te investeren. En waarin Rijk en corporaties steeds samen de balans zoeken tussen opgaven en middelen. Volgens de Aw zijn daarin goede stappen gezet, al is er twijfel over de onderlinge solidariteit. Corporaties hebben toegezegd financiële knelpunten bij investeringen in nieuwbouw en het isoleren en aardgasvrij onderling te willen oplossen, maar is de praktijk is dat een weerbarstige aangelegenheid. Daarom wordt er voor gepleit ‘projectsteun’ zo vorm te geven, dat het Rijk zelf via een heffing geld kan ophalen bij alle corporaties. De opbrengst kan vervolgens ten goede komen aan projecten die financiële steun behoeven.