Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Leefbaarheidsonderzoek WIA 2011
Vier opvallende buurten: stijgers en dalers
Transvaalbuurt stijgt door
In tien jaar  van 5,7 naar 6,9
Bewoners van de Transvaalbuurt in Oost zijn steeds meer te spreken over hun woonomgeving. In de afgelopen tien jaar is een krappe onvoldoende omgebogen naar bijna een zeven. Dat is goed nieuws voor de aandachtswijk waar stadsdeel en woningcorporaties in de afgelopen jaren flink op hebben ingezet. “De stijgende lijn verrast mij niet,” zegt Leny Biervliet, programmamanager wijkaanpak van Ymere, “vijf jaar geleden zijn we samen met de politie en het stadsdeel begonnen om de veiligheid te verbeteren, de openbare ruimte op orde te krijgen en de lokale economie te stimuleren.” Een belangrijk punt daarbij is dat bewoners meer mee zijn gaan doen, waardoor zij zich meer verantwoordelijk voor hun buurt zijn gaan voelen.

Dat is ook terug te zien in de cijfers. Bewoners vinden dat zij beter met elkaar omgaan, terwijl dat tien jaar geleden nog ruim onvoldoende was. Ook de betrokkenheid van bewoners bij hun buurt is nu voldoende en de ervaren overlast van buren en andere groepen is teruggelopen. De vele buurtprojecten zullen daar ongetwijfeld een positief effect op gehad hebben. Biervliet: “Samen met andere partijen hebben we ingezet op ontmoeting en op de openbare ruimte. Zo hebben bewoners een zandkastelenfestijn georganiseerd, zijn er groendagen gehouden, is er een buurttuin op het Afrikanerplein gekomen en helpen bewoners om hun omgeving schoon te houden.” Hoewel bewoners nu een voldoende geven voor het schoonhouden van straten en stoepen ergeren zij zich nog steeds aan de overlast van vervuiling. Dat geldt ook voor de hinder die zij van criminaliteit ervaren. In die factoren zit overigens wel verbetering. Over het algemeen voelen bewoners zich wel veilig in de buurt, ook ´s avonds.

De investeringen die de woningcorporaties Eigen Haard, Stadgenoot, Rochdale en Ymere in de buurt hebben gedaan, hebben ook effect gehad. Biervliet: “We hebben in de afgelopen jaren al een behoorlijk deel van ons bezit opgeknapt, een deel verkocht en geïnvesteerd in huismeesters en portiekgesprekken gehouden om de leefbaarheid te verbeteren. We proberen ook bij de vernieuwing van ons bezit bewoners zo veel mogelijk te betrekken, zoals bij de Tugelawegblokken. Die participatie zorgt denk ik ook voor vertrouwen.”

De komende jaren hebben zowel corporaties als stadsdeel minder middelen ter beschikking. Biervliet: “We hebben een buurtuitvoeringsplan klaarliggen dat helpt om te focussen op wat nog echt nodig is. Jongeren en werkgelegenheid zijn daarin een speerpunt. We willen bijvoorbeeld door met leer-werktrajecten en proberen een mentorenproject op te zetten door slim gebruik te maken van onze netwerken. Dat hoeft dan niet veel geld te kosten, maar kan wel een positief effect op de buurt hebben.” [JZ]
Investeringen in Landlust beklijven niet in beter rapportcijfer
Ontwikkeling tussen 2009 en 2011: Landlust Zuid 6,6 blijft 6,6; Landlust Noord van 6,7 naar 6,5; Bosleeuw van 6,6 naar 6,3.
Landlust in Bos en Lommer staat er in vergelijking met tien jaar geleden een stuk beter voor, maar tussen 2009 en 2011 is de tevredenheid van bewoners niet verder toegenomen. Gezien de inspanningen van het stadsdeel en de corporaties Eigen Haard en Ymere toch een beetje een tegenvaller, geeft Jan Voskamp, regiodirecteur van Ymere, toe. “Wij zien in de afgelopen jaren juist een stijgende lijn. We hebben meer gemengde blokken en we hebben een instroom gezien van een behoorlijke groep jonge kopers die in allerlei buurtprojecten samenwerken met huurders. Dat zijn voornamelijk ouderen. De sfeer in de buurt is echt ten goede gekeerd.” Voskamp noemt het bewonersinitiatief Booloboost waarbij nieuwe bewoners de leefbaarheid in Bos en Lommer op alle vlakken willen verbeteren. “Dat zegt toch iets over een nieuw soort betrokkenheid die is ontstaan. Enige tijd was Landlust een dood vogeltje, maar je ziet de buurt nu opbloeien.” Hoe het kan dat bewoners de omgang met elkaar een halve punt lager waarderen dan twee jaar geleden is dan ook een raadsel voor Voskamp. Ook laat de betrokkenheid, na een verbetering twee jaar geleden, nu een kleine daling zien. Daarnaast geven bewoners aan weer meer last van elkaar en van ‘andere groepen’ te hebben. Volgens Voskamp kan dat te maken hebben met hem bekende klachten over overlast van hangjongeren in sommige delen van de buurt. Opvallend is de overlast van criminaliteit. Dat cijfer daalt van een voldoende twee jaar geleden naar een onvoldoende nu. De bewoners van Landlust Zuid geven voor overlast door criminaliteit zelfs het laagste rapportcijfers van de hele stad.

En hoewel het een opsteker is dat investeringen in speelplaatsen gewaardeerd worden, blijft het schoonhouden van de openbare ruimte op een krappe onvoldoende steken; voor overlast door vervuiling geldt hetzelfde.

Dat bewoners de investeringen van de woningcorporaties in hun vastgoed niet in een positievere waardering vertalen, is ook opvallend. Voskamp noemt de investeringen van collegacorporatie Eigen Haard, die onder andere het duurzame renovatieproject Koningsvrouwen van Landlust realiseerde. Ymere gaat ook door met renovaties, ook al zal dat vanwege de crisis met een minder hoog ambitieniveau zijn. “De blokken in de Juliana van Stolwijkstraat en de Merkelbachblokken pakken we dit jaar aan.” Daarnaast krijgt de buurteconomie veel aandacht. “De Koppel, een oude garage waarin creatieve ondernemers een plek hebben gekregen, willen we een bredere uitstraling naar de buurt geven door in leegstaande bedrijfsruimtes hetzelfde te doen, als een soort satellieten van De Koppel.” Bovendien wil Ymere de klussendienst in de buurt behouden, ondanks overheidsbezuinigingen op reïntegratietrajecten. “Op die manier hopen we mensen uit de buurt vooruit te blijven helpen.”[JZ]
Waardering voor Burgwallen-Nieuwe Zijde zakt
Grootste daler tussen 2009 en 2011, van 7,6 naar 7,1.
Het gebied rond de Nieuwezijds Voorburgwal in de binnenstad krijgt dit jaar nog steeds een ruime voldoende maar de waardering van bewoners voor hun woonomgeving is gemiddeld wel een halve punt lager dan twee jaar geleden. Dat is gezien het positieve beeld over de gehele stad, een opvallende daling. Zo zijn bewoners bijvoorbeeld minder tevreden over het winkelaanbod. Ook laat het aantal basisscholen te wensen over, net als de sport- en speelvoorzieningen. Maar stadsdeelvoorzitter Jeanine van Pinxteren wijst er op dat het belang dat bewoners aan die laatste soort voorzieningen hechten ook simpelweg laag is. “Het is een heel uitzonderlijke buurt waar we het hier over hebben. De binding van bewoners met hun omgeving is laag. Hier wonen veel alleenstaanden die nauwelijks behoefte hebben aan buurtvoorzieningen, ook al proberen we de betrokkenheid wel te vergroten. Deze buurt laat zich moeilijk vergelijken met andere delen van de stad.” Om de leefbaarheid in het gebied op peil te houden ligt al een reeks maatregelen klaar. “Het is een lastige kwestie, maar het wonen boven winkels bijvoorbeeld is in dit gebied belangrijk om deze buurt meer te laten zijn dan een winkelgebied alleen.”

Van Pinxteren wijst erop dat vanuit Project 1012 en de Rode Loper geprobeerd wordt om een meer hoogwaardig winkelaanbod te creëren. “Met andere bezoekers en een opwaardering van het gehele gebied. Dat zal ook betekenen dat delen van deze buurt op de schop gaan in de komende jaren.  Omwonenden zullen daar ook last van hebben, maar uiteindelijk moet de buurt daar beter uitkomen.” Het onderhoud van de openbare ruimte vinden bewoners in dit deel van de stad onvoldoende. Met de staat van de woningen is men wel tevreden.

Ten opzichte van twee jaar geleden is de overlast door vervuiling op straat en overlast van horecagelegenheden toegenomen, terwijl de ergernis ten aanzien van verkeersdrukte voor het eerst sinds jaren als acceptabel wordt beschouwd. Mogelijk houdt daarmee verband dat inwoners van dit centrumgebied het aantal parkeerplaatsen onvoldoende vindt.

De binnenstad krijgt natuurlijk veel bezoekers; dat wordt in toenemende mate als onprettig ervaren. Opvallend is dat criminaliteit minder een probleem wordt gevonden, maar ook dat relativeert Van Pinxteren. “De drugsproblematiek in de binnenstad verschuift voortdurend. We zien nu dat die zich meer in het stuk concentreert waar de Haarlemmerstraat en de kop van de Nieuwendijk elkaar ontmoeten. Maar dat kan over een tijdje weer ergens anders zijn. De objectieve veiligheid is in dit intensief gebruikte deel van de stad overigens nog steeds niet slecht.”[JZ]
Overtoomse Veld: eindelijk voldoende
Grootste stijger tussen 2009 en 2011: van 5,6 naar 6,2.

Overtoomse Veld krijgt misschien niet de hoogste score van de stad, maar na jarenlang een zorgenkindje geweest te zijn, lijkt de buurt de weg omhoog gevonden te hebben. Voor het eerst geven bewoners een voldoende aan hun buurt, een 6,2 waar dat twee jaar geleden nog een 5,6 was. En waar ervaren inwoners van Overtoomse Veld het verschil? Zij voelen zich over het algemeen beter thuis en veiliger in de buurt. Uit de leefbaarheidscijfers blijkt dat bewoners voldoende vertrouwen hebben dat hun buurt zich in de komende jaren in positieve zin ontwikkelt. Het verbaast niet dat zij tevredener zijn over parkeervoorzieningen, het aanbod van winkels, scholen  en speel- en sportvoorzieningen in hun omgeving. Resultaten die direct te verbinden zijn aan de stedelijke vernieuwing in dit deel van de stad.

Rob Hoogeveen, gebiedsontwikkelaar van de Alliantie: “Wij zijn maar een kleine speler in dit gebied. In de afgelopen jaren hebben wij een paar sloop/nieuwbouwprojecten gedaan, we zijn daar nu zo goed als klaar.” Hoogeveen vindt dat de inzet van het in 2012 op te heffen Far West aan het August Allebéplein een enorme meerwaarde voor de buurt heeft gehad.

Afgaande op het oordeel van bewoners is de stedelijke vernieuwing nog niet klaar. Zo vinden zij dat de bevolkingssamenstelling nog wel wat gevarieerder mag worden. Hoewel zij de schoonheid en het onderhoud van de woningen in Overtoomse Veld nog niet als voldoende waarderen, zit daar wel verbetering in. Hetzelfde geldt voor de inrichting van de openbare ruimte en het groen in de buurt.

Het schoonhouden van straten blijft echter steken op een 5,5 en de overlast als gevolg van vervuiling blijft in de buurt een grote ergernis. De manier waarop bewoners met elkaar omgaan ligt nu al enkele jaren op een stabiele ruime 6, maar de betrokkenheid van bewoners bij hun buurt kan nog een extra zetje gebruiken.

Hoewel de waardering voor de buurt is gestegen, zeggen de cijfers uit het leefbaarheidsonderzoek weinig over de sociaal-economische positie van de bewoners, volgens Hoogeveen wel een aandachtspunt. “Het vernieuwen van een buurt kan een hoop oplossen, maar daarmee verander je de mensen niet. Als zij naar een andere woning verhuizen moeten zij de taal spreken, hun financiën op orde zijn, moeten de kinderen naar school gaan et cetera. Daar hebben we samen met de overheid extra aandacht aan besteed.”

Hoogeveen verwacht dat Overtoomse Veld nog een moeilijke tijd tegemoet gaat. “Het is belangrijk om veel aandacht aan beheer te besteden. Aan schoon, heel en veilig en op sociaal gebied. Op die manier kan de positieve ontwikkeling hopelijk vastgehouden worden.”[JZ]

Joost Zonneveld

 

Thema