Amsterdam biedt ontwikkelaars meer financiële ruimte om de bouw van middeldure huurwoningen weer op gang te helpen. Wethouder Reinier van Dantzig laat de maximum huurprijzen aansluiten bij nieuwe wetgeving die op 1 juli is ingegaan: "Ik wil de bouw weer aanjagen. Door aan te sluiten bij de huurprijzen uit de Wet Betaalbare Huur, bieden we meer financiële ruimte aan ontwikkelaars om woningen te bouwen én komen we ontwikkelaars tegemoet om in dit betaalbare segment te blijven bouwen. Dat is heel hard nodig".
In 2012, midden in de bouwcrisis, startte de gemeente Amsterdam als eerste Nederlandse gemeente met een beleid om middeldure huurwoningen te bouwen, naast de segmenten sociaal en vrije sector. De eerste tender voor een woontoren met middeldure huurwoningen werd in 2013 in de markt gezet, in het Amstelkwartier. Bij alle tenders sindsdien zijn maximum en gemiddelde huurprijzen opgenomen plus een minimumtermijn (van 10 tot 25 jaar) waarvoor de gereguleerde huren gelden.
Bouw ingestort
In 2023 werden slechts 314 middeldure huurwoningen in aanbouw genomen, een absoluut dieptepunt na jaren van hoge aantallen. Gestegen rente en bouwkosten in combinatie met (dreiging van) meer overheidsregulering waren daar debet aan. Nu de rente is gestabiliseerd en Wet betaalbare huur is aangenomen is de verwachting dat de bouw weer aantrekt. De ontwikkelaars kunnen in ieder geval weer rekenen.
Wat betekent het nieuwe beleid?
Met de nieuwe wet is er nu in Nederland voor het eerst een wettelijke categorie gereguleerde middenhuur. Amsterdam conformeert zich nu bij aan. Dat past bij het eerdere besluit van Van Dantzig om bovenwettelijke lokale regels te schrappen: "In Amsterdam is gewoon goed, voortaan goed genoeg", aldus de wethouder eerder.
De nieuwe wet geeft de mogelijkheid bij nieuwbouw een opslag van 10 procent te geven op de wettelijke maximale middenhuur volgens het puntenstelsel. De maximale huurprijs wordt daarmee dit jaar 1.274 euro (186 punten); de gemiddelde huur per project maximaal 1.175 euro. Deze wettelijke opslag is een tijdelijke maatregel tot 2028.
De tijdelijke overgangsmaatregel is alleen van toepassing op projecten waar voor 1 juli 2024 geen erfpachtovereenkomst (bij gemeentegrond) tot stand is gekomen én geen anterieure overeenkomst (bij 'eigen grond'). De maatregel geldt voor projecten die voor 1 januari 2028 zijn gestart met de bouw. De nieuwbouwopslag geldt overigens 20 jaar vanaf datum van ingebruikname, ook bij huurderswissel.