Aedes, de koepelorganisatie van woningcorporaties, en een groep van innovatieve bouwers hebben minister Hugo de Jonge een aanbod gedaan om in een jaar 10.000 modulaire woningen te bouwen. Dit mede om de acute huisvestingsproblematiek van vluchtelingen op te lossen. De minister moet dan wel twee problemen oplossen: zorgen voor tijdige nutsaansluitingen en het financiële risico op een te korte exploitatietermijn wegnemen.
Aedes schrijft in de brief: "Met twee schakels in de bouwketen bundelen we onze krachten om het proces op gang te brengen. Deze corporaties en bouwers kunnen 10.000 tijdelijke, hoogwaardige woningen leveren, binnen één jaar. Waarbij het essentieel is dat zeer binnenkort de opdrachten verstrekt worden. Maar wat we in de praktijk zien, is dat er toch veel op elkaar wordt gewacht. In veel situaties is dat logisch: de huisvester bestelt pas bij de bouwer als hij een locatie heeft. Maar locaties zijn er niet snel en wachten vaak weer op beleid van hogerhand en soms juist weer op concrete bouwplannen. Dit is een soort kip-ei-verhaal, waarbij de eerste stap tot ontwikkeling steeds maar niet gezet wordt.”
Aedes en een koplopergroep van innovatieve bouwers willen nu met dit aanbod een doorbraak bewerkstelligen. "Wat we nu nodig hebben is een doorbraak op locaties van corporaties, daar is versnelling en medewerking nodig van alle overheden. Voor andere tijdelijke woningen geldt dat er nog geen concrete locatie is. Ook hier willen we samenwerken met álle overheidslagen om die huisvesting nu snel te kunnen realiseren."
De betrokken woningbouwers zijn Barli, Daiwa House, Dura Vermeer, Fijn wonen, Finch, Hodes Huisvesting, Nezzt, Plegt-Vos en Startblock.
De bouw van flexwoningen verloopt tot dusver stroperig. Een eerdere doelstelling van de Taskforce Nieuwbouw Corporaties om 10.000 flexwoningen te realiseren in 2021 en 2022 is inmiddels onhaalbaar, zo bleek uit een recente rapportage. De taskforce verwacht bij ongewijzigd beleid op iets meer dan een derde daarvan uit te komen, in twee jaar dus.