Zaanstad als afvoerputje?
In 1995 In 1995 begonnen zestien Noord-Hollandse gemeenten en de betrokken corporaties met een gemeenschappelijke pool van sociale huurwoningen. Sinds de komst van WoningNet in 2000 is de regionale markt voor corporatiewoningen een realiteit. Amsterdammers kunnen meedingen naar vrijkomende huurwoningen in bijvoorbeeld Wormerveer en vice versa.
Vanaf de start sluimert in regiogemeenten de angst te worden overspoeld door Amsterdammers. Dat heeft geleid tot een flinke ‘lokale beleidsruimte’, die gemeenten benutten voor voorrangsregelingen voor eigen bewoners.
Al enige tijd speelt in Zaanstad een discussie over het ook optrekken van een ‘hekje’ rond deze gemeente. De stad vreest ‘het afvoerputje’ van de regio te worden, zeker nu Europese regels corporaties verplichten 90 procent van hun woningen aan lage inkomens te verhuren. Wethouder Jeroen Olthof op een recente corporatiebijeenkomst: “Zaanstad heeft altijd ruimhartig zijn verantwoordelijkheid genomen om sociale huurders te huisvesten. Maar als gemeenten als Purmerend wel beperkingen blijven stellen, zijn wij genoodzaakt ook hekjes te plaatsen.”
De Zaanse politiek is bevreesd voor een grotere toestroom van lagere inkomens uit Amsterdam. Dan gaat het om een groter beroep op de bijstand en leefbaarheidskwesties. Die zorg is versterkt door het RIGO-rapport ‘De woningmarkt in Zaanstad’. Daarin wordt op basis van het onderzoek WoOn 2009 geconcludeerd dat het aandeel lage inkomens al sterk is gestegen, vooral in de wijk Poelenburg. Wethouder Olthof wil daar de instroom van huishoudens met een laag inkomen vanuit andere gemeenten indammen. Rotterdam heeft dat bijvoorbeeld eerder in bepaalde wijken gedaan via de ‘Rotterdamwet’.
De Zaanse corporaties zijn tegen hekjes. Want die roepen weer reacties op van andere gemeenten, en dan is het hek van de dam. Uit eigen onderzoek concluderen zij bovendien dat tot dusver geen sprake is van een onevenredige instroom van Amsterdammers. In absolute zin trekt Zaanstad weliswaar de meeste Amsterdammers én de meeste Amsterdammers met een laag inkomen, maar dat komt doordat Zaanstad na Amsterdam de grootste sociale huursector heeft (40%). Verhoudingsgewijs zou de instroom zich nauwelijks onderscheiden van die in andere gemeenten. In Amstelveen bijvoorbeeld worden relatief meer woningen aan Amsterdammers verhuurd dan in Zaanstad, ook aan lagere inkomensgroepen. De corporaties wijzen er bovendien op dat er meer kopers dan lagere inkomens uit Amsterdam naar Zaanstad verhuizen.
Zie ook: Jeroen Olthof: "Onderscheid in WWS-punten onbegrijpelijk" (NUL20, 21 juni 2011)