Het Amsterdams college wil de komende twee jaar 2700 extra woningen creëren voor kwetsbare groepen, met name in getransformeerde kantoren en tijdelijke bebouwing. Bottleneck is het vinden van voldoende tijdelijke bouwlocaties, maar wethouder Laurens Ivens en AFWC-directeur Egbert de Vries vertrouwen erop dat het lukt.
Het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen voorziet in het bouwen van 2700 extra betaalbare woningen in Amsterdam voor 2018. Hiermee moeten de wachttijden voor onder anderen statushouders, mensen uit de maatschappelijke opvang, zwerfjongeren en medisch urgenten worden teruggebracht naar hooguit drie maanden. Nu kan die wachttijd voor mensen die in een ‘levensontwrichtende’ woonsituatie verkeren oplopen tot negen maanden voor statushouders en twee jaar voor rolstoelgeïndiceerden. De extra wooneenheden moeten worden gerealiseerd via tijdelijke woningbouw, transformatie van kantoren, het gebruik van jongeren- en studentenhuisvesting en woningdelen. Corporaties zijn bij de realisatie voor de hand liggende, maar niet per se de enige partijen. Op de toegevoegde woonlocaties worden kwetsbare groepen en ‘gewone’ bewoners gemengd gehuisvest. Het programma kent vier actielijnen: woonruimte toevoegen, monitoring en sturing, passende arrangementen ontwikkelen (bijvoorbeeld met tijdelijke huurcontracten) en werkprocessen verbeteren. Er is 16 miljoen euro beschikbaar. |
“De gemeente moet als een haas op zoek naar tijdelijke bouwlocaties”, zo benoemt AFWC-directeur Egbert de Vries een knelpunt van het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. Beide partijen blijken al enkele locaties op het oog te hebben, maar willen die nog niet naar buiten brengen voordat met omwonenden is gesproken.
Heeft die omzichtigheid te maken dat de te huisvesten doelgroepen: statushouders en mensen uit de maatschappelijke opvang?
Ivens: “Het ligt altijd gevoelig als er huizen worden gebouwd. Ook braakliggende terreinen worden in een dichtbevolkte stad als Amsterdam gewaardeerd. En als het om specifieke groepen als studenten gaat, moet je iets meer rekening houden met de omgeving. Statushouders vormen ook een specifieke groep. Daarom benadrukken we dat we gaan mengen op deze locaties. Dat is ook beter voor de integratie. Iedereen kan terecht in deze woningen. Ze dienen vooral om meer ruimte te creëren in de woningvoorraad, zodat ook in de bestaande voorraad meer ruimte ontstaat voor kwetsbare groepen, zonder dat dit ten koste gaat van andere woningzoekenden. Bij de weerstanden rondom de huisvesting van vluchtelingen die je in den lande hoort, gaat het overigens niet om de bouw van echte woningen. Daar is in Amsterdam een groot draagvlak voor, ook als er vluchtelingen in komen. Iedereen wint daarbij.”
Budget achterhaald?
Het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen 2016-2018 werd afgelopen najaar gepresenteerd als iets geheel nieuws, maar het werd al aangekondigd in Actieplan Woningbouw 2014-2018 van november 2014. Indertijd werd ook het budget van 16 miljoen euro voor het programma vastgesteld. Inmiddels is de vluchtelingentoestroom explosief toegenomen: is dat budget nog wel toereikend?
De Vries: “Het gaat niet om bouwkundige middelen om te investeren. Het is bedoeld om de organisatie van het programma van de grond te krijgen. We willen graag minder bureaucratie, sneller kunnen doorpakken. Daarnaast zullen er ook subsidies worden verstrekt om iets te kunnen realiseren.”
De eerste subsidie gaat naar het tijdelijke project ‘Het Startblok’ van De Key in Riekerhaven. “We hebben deze locatie echt maar voor negen jaar beschikbaar”, vertelt Ivens. “Dat betekent versnelde afschrijving en een exploitatieverlies voor De Key. In zo’n geval kijken we of de gemeente nog iets kan betekenen.” De gemeente heeft hier 960.000 euro bijgelegd, waarvan de helft uit het budget voor de huisvesting van kwetsbare groepen en de andere helft uit de pot voor studenten/jongerenhuisvesting.
“We hebben in totaal 16 miljoen uitgetrokken, maar dat kan meer worden als dat nodig is”, aldus Ivens. “Maar dat verwacht ik niet, omdat je met tijdelijke bouw voor tien jaar redelijk rendabel uit kunt komen.”
Het programma voorziet ook in het (tijdelijk) herbestemmen van kantoorpanden voor de huisvesting van kwetsbare groepen. Uit een pilot van kennisorganisatie Platform31 blijkt dat tijdelijke herbestemming technisch, juridisch, planologisch en financieel vaak haalbaarder blijkt dan gedacht, maar dat betrokken partijen lang naar elkaar blijven kijken. Niemand wil de hete aardappel - doorgaans financieel van aard - uit het vuur halen. Hoe gaat Amsterdam dit beter doen?
Ivens: “Dat is precies het probleem. Dat is wat we bedoelen met de processen versnellen. Bij de Riekerhaven hadden De Key-directievoorzitter Leon Bobbe en ik even tijd nodig voordat we de laatste stappen zetten. Misschien moeten we eerder om tafel gaan zitten om te bepalen wie wat voor zijn rekening neemt.”
“Onbegrijpelijk” rijksbeleid
In het najaar kwam het kabinet met een initiatief om de realisatie van extra huisvesting voor statushouders te stimuleren. Dit bestuursakkoord behelst het huisvesten van ten minste vier statushouders bij elkaar in zelfstandige of onzelfstandige nieuwbouweenheden. Brengt dit akkoord ook soelaas voor Amsterdam?
“Dat denk ik niet”, zegt De Vries. “Ze bieden een subsidieregeling, maar daar zitten voorwaarden aan vast. Het is niet duidelijk of het handig is daaraan mee te doen.”
Het kabinet wil ook de voorrang die statushouders hebben in de sociale huur schrappen, een streven dat breed wordt bekritiseerd in de woonsector. Ook het AFWC heeft er geen goed woord voor over. “Onbegrijpelijk”, zegt De Vries. “Statushouders beginnen hier helemaal onderaan de ladder. Ze hebben geen inschrijvingsduur bij WoningNet, kennen heg noch steg en weten niet hoe de markt in elkaar zit. Die mensen komen op geen enkele manier aan een woning in de regio Amsterdam.”
Toch wordt de voorrang van erkende vluchtelingen ook in Amsterdam beperkt: “Jonge statushouders krijgen, net als Amsterdamse jongeren, niet meer zomaar een sociale huurwoning voor zichzelf, aldus Ivens. “Ze kunnen kiezen: een jongerenwoning, met een tijdelijk jongerencontract eronder, een studentenwoning, met een studentencontract, of woningdelen.”
Woningdelen
Al ruim een jaar wordt binnen de Amsterdamse woonsector gesproken over woningdelen door statushouders. Maar het lijkt nog niet erg op te schieten hiermee: hoe komt dat?
De Vries: “Woningdelen is lang niet zo eenvoudig. Je moet het juridisch goed regelen, zorgen voor een goede afstemming tussen de betrokken instellingen en de vluchtelingen moeten zelf koppels vormen. We hebben het al langer aangekaart bij de gemeente en sinds een half jaar heeft ze er serieus mensen opgezet. Dat gaat nu zijn vruchten afwerpen. Onlangs is er een bijeenkomst gehouden met statushouders om die op woningdelen voor te bereiden.” Ivens: “Daar zijn ruim veertig koppels gevormd. We streven ernaar om die nog de komende weken op een woning te krijgen.”
Volgens de wethouder blijft het extra programma nodig, ondanks het recordaantal van 8376 in aanbouw genomen woningen in 2015, waarvan ruim de helft onder de 710 euro. “Slechts een deel is gebouwd door corporaties. Met de andere partijen zijn geen afspraken gemaakt over de huisvesting van kwetsbare groepen.”