Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Uitbreiding in de maak van passantenpensions voor ‘economische daklozen’
Doorstroming naar reguliere huisvesting stagneert

Ze zijn weer vaker in het straatbeeld: mensen die in een slaapzak in een Amsterdamse portiek liggen. Volgens recente CBS-cijfers zijn er in zes jaar tijd 13.000 dak- en thuislozen in Nederland bijgekomen. Ruim 10.000 - ongeveer een derde van alle daklozen - verblijft in Amsterdam. Vooral het aantal economische dak- en thuislozen groeit flink. De doorstroming naar reguliere huisvesting stagneert.

Uitstroom uit Maatschappelijke opvang

Totaal overzicht huisvesting doelgroepen 2016

Amsterdam onderscheidt naast de stadsvernieuwingsurgenten nog een reeks andere doelgroepen die via een speciale maatregelen worden gehuisvest. Daar hoort bij iedereen die uit de ‘Maatschappelijke Opvang (MO), Beschermd Wonen of een woonleerwerktraject uitstroomt naar een woning met begeleiding . Dit jaar waren dat er tot 1 oktober zo’n 300: volwassenen (250), jongeren tot 23 (15x) en jonge moeders (22x).
Bron: Dienst Wonen

De groep ‘economische dak- en thuislozen’ bestaat vooral uit autochtone 50-plussers en mensen met een niet-westerse achtergrond die tijdens de crisis hun baan en vervolgens ook hun woning kwijtraakten. Die daklozen komen niet in aanmerking voor een plek in de maatschappelijke opvang omdat ze ‘zelfredzaam’ zijn.
“Maar de vraag is waar economische problemen ophouden en waar de kwetsbaarheid begint”, zegt een woordvoerder van HVO-Querido ter nuancering. “Dakloosheid is zelden het enige probleem waar mensen mee kampen. Het is vaker een combinatie van problemen met huisvesting, schulden, psychische problemen en verslaving. Door dakloosheid kunnen mensen snel afglijden en dan komen ze uiteindelijk toch in de maatschappelijke opvang terecht.”

Meer passantenpensions

Er is dus meer opvang nodig voor juist die groep daklozen. Volgend jaar wordt de capaciteit van de passantenpensions en de nachtopvang in de stad uitgebreid. De drie passantenpensions (nu in totaal 122 kamers) krijgen 150 extra kamers en de nachtopvang honderd extra bedden. De uitbreiding van de passantenpensions is bedoeld voor mensen die wel dakloos zijn, maar (nog) geen GGZ-problematiek hebben. Een woordvoerder van de afdeling maatschappelijke opvang van de gemeente legt uit: “Dak- en thuislozen die relatief zelfredzaam zijn, worden doorverwezen in het kader van de zogenaamde ‘adreshoppers-aanpak’. Zij worden geacht zelf actie te ondernemen om hun situatie te verbeteren. Een kamer in een van de passantenpensions waar de mensen langere tijd – en ook overdag – kunnen verblijven, geeft meestal voldoende rust om de zaken op een rijtje te zetten en uit de malaise te komen. De maatschappelijke dienstverlening wordt daarbij ingeschakeld voor bijvoorbeeld schuldhulpverlening.”
Eind dit jaar komt de gemeenteraad met een actieplan dat ervoor moet zorgen dat minder dakloze gezinnen in de maatschappelijke opvang terechtkomen. In 2015 stonden gemiddeld 38 gezinnen op de wachtlijst voor opvang. De wachttijd voor deze groep bedroeg ongeveer zeven maanden.

Doorstroming hapert

Het Leger des Heils luidde onlangs de noodklok over het tekort aan tienduizend goedkope huurwoningen in het land voor met name de groeiende groep economische daklozen, maar ook voor kwetsbare daklozen met een meervoudige problematiek. Het programma Huisvesting Kwetsbare Groepen dat begin dit jaar door de Amsterdamse gemeenteraad werd vastgesteld, stelt als doel dat vanaf 2018 alle urgente kwetsbare daklozen binnen drie maanden een passende woonruimte krijgen aangeboden. Dat geldt ook voor mensen die in de maatschappelijke opvang en voorzieningen voor beschermd wonen verblijven. De komende twee jaar moeten duizend woningen voor deze groep worden vrijgemaakt.
Een ambitieus streven, beaamt ook een woordvoerder van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC). “Of die geplande opgave realistisch is, moeten we afwachten. Wij zijn als federatie aanjager en initiatiefnemer van het programma en de uitvoering verloopt tot nu toe naar wens. Wel zijn er veel punten van aandacht. We moeten nauwer samenwerken met de maatschappelijke dienstverlening en zorginstellingen, en dat blijkt soms lastig. Maar uiteindelijk gaat dit leiden tot een beter functionerende stad, waar minder mensen afhankelijk zijn van maatschappelijke opvang doordat de doorstroming naar de reguliere huisvesting beter is geregeld.”

Lees ook: Daklozen steeds langer in Instroomhuis Leger des Heils (NUL20, Op Stap reportage november 2016)

Janna van Veen