Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Wel toename tevredenheid in buurten wijkaanpak: geen onvoldoendes meer als totaaloordeel voor de buurt
Verbetering leefbaarheid stagneert na jaren groei
Leefbaarheidsonderzoek WiA2011Amsterdammers zijn nog altijd behoorlijk tevreden over hun buurt. Dat blijkt uit het onderzoek Wonen in Amsterdam 2011 (WiA). Bewoners geven hun buurt gemiddeld een rapportcijfer van 7,3. Maar de stijgende lijn van de afgelopen jaren wordt niet voortgezet. Wel is de tevredenheid toegenomen in de buurten van de wijkaanpak. En – voor het eerst in tien jaar WiA – er is geen buurt met een onvoldoende meer als totaaloordeel voor de buurt.. 
WiA – Zo zit het

WiA – Zo zit het

Sinds 1995 wordt tweejaarlijks het onderzoek Wonen in Amsterdam (WiA) gehouden. Dat geeft een beeld van de ontwikkeling van de woningvoorraad, het inkomen van de Amsterdammers, hun tevredenheid met hun woning en woonomgeving, en hun verhuis- en woonwensen. Wonen in Amsterdam wordt uitgevoerd in opdracht van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties, de dienst Wonen, Zorg en Samenleven en de stadsdelen. Vanaf 2001 zijn vragen opgenomen over de leefbaarheid – over schoon, heel, veilig en ‘prettig samenleven’.

In 2011 werkten bijna 18.000 Amsterdammers mee; daarmee zijn de gegevens tot op buurtniveau betrouwbaar.

Dit artikel is een verkorte weergave van het factsheet ‘Leefbaarheid’ dat deze maand verschijnt. Alle factsheets en rapportages over Wonen in Amsterdam te downloaden vanaf het moment dat ze verschijnen via de sites van de AFWC en die van de dienst Wonen, Zorg en Samenleven.

Al sinds 2001 zien we van jaar op jaar een toenemende tevredenheid van Amsterdammers over hun buurt. Het rapportcijfer over de buurt (totaaloordeel) is toegenomen van 6,9 in 2001 naar 7,3 in 2009. In 2011 is een einde gekomen aan die trend. Het totaaloordeel bleef 7,3. Ook voor heel Nederland stagneerde de verbetering van de leefbaarheid tussen 2008 en 2010 overigens, zo blijkt uit de landelijke leefbarometer (www.leefbarometer.nl). Hetzelfde landelijke onderzoek (Leefbaarheid in Balans van RIGO en Atlas voor gemeenten in opdracht van het Ministerie van BZK/WWI) constateert een samenhang tussen leefbaarheid en economische ontwikkeling. De periode tot 2008 kenmerkt zich door een economische opgang en stijgende tevredenheid van bewoners over hun buurt. Het vorige WiA-onderzoek dateert van voorjaar 2009. De effecten van de crisis waren toen nog nauwelijks merkbaar. Dat is in 2011 wel anders. Zo bezien valt het nog mee dat het gemiddelde rapportcijfer gelijk is gebleven.

Stijgende tevredenheid over de buurt in Nieuw-West en West

Voor Amsterdam als geheel is het totaaloordeel over de buurt tussen 2009 en 2011 dus niet veranderd. Hetzelfde geldt voor de stadsdelen Centrum en Zuid. Deze stadsdelen lijken met gemiddelde rapportcijfers rond een 8, hun top wel zo’n beetje te hebben bereikt. De sterkste stijging tussen 2009 en 2011 zien we in West (van 7,2 naar 7,4) en Nieuw-West (van 6,6 naar 6,8). De effecten van de stedelijke vernieuwing en wijkaanpak zijn hier duidelijk merkbaar. Ook landelijk blijkt dat de veertig Vogelaarwijken zich positiever hebben ontwikkeld dan het Nederlandse gemiddelde.

Noord is het enige stadsdeel waar bewoners in 2011 gemiddeld minder tevreden zijn over de buurt dan in 2009. Ook over de afgelopen tien jaar is Noord het enige stadsdeel met een dalende tevredenheid. Wel zijn bewoners van Noord positiever over de ontwikkeling in de komende jaren dan in 2009. Hetzelfde geldt voor Oost en Nieuw-West. Ondanks de stagnatie in de stedelijke vernieuwing van het laatste stadsdeel, blijven de bewoners blijkbaar positief over de toekomst van de buurt.

WiA 2011 Tabellen

Straatvuil en  criminaliteit

Amsterdammers ergeren zich evenals in voorgaande jaren het meest aan straatvuil. Voor ‘Overlast door vervuiling’ geven ze in ieder geval het laagste cijfer: 6,1 (een hoog rapportcijfer betekent weinig overlast). Maar liefst 36 buurten scoren onvoldoende op de overlast door vervuiling. In IJplein/Vogelbuurt en Volewijck hebben bewoners het meeste last van vervuiling (rapportcijfer 4,7). Bovendien is de tevredenheid over het schoonhouden van straten en stoepen er het sterkst afgenomen van de gehele stad. In IJplein/Vogelbuurt is het rapportcijfer voor schoonhouden gedaald van een 6,0 naar een 5,0 en in Volewijck van een 5,8 naar een 4,9. Ook in andere buurten in stadsdeel Noord is de overlast van vervuiling toegenomen, mede doordat het (grof)vuil minder vaak wordt opgehaald. In de meeste stadsdelen wordt het grofvuil wekelijks opgehaald, in Noord maandelijks. In veel buurten in stadsdeel Oost is de tevredenheid over het schoonhouden van straten en stoepen juist toegenomen (zie kaart 2 en kader Transvaalbuurt).

Tabel overlastaspecten

Amsterdammers ondervinden na vervuiling de meeste overlast van criminaliteit (6,5), parkeren (6,6), verkeerslawaai (6,8), andere groepen mensen (6,8) en buren (7,2). Opmerkelijk is dat de beleefde overlast van criminaliteit sterk is gestegen tussen 2009 en 2011, terwijl uit de veiligheidsindex blijkt dat de geregistreerde criminaliteit niet is toegenomen. Het gemiddelde rapportcijfer in Amsterdam daalde hier van 6,9 naar 6,5. De toename van de ondervonden overlast van criminaliteit treedt op in grote delen van de stad, maar is het sterkst in Bosleeuw (rapportcijfer van 6,9 naar 5,6), Banne Buiksloot/Buiksloterham (van 7,1 naar 5,9) en Landlust-Zuid (van 6,3 naar 5,2). De laatste buurt kent bovendien in 2011 de grootste overlast van criminaliteit van de gehele stad.

Kaart 1 en Kaart 2

Kaart 1 en 2: In grote delen van stadsdeel Noord zijn bewoners ontevreden over de vuile straten en stoepen. Bovendien is het rapportcijfer daarover in Noord in twee jaar tijd het sterkst afgenomen van de gehele stad. In veel buurten in Oost is de tevredenheid van bewoners juist significant toegenomen.
 
Kaart 3 en kaart 4
 
Kaart 3 en 4: In grote delen van stadsdeel Noord zijn bewoners ontevreden over de vuile straten en stoepen. Bovendien is het rapportcijfer daarover in Noord in twee jaar tijd het sterkst afgenomen van de gehele stad. In veel buurten in Oost is de tevredenheid van bewoners juist significant toegenomen.

 

Kaart 5 Kaart 6

Kaart 5: Geen enkele buurt scoort meer onvoldoende. De bewoners van de Grachtengordel en Zuid zijn nog altijd zeer tevreden over hun buurt. In Overtoomse Veld, lang de hekkensluiter met een onvoldoende, is de tevredenheid het sterkste toegenomen.

 

Kaart 6: Tien jaar leefbaarheidsonderzoek: de sterkste stijging van de bewonersoordelen vinden we rond het centrum, en dan vooral aan de westkant. Het is mede aan de stedelijke vernieuwing te danken dat deze ontwikkeling zich ook buiten de Ring doorzet. In flinke delen van Noord zijn de bewoners daarentegen minder tevreden over hun buurt geworden.

 

Geen enkele buurt scoort meer onvoldoende

Als we kijken naar het totaaloordeel over de buurt dan halen de buurtcombinaties Landelijk Noord en Grachtengordel-West het hoogste rapportcijfer (8,4), gevolgd door de Grachtengordel-Zuid, Jordaan, Museumkwartier/Duivelseiland en Haarlemmerbuurt (allen 8,3). Onderaan de ranglijst staan de aan elkaar grenzende buurten Kolenkit (6,0), Overtoomse Veld (6,2) en Bosleeuw (6,2).

Dat betekent dat geen enkele buurt nog lager dan een 6 scoort, een mijlpaal. In 2011 is er dus geen enkele Amsterdamse buurtcombinatie meer die van de eigen bewoners een onvoldoende krijgt als totaaloordeel voor de buurt, terwijl dat in 2001 nog voor veertien buurten gold. De tevredenheid van de bewoners is er dan ook in grote delen van de stad fors op vooruit gegaan.

Verandering buurtwaardering tussen 2009 en 2011

De tevredenheid over de buurt is tussen 2009 en 2011 het meest afgenomen in de Burgwallen Nieuwe Zijde (van 7,6 naar 7,1 - zie kader). Van jaar tot jaar treden er ruimtelijke verschuivingen op in concentraties van leefbaarheidsproblemen. De status van ‘hot spot’ of ‘probleembuurt’ is gelukkig geen permanent gegeven. Integendeel, de buurtwaardering is in de meeste hot spots juist sterker toegenomen dan het Amsterdamse gemiddelde.

De sterkste stijger is Overtoomse Veld, waardoor de buurt voor het eerst sinds jaren niet meer als laagste van geheel Amsterdam scoort. De stedelijke vernieuwing en wijkaanpak werpen duidelijk hun vruchten af. In deze buurt was de  woningcorporatie Far West zeer actief. Ook in andere ‘wijkaanpakbuurten’ is de tevredenheid erop vooruitgegaan. Zo hebben de investeringen van corporaties en stadsdeel in de Transvaalbuurt geresulteerd in een hoger rapportcijfer (van 6,5 naar 6,9).

Bosleeuw en andere delen van Landlust lijken daarbij de laatste jaren wat achter te blijven. Zoals we al hebben gezien is daar de overlast door criminaliteit sterk toegenomen. Tegelijkertijd is juist in Landlust de tevredenheid in de voorafgaande periode tussen 2001 en 2009 zeer sterk toegenomen.

Tien jaar ontwikkeling in leefbaarheid

Met Wonen in Amsterdam kunnen we inmiddels de ontwikkeling van de afgelopen tien jaar in beeld brengen. Als we kijken naar de ontwikkeling van het totaaloordeel tussen 2001 en 2011, dan valt een aantal zaken op. We zien een toenemende tevredenheid in de gebieden rond het Centrum. Deze gebieden breiden zich steeds verder uit van de Negentiende-eeuwse Gordel naar de Ring ’20–‘40, vooral aan de westkant van de stad. Deze toename van tevredenheid is niet alleen het gevolg van autonome ‘gentrification’. Het is aannemelijk dat de investeringen van woningcorporaties en gemeente in stedelijke vernieuwing en wijkaanpak leiden tot grotere tevredenheid over de buurt. Dat hebben wij bijvoorbeeld aan het begin van deze eeuw gezien in de Bijlmermeer, maar inmiddels zijn de positieve effecten ook te zien ten westen van de Ring A10. Overtoomse Veld en Kolenkit zijn daarvan duidelijke voorbeelden. Ook in het Zuidwestkwadrant en De Punt (in Osdorp) zien we een toenemende tevredenheid. Het is mede aan de stedelijke vernieuwing te danken dat deze ontwikkeling doorzet, zowel binnen als buiten de Ring A10. Alleen in Noord lijkt deze toenemende tevredenheid (met uitzondering van Nieuwendam-Noord) nog niet echt door te zetten.

De komende jaren vertraagt de stedelijke vernieuwing en wordt bezuinigd op de wijkaanpak. Tegelijkertijd heeft de crisis negatieve gevolgen voor de sociaal-economische status van bewoners. Veel buurten hebben intussen te maken met forse problemen wat betreft overlast van vervuiling en criminaliteit. Een gezamenlijke inzet op leefbaarheid en veiligheid blijft daarom essentieel. Bezuinigen op één van deze onderwerpen blijkt contraproductief. Als er minder wordt geveegd en het vuil minder vaak wordt opgehaald, neemt de verloedering toe. Het is dus essentieel de inzet op de gebieden ‘schoon’, ‘heel’ en ‘veilig’ op peil te houden. 

Jeroen van der Veer

Senior beleidsadviseur AFWC

 

 

Thema