Overslaan en naar de inhoud gaan

Laatste offensief verhuurders tegen verhoging overdrachtsbelasting

Image

Eind oktober wordt het nieuwe belastingplan in de Tweede Kamer behandeld. Onderdeel daarvan is een wijziging in de overdrachtsbelasting: voor starters gaat die naar 0 procent, voor beleggers gaat die naar 8 procent, voor de overige particuliere woningkopers blijft die 2 procent. De maatregel is bedoeld om de kansen voor starters te vergroten en om buy-to-let af te remmen. Maar de grote woningeigenaren wijzen op andere - ongewenste - effecten en roepen Kamerleden op tot uitstel.
Zo vreest de IVBN, de vereniging van institutionele beleggers, dat als gevolg van de belastingmaatregel meer dan 1 miljard aan belegd vermogen van de pensioenfondsen zal verdampen. Hogere overdrachtsbelasting gaat immers - op de balans - ten koste van de woningwaarde. Bovendien zou daardoor het realiseren van betaalbare nieuwbouw nog moeilijker worden omdat projecten 'niet meer rond te rekenen' zijn. Overigens is de woningwaarde de afgelopen jaren door marktontwikkelingen enorm toegenomen.

Die waardevermindering treft ook het woningbezit van woningcorporaties. Volgens een eerder rekensommetje van Capital Value zal mogelijk 5,5 procent van de opgebouwde balanswaarde verdampen; het totale corporatiebezit wordt dan zo’n 16 miljard minder waard. Directeur Egbert de Vries van de AFWC wijst nog op een ander probleem: "Het wordt lastiger voor corporaties om pakketten sociale huurwoningen aan elkaar over te dragen. Dat belast de fiscus straks met 6 procent extra." Hij wijst er op dat corporaties woningportefeuilles aan elkaar verkopen omdat de overheid wil dat ze zich concentreren in één regio. Maar er zijn ook andere redenen waarom corporaties woningpakketten aan elkaar verkopen, bijvoorbeeld omdat ze zich juist wel of niet willen concentreren op jongeren- dan wel seniorenhuisvesting of omdat ze in financiële problemen zitten. De Vries: "Het grote probleem is dat de overheid enerzijds woningcorporaties maar gelijk blijft behandelen als commerciële partijen, terwijl met die splitsing in DAEB (sociale huur) en Niet-DAEB (commerciële tak) van het corporatiebezit juist wel dat onderscheid is gemaakt."