Al jaren worden studenten in achterstandswijken gehuisvest waar ze in ruil voor woonruimte maatschappelijke taken vervullen. Organisaties als VoorUit en Academie van de Stad zijn de motor achter deze projecten. Het aantal projecten blijft zich op zowel stedelijk als landelijk niveau uitbreiden. Met de groei van deze initiatieven neemt ook de behoefte toe om beter in kaart te brengen wat het effect is van al deze inspanningen.
De leefbaarheidsscores van alle zwakke Amsterdamse wijken zijn sterk verbeterd. De afgelopen twee decennia is er via stedelijke vernieuwing en wijkaanpak veel geld naar deze wijken gestroomd. Inmiddels zijn de overheidsinvesteringen sterk teruggebracht en mogen corporaties nog maar beperkt investeren in leefbaarheidsinitiatieven. Welke leefbaarheidsprogramma’s zijn er nog? NUL20 trekt de wijken in. Tweede aflevering: Academie van de Stad en VoorUit. |
De Academie van de Stad (AvdS) floreert. Behalve in Amsterdam zijn nu ook studenten actief in de wijken Hoograven en Overvecht in Utrecht en de Haagse Schilderswijk. En in de Wierden in Almere startte onlangs een Springlevende Wijk-project met vier studenten. Het achterliggende idee is steeds hetzelfde: studenten participeren in maatschappelijke projecten en ontvangen in ruil daarvoor studiepunten, een tijdelijke huurwoning of een aantekening op hun cv.
De AvdS, waarin UvA en HvA samenwerken, heeft diverse projectformules. Er lopen onderwijsprojecten waarbij studiepunten te behalen zijn en in het kader van Springlevend Studentbeheer dragen studenten zorg voor het ‘schoon, heel en veilig’ houden van het studentencomplex waarin zij gratis wonen. Voor het project Springlevende Wijk krijgen studenten met voorrang een woning in een aandachtswijk en huurkorting, in ruil voor het opzetten van maatschappelijke projecten.
Academie van de Stad | VoorUit | |
---|---|---|
Van: Onafhankelijke stichting Partners: woningcorporaties, gemeentelijke diensten Sinds: 2008 Doelstelling: studenten laten werken aan maatschappelijke uitdagingen in de stad én daarvan laten leren Waar: voornamelijk in Amsterdam; nu ook in Utrecht, Den Haag en Almere Toelichting: Academie van de Stad haalt actuele vraagstukken op bij stedelijke partijen, vertaalt die naar één van haar projectformules en een opdracht voor studenten. Belangrijkste thema’s zijn jeugd en educatie, integratie en participatie, wonen en leven, veiligheid, economie en stedelijke ontwikkeling. Inmiddels hebben bijna 6500 studenten zo’n zeshonderd projecten uitgevoerd; gemiddeld zo’n 130 projecten per jaar, de meeste in Amsterdam. www.academievandestad.nl | Van: VU en UvA Partners: de Alliantie, Eigen Haard, Rochdale, Stadgenoot, Ymere; Amsterdam, stadsdelen West en Nieuw-West. Aantal externe sponsors Sinds: 2007 Doelstelling: studenten verbinden met de samenleving, bijdrage leveren aan leefbare wijken Waar: Amsterdam-West en Nieuw-West: Toelichting: VoorUit is een participatieproject waarin jaarlijks meer dan zeventig studenten in ruil voor woonruimte 10 uur per week maatschappelijk werk doen in de wijk waar ze wonen. Het doel van VoorUit is om bij te dragen aan de sociale cohesie van de wijk door participatie van bewoners te bevorderen. Het project is geïnspireerd op het ‘open apartments project’ van de Ben-Gurion University of the Negev in Israël. Uitgangspunt is dat de opgezette initiatieven door bewoners zelfstandig (kunnen) worden voortgezet. www.vooruitproject.nl |
De woningcorporaties zijn een belangrijke partner. Projectcoördinator Dora Fabriek van de AvdS: “Dat geldt zeker voor de Springlevende Wijkprojecten. En dan doel ik niet alleen op het leveren van woningen aan de studenten. De corporaties hebben hun eigen verantwoordelijkheid op sociaal niveau en wij zorgen voor de invulling.” Ze vindt het jammer dat de gemeente nog niet bij alle projecten betrokken is. “Daar streven we wel naar. Niet alleen stelt de gemeente andere doelen dan de corporaties. Bovendien kunnen de kosten worden gedeeld.”
Als geslaagd voorbeeld vindt Fabriek het Springlevende Wijkproject in de Van der Pekbuurt in Noord. “Daar heeft het stadsdeel de Voorleesservice op zich genomen en Ymere onder meer het Greenteam. Het stadsdeel zet in dit geval in op de educatieve ontwikkeling van de bewoners en de corporatie richt zich meer op ‘schoon, heel en veilig’.”
Projectleider van projectbureau Wonen en Leven van Ymere, Eva van Groenigen, beaamt dit. “Wij vervullen samen met de gemeente de rol van opdrachtgever. De projecten zijn gericht op complex- en buurtgerichte aanpak, op verbetering van de woonomgeving en begeleiding van kwetsbare bewoners.”
Huurschulden bestrijden
De Academie is gestart in 2008. In afgelopen zeven jaar is een groot aantal verschillende projecten gestart. Studenten worden bijvoorbeeld ingezet als personal coach van leerlingen en voor initiatieven op het gebied van beheer, buurtwerk en educatie. Een opvallende loot aan de stam is het Formulierencafé (zie kader), dat bewoners ondersteunt bij het invullen van formulieren en het aanpakken van schulden. In het verlengde daarvan bezoeken studenten samen met een incassomedewerker van Ymere bewoners met een huurschuld ook thuis. Van Groenigen: “We zijn ervan overtuigd dat daardoor uiteindelijk het aantal mensen met huurschuld zal dalen. Na verloop van tijd kunnen we echt meten of dit soort inspanningen effect heeft.”
Zover is het nog niet. Er is tot op heden eigenlijk nog weinig gedegen onderzoek gedaan naar het effect van de vele studentprojecten. Van Groenigen: “Daar zijn we natuurlijk heel benieuwd naar. Maar je kunt natuurlijk wel gewoon zien dat door een project als het Greenteam (zie kader) de buurt opknapt.”
Impactmeting
Alle Amsterdamse corporaties participeren in Academie van de Stad of VoorUit, het andere initiatief met studentenparticipatie in de wijk. Afhankelijk van het project betalen corporaties de projectkosten en - als een woning beschikbaar wordt gesteld - de huurderving. Volgens Van Groenigen behoren die kosten tot de kerntaak van de corporatie: de complex- en buurtgerichte aanpak. “De tijd van leuke kunstenaarsprojecten en talentontwikkeling is nu wel echt voorbij. Zelfbeheer van de bewoners heeft nu onze prioriteit.”
Op dit moment wordt gewerkt aan een impactmeting. De AvdS heeft hiervoor de hulp ingeroepen van adviesbureau Avance. Julius van Manen, projectleider Maatschappelijke Impact van de AvdS: “Samen met dat bureau hebben we een routekaart gemaakt waarin alle aspecten onder de loep worden genomen. Je kan het zien als een organogram: wie doet wat en wie bereiken we met welke projecten? We hebben ons in eerste instantie gericht op de studenten die in de wijken wonen en werken. Nu ligt de focus op het effect van de projecten op de wijk en zijn bewoners. Studenten worden de komende tijd getraind om evaluaties onder de bewoners uit te voeren. Dat wordt een vast onderdeel van de projectcyclus.”
VoorUit
Vergelijkbaar met de Academie van de Stad is het initiatief VoorUit. In het kader van dit participatieproject worden jaarlijks meer dan zeventig studenten in aandachtswijken gehuisvest om daar maatschappelijke taken te vervullen. Daarbij ligt de aandacht op ontmoeting, taal en talent en duurzaamheid. Belangrijk onderdeel is het contactgezin waarbij studenten wekelijks een vast gezin bezoeken.
In VoorUit participeren beide Amsterdamse universiteiten VU en de UvA. Vier jaar geleden dreigde door subsidie-stops het doek te vallen. Maar inmiddels is volgens projectleider Communicatie Aldert de Boer het tij gekeerd. “We zijn de komende jaren financieel gedekt door bijdragen van de universiteiten, fondsen en de woningcorporaties. Nu zijn we nog voornamelijk actief in West en Nieuw-West, maar we willen ook projecten gaan opzetten in Noord en Zuidoost.”
Projectleider Onderzoek en Beleid Annika Hagg begon zelf jaren terug als student bij VoorUit en is na haar afstuderen bij de organisatie in dienst getreden. VoorUit onderzoekt momenteel hoe de effectiviteit van de projecten gemeten kan worden. Hagg: “Dat is lastig, omdat je dat op heel veel verschillende niveaus kan doen en onze projecten heel divers zijn.” Om meer inzicht te krijgen in het effect op de leefbaarheid, wordt in Molenwijk in Noord en in Slotermeer-West, waar nieuwe projecten zijn gestart of nog gaan starten, bij wijze van pilot een nulmeting gehouden onder de bewoners. Hagg: “We gaan dan huis-aan-huis bij de bewoners vragen hoe zij hun wijk ervaren. Dit doen we in samenwerking met corporaties en stadsdeel door bijvoorbeeld elementen van de Veiligheids- en Buurtmonitor in te zetten.”
Buurthuiskamers
Een van de opdrachten voor de nieuwe studenten in Slotermeer-West is om de bewoners te ondersteunen die daar een buurthuiskamer runnen. Corporatie Rochdale nam hiertoe het initiatief, in samenwerking met Eigen Haard en het stadsdeel. Medewerker Sociaal Beheer van Rochdale, Redley Jakoba, is blij met de komst van nog meer studenten. “In een ander deel van Slotermeer hebben studenten van VoorUit onlangs zelf een buurthuiskamer opgezet. Dat loopt als een trein. We hebben onlangs om de tafel gezeten met de studenten die de buurthuiskamer in de Lodewijk van Deysselbuurt gaan ondersteunen en het enthousiasme spat er vanaf. Ze hebben vernieuwende en verfrissende ideeën. Dat kunnen de bewoners in die buurt goed gebruiken.”
Door uitgestelde renovatie en andere perikelen is de buurt in het slop geraakt. Jakoba: “Daarom blijft dit voor ons een aandachtswijk en willen we extra investeren in sociaal en fysiek beheer. Het is misschien niet meer de corebusiness van corporaties om buurthuiskamers op te zetten, maar wij investeren graag in het beschikbaar stellen van woningen voor studenten en de ruimte waar de activiteiten plaatsvinden. Wij hebben er alle vertrouwen in dat dit project van VoorUit een positief effect heeft op de wijk.”
Vera Ribbens, student Ontwikkelingsstudies, helpt samen met collega-student Lucia en vrijwilligers van maatschappelijke organisatie Doras bewoners met hun administratie. Dat doet ze in het Formulierencafé van de AvdS dat wekelijks op maandagochtend wordt gehouden. Ribbens doet dit inmiddels bijna twee jaar en heeft een flinke dosis ervaring. “Mensen die bij ons komen zijn meestal doorverwezen door Ymere, Doras of de buurvrouw. Vaak lopen ze hopeloos achter met hun administratie en zitten daardoor diep in de schulden. In het begin vond ik het wel moeilijk en was ik bang voor al die probleemgevallen, maar ik was er snel aan gewend en vind het inmiddels superleuk om te doen.” De bezoekers wordt als eerste geleerd de stapels papieren te ordenen op datum en afzender. Ribbens: “Vervolgens gaan we samen rond de tafel en maken een schuldenoverzicht en een betaalplan. De meeste mensen die hier komen zijn in paniek, maar zodra ze resultaat zien, is dat over en uiteindelijk krijgen ze er routine in. Wat lastig blijft, zijn mensen die slecht Nederlands spreken en vooral slecht kunnen lezen. En heel frustrerend zijn de mensen die torenhoge schulden hebben, maar weigeren het probleem serieus te nemen. Dat zijn er gelukkig niet veel. Ik weet zeker dat dit soort zaken effect sorteert. Veel mensen kunnen uiteindelijk zelf hun administratie bijhouden en blijven uit de schulden. Dat betekent niet dat ze nooit meer langskomen, want voor veel mensen is het Formulierencafé ook een plek om een kop koffie te drinken en gezellig samen een envelop open te maken.” |
Koen van der Meulen is bijna klaar met zijn studie Maatschappelijk Werk en Dienstverlening aan de HvA. Volgend jaar start hij bij de UvA met een master Sociologie. Sinds een half jaar woont hij in de Van der Pekbuurt en is hij coördinator van het Greenteam van de AvdS. Van der Meulen: “Samen met bewoners knappen we de achtertuintjes op van bewoners die dat zelf niet kunnen. Verder heb ik onder meer het beheer over de boombakken die bewoners kunnen adopteren en die ze vervolgens zelf onderhouden.” Het Greenteam is inmiddels drie jaar actief in de buurt en volgens de student heeft dit een zichtbaar positief effect op de leefomgeving. Van der Meulen: “En naast die fysieke verbetering zie je ook dat de sociale cohesie tussen de buurtbewoners toeneemt. Zo hebben we onlangs de achtertuin van een oudere Marokkaanse man opgeknapt die zich nogal afsloot van de andere bewoners. Nu heeft hij contact met zijn buurtgenoten. Het is heel leuk om te zien hoe verschillende bevolkingsgroepen door deze projecten dichter tot elkaar komen. Voor mijzelf is het ook heel prettig. In andere buurten kende ik bijna niemand, maar hier ken ik inmiddels heel veel mensen en voel ik me ook veel meer betrokken bij de buurt.” |