De huisbewaardersregeling |
Een belangrijke categorie onderverhuurders zijn stellen die gaan samenwonen en beide woningen aanhouden. Je kunt immers niet weten. Sinds drie jaar mag je gedurende 1 jaar tijd legaal doorverhuren om te kijken of het samenwonen bevalt. Een vergelijkbare regeling (voor maximaal 2 jaar) is er voor huurders die langere tijd in het buitenland verblijven en huurders die (mogelijk) tijdelijk in een verzorgingstehuis of een penitentiaire inrichting verblijven. Inmiddels zijn achthonderd aanvragen in het kader van deze huisbewaardersregeling gehonoreerd. |
Voor lieden die op illegale wijze geld willen verdienen is de woningschaarste in Amsterdam een goudmijn. De vraag is groot en met name buitenlanders zijn bereid hoge bedragen neer te tellen voor een dak boven hun hoofd. Naast professionele woonfraude is sprake van illegale onderhuur op individuele basis, waarbij woningen met een normale huur voor veel grotere bedragen worden doorverhuurd aan mensen die omhoog zitten. Soms per kamer. Dat stelt de rechtmatige bewoner in staat om van het gemakkelijk verdiende geld bijvoorbeeld een leuke wereldreis te maken. Niet voor niets heeft het college de bestrijding van woonfraude nadrukkelijk in het programakkoord opgenomen en hiervoor structureel 2 ton per jaar extra uitgetrokken. Het grotere budget wordt onder meer gebruikt om vaker dwangsommen op te kunnen leggen. Dat is meer en meer in de plaats gekomen van vorderen en ontruimen, wat veel tijd vergt en geen eigenlijke taak van de gemeente is. Inmiddels factureerde de gemeente al voor een kleine vier ton aan dwangsommen. Als die betaald worden, is de investering ruimschoots terugverdiend. In een tijd van bezuinigingen kreeg de Dienst Wonen er dus formatieplaatsen bij, ook om meer huisbezoeken af te kunnen leggen en beter te controleren bij ‘onverklaarde leegstand’. Maar voldoet het?
In 2006 zijn 1500 illegaal verhuurde corporatiewoningen vrijgekomen |
Norbert Klaversma, het nieuwe hoofd van Bureau Zoeklicht, heeft er veertien jaar welzijnswerk opzitten en spreekt aanvankelijk in termen van “primair bouwen aan voorwaarden voor mensen”. Maar over de kern van de zaak laat hij geen misverstand bestaan: “Mensen die frauderen weten wat ze doen. Zoeklicht is er om bij te dragen aan rechtmatige bewoning, met alle middelen die tot onze beschikking staan. Zoeklicht zorgt tegelijk voor betere buurten. In een straat waar jarenlang rommelige lappen voor de stoffige ramen hangen, is het niet leuk wonen. Als daar legale huurders zitten, met normale gordijnen, vergroot je de betrokkenheid van andere bewoners met hun buurt.”
Al geruime tijd werkt Zoeklicht met buurtprojecten, bestandsvergelijkingen en het Meldpunt Woonfraude, goed voor honderden tips. Die onderzoeken en meldingen leiden weer tot dossiervorming en uiteindelijk tot het vrijmaken van illegaal verhuurde woningen. Daarnaast vinden zogenaamde themaonderzoeken plaats. Afzonderlijk ingeschreven bewoners die trouwen, bijvoorbeeld, zouden een woning vrij moeten maken. Soms gebeurt dat niet, wat een indicatie van mogelijke doorverhuur is. “Verder gaan we naast de corporatiewoningen de rest van de particuliere huurmarkt strenger aanpakken”, vervolgt hij. Klaversma is van mening dat het opsporingsapparaat er nu goed voorstaat. Maar als een medewerker na een bestandsvergelijking vervolgens honderden adressen handmatig moet vergelijken, gaat dat niet erg snel. In die zin zou meer capaciteit zich dus wel degelijk uitbetalen. Wat het handhaven betreft, wordt een flink deel van het werk natuurlijk gedaan door de corporaties.
“Dit najaar staan er weer twee expertmeetings over woonfraude op de rol. Dat zijn goede momenten om eventuele blinde vlekken in kaart te brengen”, besluit Klaversma.
Wetgeving om door te bijten
Willy-Anne van der Heijden, hoofd Vergunningen en Handhaving van de Dienst Wonen verheugt zich over de toegenomen betrokkenheid van corporaties. “We zien dat ze de laatste jaren zelf steeds intensiever speuren en handhaven. In 2006 zijn 1500 corporatiewoningen vrijgekomen. Daar hebben ze natuurlijk direct belang bij. Het komt de leefbaarheid ten goede en de huurprijs van vrijkomende woningen kan worden geharmoniseerd.” Voor de slechte verstaander: harmoniseren is huur verhogen. Woningen kunnen soms ook worden verkocht, wat de corporatie ook extra geld oplevert. “De stadsdelen hebben trouwens met het oog op leefbaarheid eveneens een groot belang bij het tegengaan van woonfraude”, gaat Van der Heijden verder.
“Huisvesting Oost-Europeanen vergelijkbaar met vroegere gastarbeiders” |
Corporaties doen meer en gebruiken daarvoor steeds nieuwe instrumenten. “Het digitaal inzicht neemt toe. Wie zich inschrijft bij een stadsdeel of corporatie moet zich legitimeren. Binnenkort willen we voor die inschrijving met één digitaal formulier werken. Corporaties checken dan alle persoonlijke gegevens en geven die ook elektronisch door aan de Dienst Wonen en de Dienst Persoonsgegevens. Dat bespaart de bewoner tijd en biedt de gemeentelijke diensten een beter overzicht.”
Aanpak woonfraude |
Om woonfraude aan te pakken worden voortdurend nieuwe instrumenten uitgeprobeerd en geïntroduceerd. Een overzicht:
|
Ondertussen blijft de Dienst Wonen zelf ook huisbezoeken afleggen. Steeds op andere tijdstippen. “Als er niemand is, schuiven we na twee, drie bezoeken meteen een brief door de deur en starten we een procedure”, verklaart ze. De tijd van lankmoedigheid is voorbij. Voor het omdraaien van de bewijslast, waarbij een bewoner moet kunnen aangeven dat hij (of zij) recht heeft op de woning, vindt ze het echter nog te vroeg.
Wat wel heel erg zou helpen, vindt ze, is de mogelijkheid van het opleggen van een bestuurlijke boete. Minister Vogelaar heeft aangegeven dat ze begrijpt dat met name de G4 hier grote behoefte aan hebben. Van der Heijden: “Als we de Wet BIBOB mogen gebruiken, worden onze mogelijkheden ruimer. Maar ook de Huisvestingswet en de Wet Economische Delicten moeten we uitbreiden, zodat woningbemiddelaars er onder vallen en de strafmaat wordt verzwaard. Misschien kan het deels via de Gemeentewet.”
Maar dat kan nog wel even duren. Van der Heijden verwacht ondertussen veel van goede voorlichting, met name aan studenten. “Met het nu snel toenemende aanbod aan specifieke studentenwoningen zou het mogelijk moeten zijn illegale situaties te vermijden.” Wat de naar verluidt duizenden Oost-Europeanen doen, die hier natuurlijk geen rechten en kansen hebben, weet ze niet. “Je komt ze wel tegen, maar precieze aantallen hebben we niet. Dat probleem zijn we in kaart aan het brengen. Een mogelijke maatregel zou het tijdelijk gebruiken van voormalige AZC’s kunnen zijn. Maar wij werken met meldingen, we kunnen niet zomaar de stad gaan uitkammen.”
Permanente strijd
Van de Amsterdamse corporaties is de AWV een van de actiefste bij het bestrijden van woonfraude. Algemeen directeur Gerard Anderiesen blijft niettemin realistisch: “Ondanks onze inzet zijn we toch altijd wel met zes- à zevenhonderd dossiers van verdachte gevallen bezig. In een stad als Amsterdam komt door de omstandigheden veel woonfraude voor, dat los je niet in één keer op. Ik zie het als een permanente strijd. Regels en overtredingen horen bij elkaar. Zo lang wij onze woningen onder de marktprijs verhuren zal het interessant zijn ze illegaal onder te verhuren.”
De belangrijkste reden om zo actief te bestrijden is een eerlijke verdeling van woonruimte, zegt hij. “Als je dat niet doet, neemt de woonfraude toe en wordt het verdelingssysteem ondergraven. Ja, door het aanpakken van illegale verhuur komen woningen vrij waarvan we de huur kunnen harmoniseren. Maar dat is geen hoofdmotief. Je kunt met die woningen vaak meer doelgroepen helpen.”
Net als andere corporaties neemt de AWV deel in Zoeklicht met buurtacties en bestandvergelijkingen. “Maar dat is aanvullend. We gaan daarnaast altijd en continu zelf alle signalen na.”
Ondertussen lijkt het dus soms dweilen met de kraan open. “Maar als we voor studentenhuisvesting zorgen, is er alvast één categorie minder voor de illegale markt.”
Dat er daarnaast veel Oost-Europeanen naar Amsterdam komen is Anderiesen zeker niet ontgaan. “Als ik kijk naar al die Poolse kentekens hier bij de bouwplaatsen vraag ik me wel af waar die mensen zijn ondergebracht ja. Ik heb dat al eens bij de gemeente aangekaart, waar het probleem nog niet bekend bleek te zijn. Het ligt voor de hand dat we op niet al te lange termijn moeten nadenken over extra tijdelijke voorzieningen. Als mensen eerst maar eens een entree in de stad hebben, kunnen ze van daaruit verder zoeken.”
“Blijf sociaal”
Abdel Karim was lange tijd een van degenen die illegaal verhuurde woningen weer leeg kreeg voor de AWV. ‘De schrik van onder(ver)hurend Amsterdam’ noemde Het Parool hem eens. Inmiddels heeft hij met een andere ervaren collega een zelfstandig adviesbureau opgericht: Dikaion (Grieks voor rechtvaardigheid).
Ondanks zijn reputatie van ‘onderhuurdersjager’ staat hij juist een menselijke aanpak voor: “De essentie van mijn aanpak is dat je woonfraudeurs altijd op een sociale manier benadert, ze probeert te begrijpen. Soms is bijvoorbeeld sprake van een verslavingsprobleem. Ik praat, leg uit, maar ben wel duidelijk. Dat werkt. Om aan onrechtmatige bewoning een eind te maken is een intimiderende machobenadering dus helemaal niet nodig.”
Dikaion heeft rechtstreeks contact met gemeenten, corporaties en met VROM en verzorgt ook trainingen. Karim: “Wij willen tegelijk met het aanpakken van illegale verhuur ook steeds blijven kijken naar oplossingen voor de oorzaken. Creëer kansen voor starters en studenten, pas huurliberalisering praktisch toe, maak permanente bewoning van recreatiewoningen voor 65-plussers legaal, waardoor hun andere woning vrijkomt. Als je die oplossingen namelijk niet zoekt, blijf je bezig en gaan ontruimde mensen van onderhuur naar onderhuur.”
De situatie van de Oost-Europeanen – die hij regelmatig tegenkomt – gaat hem aan het hart. “Het doet me denken aan de gastarbeiders van vroeger, die toen ook niet goed zijn opgevangen. Geen goede huizen, geen taallessen. Volgens mij zijn veel problemen met daarop volgende generaties daaraan toe te schrijven. Laten we die fout niet nog eens maken, want geloof me, die Bulgaren en Roemenen en Polen gaan niet allemaal weer terug. De eerste kinderen gaan hier al naar school. Dus: investeer nu, dan ben je later goedkoper uit.”
Bas Donker van Heel