In Amsterdam is vaak niet te achterhalen wie de echte koper is van onroerend goed. En waar het geld vandaan komt. Zo concluderen Pieter Tops (hoogleraar bestuurskunde) en Jan Tromp (onderzoeksjournalist) in een in opdracht van de gemeente uitgevoerde verkenning van de Amsterdamse drugswereld. In de strijd tegen het witwassen van crimineel geld zouden vastgoedtransacties afhankelijk moeten worden van instemming van de lokale overheid.
Drugsproductie en drugshandel gaan met enorme geldstromen gepaard. De onderzoekers stellen zich in ‘De achterkant van Amsterdam’ de vraag wat het effect is van grote sommen crimineel geld op de stad. Een deel van dat geld wordt in vastgoed geïnvesteerd. “Drugsgelden die een duurzame bestemming zoeken in Amsterdam gaan vooral naar de vastgoedmarkt.” Een leidinggevende uit de financiële wereld denkt dat de sterke prijsstijgingen op de Amsterdamse huizenmarkt mede komen door investeringen uit het criminele milieu.
Crimineel geld gaat waarschijnlijk niet naar nieuwbouw. Daar is te veel controle. Ook internationale grote investeerders zouden, aldus geraadpleegde beleggingsadviseurs, geen onderdak bieden aan criminele partijen. De veronderstelling is dat crimineel geld vooral in bestaand vastgoed wordt geïnvesteerd. Het is niet ongebruikelijk de aankoop van bijvoorbeeld een woning contant af te rekenen. Daar heeft de overheid geen greep op.
Een directeur van een gemeentelijke dienst spreekt in het rapport van een ‘vrij spel’. “Vroeger volgde de gemeente de bewegingen op de huizenmarkt op de voet, tot aan afzonderlijke transacties. Nu gebeurt dat alleen nog op locaties die de gemeente zelf ontwikkelt.”
Ook wordt melding gemaakt van de komst van ‘makelaars die zich hebben verenigd met criminelen’. Tot de kring behoren ook notarissen, accountants en advocaten.
Wat te doen? Het wiel hoeft volgens het rapport niet opnieuw te worden uitgevonden. Verschillende bronnen wijzen naar Frankrijk. Daar moeten vastgoedtransacties de zegen krijgen van de lokale overheid. De overheid heeft daarbij altijd de gelegenheid een pand zelf aan te kopen. Of zoals een directeur van een gemeentelijke dienst zegt: “Monitor alle vastgoedtransacties in de stad. Wie koopt welk pand, tegen welke prijs?” Blijft strikte organisatie van de vastgoedmarkt achterwege, dan moet de stad volgens hem accepteren dat er veel dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen.