Wonen in Amsterdam 2009
Vier opvallende buurten
- Delen Holendrecht/Reigersbos zakken weg
- Indische Buurt West
- Overtoomse Veld: nog net onvoldoende, wel meer vertrouwen
- Transvaalbuurt: containeradoptie tegen vervuiling
Waarschijnlijk spelen de breed in de media uitgemeten verloedering van het winkelcentrum en geweldsincidenten in de buurt een rol bij de achteruitgang. In Holendrecht-West daalde het cijfer voor ‘overlast van criminaliteit’ van 7,4 naar 6,5; in Reigersbos-Noord bleef de schade beperkt tot een daling van 0,1 punt naar 7,0. Voor het stadsdeelbestuur staat allang vast dat het winkelcentrum op de schop moet, zegt voorzitter Elvira Sweet. Maar met de plannen hiervoor wil het niet lukken, zeker nu niet met de kredietcrisis. Op korte termijn wil het stadsdeel veel aan de leefbaarheid doen. Meer toezicht en handhaving, meer blauw op straat, verbetering van de bestrating en speelplekken en gerichte aanpak van overlastgevende jongeren, zo somt Sweet op. De graffiti is inmiddels verwijderd. Naast criminaliteit en overlast van vervuiling (van 6,7 naar 5,5 in Holendrecht-West), is er nog een zorgwekkende ontwikkeling: burenoverlast. Het cijfer hiervoor daalde in Holendrecht-West met 0,7 naar 6,3, en in Reigersbos-Noord met een schrikbarende 1,7 naar 6,7. Kennelijk heeft zich hier een flinke verandering in het bewonersbestand voorgedaan. Gaat het om het bekende waterbed; nemen stadsvernieuwingsurgenten hun problemen mee naar hun nieuwe buurt? Woordvoerster Liesbeth Draaijer van Eigen Haard: “Ouderen die er vanaf het begin woonden, zijn weggetrokken. Ervoor in de plaats kwamen veel gezinnen in de veelal ruimere woningen. Vaak gaat het om mensen met lage inkomens, eenoudergezinnen en gezinnen met meerdere kinderen. Die kinderen kunnen overlast geven.” Moeten notoire probleemhuishoudens uit de herhuisvesting niet worden geweerd uit de buurt; door de overlast zullen zittende bewoners immers nog sneller wegtrekken? “Wij noemen deze huishoudens geen probleemgevallen,” zegt Sweet. “Het zijn weliswaar anders samengestelde huishoudens, mensen waarmee we moeten praten, die onze aandacht verdienen, waarmee we aan de slag moeten gaan. Het weren van mensen is niet aan de orde.” Draaijer: “Binnen Eigen Haard denken we over aanpassing van de toewijzingsregels voor delen van Holendrecht, want het is niet overal even slecht. Er zouden dan eisen kunnen worden gesteld aan minimuminkomen en het aantal kinderen. Maar het is zeker geen concreet plan, we praten erover. We proberen ook met ons verkoopprogramma beter gesitueerde bewoners te trekken. Maar de verkopen vallen tegen. We weten niet in hoeverre het door de kredietcrisis of door het imago van de buurt komt.” Sweet vertelt dat met de corporaties wordt overlegd over investeringen in bewonersparticipatie en -emancipatie. Eigen Haard voert al intensief overleg met bewoners en onderneemt actie met ze, vult Draaijer aan. Daarvoor is speciaal de groep Bewoners met Pit in het leven geroepen. Sweet gaat voor Holendrecht-West de officiële status van aandachtswijk en de daarbij horende extra financiering aanvragen. “Het aanwijzen van die wijken is gebeurd op gegevens van enkele jaren geleden. En hier is in de tussentijd veel veranderd.” [JvdT] |
Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de buurt en dat lijkt zich nu uit te betalen. Het stadsdeel knapte allerlei straten en pleinen op en particuliere huiseigenaren verbeterden honderden huurwoningen die na splitsing aan starters werden verkocht. Woningcorporatie de Alliantie renoveerde nog eens 850 woningen, waardoor de karakteristieke bebouwing van honderd jaar geleden in het noordwestelijk deel behouden bleef. Een deel van de woningen werd samengevoegd en in de koop- of middeldure huursector gebracht, terwijl andere appartementen in de sociale verhuur bleven. Binnen enkele jaren pakt de corporatie nog eens 850 woningen aan, terwijl ze ook nog 225 nieuwe appartementen gaat bouwen. Door alle veranderingen is de bevolkingssamenstelling inmiddels gevarieerder geworden, vertelt gebiedsontwikkelaar Hillechien Meijer van de Alliantie. “Het noordwestelijk kwadrant heeft nu meer autochtonen, 25- tot 35-jarigen en startende ondernemers dan andere delen van de wijk.” Waar het oordeel over het westelijk deel van de buurt flink is gestegen, blijft die in het oostelijk deel nog wat achter. Op een aantal deelscores zoals woningonderhoud, sociale samenhang en veiligheid, is het westen de buurten ten oosten van de Molukkenstraat voorbijgestreefd. De komende jaren zullen de leefbaarheidsscores meer naar elkaar toe groeien, verwacht Eigen Haard-directeur Chrétien Mommers. Al blijft het noordwestelijk deel door zijn charmante negentiende-eeuwse bebouwing een streepje voor hebben op de stadsvernieuwingspanden die domineren in de rest van de wijk. “De komende jaren gaan we vooral in het noord- en zuidoostelijk kwadrant panden opknappen en nieuwe appartementen bouwen. We zijn ook in gesprek met het stadsdeel om bij de nieuwbouw rond het Sumatraplantsoen een deel van de grondopbrengsten terug te laten vloeien in een hoogwaardige inrichting van de openbare ruimte. Hopelijk zijn we daar nog voor de gemeenteraadsverkiezingen met elkaar uit.” Dat hoopt coördinerend stadsdeelwethouder voor de Indische Buurt Nico Papineau Salm ook: “Zonder die extra bijdrage hebben we geen sluitende grondexploitatie en kan er bijvoorbeeld geen parkeergarage onder het plein komen.” Voor het opknappen van het Makassarplein in het noordoosten van de wijk is Salm eveneens op een bijdrage van de centrale stad aangewezen. Eigen Haard gaat er woningen renoveren en slopen, waarna het stadsdeel het plein een grondige facelift wil geven. Het is de bedoeling dat dit kwadrant met het Flevohuis wordt uitgebouwd tot een woonservicewijk. Hoewel de vereveningspot leeg is en de stad in de komende tijd zwaar moet bezuinigingen, blijft Salm optimistisch over het slagen van de twee grote vernieuwingsprojecten. “We moeten juist nu doorpakken.” [JB] |
De score op ‘overlast door vervuiling’ is flink verslechterd van 5,5 naar 4,9. “Dat blijft inderdaad een probleem. De buurt verkeert in een totale renovatie, en daardoor ziet het er sowieso rommelig uit, met bouwketen, hekken en wegwaaiend zand. Daarnaast zijn er veel scholen in de buurt, met leerlingen die brood- en chipszakjes en blikjes op straat gooien. We hebben doorlopend overleg met die scholen, maar het is een enorme hoeveelheid kinderen die je niet allemaal in hun kraag kunt grijpen,” aldus Ketelaar. “Eigenlijk doen we sinds een aantal jaren in Overtoomse Veld veel meer dan in andere buurten: twee keer per dag vegen en elke dag het vuil rond de containers weghalen. Ik wil het probleem niet bagatelliseren, maar ik denk dat er ook een subjectieve component in zit. Dat het mensen nu meer opvalt, juist doordat we er meer aan doen. Pas hebben we ook deskundigen ernaar laten kijken, en bij die inspectie kreeg de buurt een 8,4.” Voor de toegenomen overlast door buren (van 7,6 naar 7,2) heeft Ketelaar niet direct een verklaring. “Misschien komt dat ook door de renovaties, waarbij bewoners het getimmer in andere woningen horen.” Die 8 voor tevredenheid komt er wel, zegt Ketelaar. Maar aan een tijdsvoorspelling wil ze zich niet meer wagen, gezien de lastige financiële situatie waarin de corporaties verkeren. |
De aanpak van Oost-Watergraafsmeer is simpel en deels onorthodox. “Eerst hebben we het veegsysteem aangepast. In plaats van de standaardroutes kijken we nu eerst waar vegen het hardste nodig is,” zo vertelt Pieter Klapwijk, programmamanager wijkaanpak namens het stadsdeel. “Daarnaast hebben we een adoptiesysteem voor afvalcontainers ingevoerd. Rond de 75 procent van de containers is geadopteerd. Dat betekent dat buurtbewoners een oogje in het zeil houden en via een kort lijntje het stadsdeel waarschuwen als er veel vuil omheen ligt.” Het stadsdeel doet ook veel aan voorlichting en het betrekken van zowel kinderen als volwassenen bij de aanpak. Scholen werden bezocht en op een ‘Schoondag’ trokken kinderen de wijk in om zwerfvuil te rapen. Al deze initiatieven zijn voor een groot deel te danken aan Mario Weij, de gebiedsmanager van stadsdeelwerken. “Die verdient echt een pluim,” zegt Klapwijk. Ook het gebied van veiligheid wordt volgens Klapwijk veel gedaan. Er zijn vijf gebiedsverboden afgekondigd voor drugsdealers. Stadsdeel, politie, corporaties en GGD werken intensief samen om drugswoningen en malafide horeca aan te pakken. Inmiddels zijn zes drugspanden ontruimd. Toch zijn deze inspanningen maar beperkt terug te vinden in het veiligheidscijfer, dat slechts licht steeg van 5,4 naar 5,5. Met name de VVD in de gemeenteraad vindt dat de bestrijding van drugsoverlast te traag gaat. De partij eist mobiel cameratoezicht. Overigens zet het stadsdeel vanaf januari een zogeheten ‘stadsmarinier’ in de buurt in om dubieuze horeca aan te pakken. Bewoners klagen ook nog over hangjongeren, hoewel de overlast van ‘andere groepen mensen’ volgens de leefbaarheidsrapportage aanzienlijk is afgenomen. Het cijfer hiervoor is met maar liefst 0,7 punt gestegen naar 6,2. [JvdT] |
Trefwoord