Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Derde verdieping
WiA2001: grootste onderzoek naar woonomgeving ooit
Hoe leefbaar is Amsterdam?

De term ‘leefbaarheid’ is sinds de laatste verkiezingen niet meer weg te denken uit de politiek. Maar particuliere ‘onvredegevoelens’ alleen zijn een wat dunne basis voor beleid. Politici en beleidsmakers willen cijfers. Leefbaarheid is al eerder geoperationaliseerd met de begrippen schoon, heel en veilig. In een recent groot onderzoek naar de waardering van de woonomgeving kwam daar de dimensie ‘prettig samenleven’ bij. Wat blijkt? Amsterdammers zijn redelijk tevreden over hun omgeving. Het gemiddelde rapportcijfer is 6,9. Maar dat was in de zomer van 2001. Van de LPF had toen nog niemand gehoord.

Zo zit het

De Stedelijke Woningdienst houdt sinds 1995 tweejaarlijks het grootschalige onderzoek Wonen in Amsterdam. Op verzoek van de woningcorporaties is het onderzoek van 2001 uitgebreid met leefbaarheidsvragen. Die vragen zijn een aangepaste versie van de Lemon-leefbaarheidsmonitor van Aedes. Hiermee wordt het subjectieve oordeel van bewoners gemeten over de buurt(ontwikkeling) als geheel, de inrichting, het onderhoud en het schoonhouden van de woonomgeving, veiligheid, voorzieningen en sociale relaties in de buurt.

Er werden 17.346 enquêtes teruggestuurd. Daarmee levert dit leefbaarheidsonderzoek voor het eerst betrouwbare gegevens op buurtcombinatieniveau op. Per buurtcombinatie is gestreefd naar zo’n tweehonderd ingevulde enquêtes. Alle buurten doen mee.

De samenwerking tussen woningcorporaties, Stedelijke Woningdienst en de stadsdelen zorgt ervoor dat iedereen voortaan dezelfde leefbaarheidsgegevens hanteert.

Op basis van het onderzoek maakt de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties in het najaar van 2002 een leefbaarheidsrapportage. Deze rapportage vervult een signaalfunctie voor partijen op buurt- en stadsdeelniveau.

Amsterdammers staan bekend als notoire kankeraars, maar gemiddeld gesproken zijn ze redelijk tevreden over hun woonomgeving. Het gemiddelde rapportcijfer is 6,9. De meeste stadsdelen krijgen een ruime voldoende. Bewoners van de binnenstad blijken gemiddeld het meest tevreden (7,7). De stadsdelen Zuideramstel (7,6) en Oud Zuid (7,6) delen de tweede plaats. Bewoners van Bos en Lommer geven gemiddeld het laagste cijfer voor hun woonomgeving (5,4). Maar de bewoners hebben wel zorgen over hun buurt. Vooral in de Westelijke Tuinsteden, Amsterdam-Noord en Amsterdam-Zuidoost vinden bewoners dat hun omgeving zich negatief ontwikkelt (lager dan een 5,5). In het algemeen blijken bewoners van de vooroorlogse stadsdelen zich positiever uit te laten over de buurtontwikkeling dan die van de naoorlogse stadsdelen. In de binnenstad en Oud Zuid krijgt de ontwikkeling van de buurt een relatief hoog cijfer (6,4). Gemiddeld zijn de Amsterdammers matig tevreden over de buurtontwikkeling (5,9).

Amsterdammers ergeren zich het meest aan vervuiling (gemiddeld een 5,8). Opnieuw zijn het de bewoners van Bos en Lommer die het laagste cijfer geven voor de mate van vervuiling (een 4,8), maar ook De Baarsjes en Oud-West scoren laag (5,3). Bewoners van Oud-West zijn kennelijk gemiddeld tevreden over de woonomgeving in het algemeen, maar niet over de mate van vervuiling van de buurt.

Amsterdammers beoordelen de mate van overlast van criminaliteit gemiddeld met een 6,2. Bewoners van Amsterdam-Noord blijken de minste overlast te ondervinden van criminaliteit (7,3) gevolgd door Zuideramstel (7,2). In Bos en Lommer (5,3) en Slotervaart/Overtoomse Veld (5,6) ondervinden bewoners naar eigen zeggen juist relatief veel overlast van criminaliteit. De wijze waarop verschillende groepen mensen in de buurt met elkaar omgaan wordt in de Binnenstad en Zuideramstel met een rapportcijfer van 6,9 beoordeeld en in Bos en Lommer met een 5,6.

 

 

Tabel 1 Hoe beoordelen bewoners hun omgeving

 

Tabel 2 Rapportcijfer Totaaloordeel woonomgeving per stadsdeel
Amsterdammers zijn redelijk tevreden over hun woonomgeving, in de stadsdelen Binnenstad, Zuideramstel en Oud Zuid zelfs dik tevreden (7,5 of hoger). Bos en Lommer is het enige stadsdeel dat gemiddeld een onvoldoende scoort (5,4).

 

 

Leefbaarheid en bewonerskenmerken

 

Gedeeltelijk wordt het oordeel van bewoners over de leefbaarheid van de buurt verklaard door achtergrondkenmerken van de bewoners. Zo blijken bewoners met een hoger inkomen gemiddeld een iets hoger cijfer aan de woonomgeving te geven dan bewoners die deel uitmaken van de zogeten ‘primaire doelgroep’ van lagere inkomens. Maar van alle etnische groepen krijgt Bos en Lommer een gemiddeld cijfer van minder dan een zes, terwijl de binnenstad bij alle groepen een relatief hoog cijfer krijgt. Beschouwen wij de tevredenheid over de woonomgeving per etnische groep, dan blijken Nederlanders en buitenlanders uit geïndustrialiseerde landen gemiddeld het meest tevreden (7,0), terwijl Turken het laagste cijfer geven (5,6). (zie ook de woonbarometer)

 

Rapportcijfer buurtontwikkeling

Gemiddeld geven Amsterdammers een 5,9 aan de buurtontwikkeling in het afgelopen jaar. Bewoners van de binnenstad en Oud Zuid zijn het meest tevreden over de ontwikkeling van de buurt (6,4) en bewoners van Bos en Lommer het minst (5,0). In het algemeen zijn de bewoners van de Westelijke Tuinsteden, Noord en Zuidoost minder tevreden over de buurtontwikkeling dan bewoners van de vooroorlogse stadsdelen.

 

Rapportcijfer vervuiling

Amsterdammers ergeren zich het meest aan de vervuiling van de woonomgeving. In de stadsdelen Noord en Zuideramstel blijken bewoners minder overlast te ondervinden van vervuiling dan in andere stadsdelen. Bos en Lommer, De Baarsjes en Oud-West krijgen echter een rapportcijfer onder de 5,5.

De Apollobuurt in Oud-Zuid blijkt met gemiddeld een 8,4 als totaaloordeel over de woonomgeving het meest gewaardeerd te worden door de bewoners, direct gevolgd door het Museumkwartier/Duivelseiland en de Grachtengordel-West.

Tabel 3 Tien buurtcombinaties met de hoogste score

op totaaloordeel woonomgeving

 

Tabel 4 Tien buurtcombinaties met de laagste score

op totaaloordeel woonomgeving



Het minst tevreden over de woonomgeving zijn de bewoners van de Kolenkit (5,0), Overtoomse Veld (5,3), Bijlmer-Centrum (5,4) en Indische Buurt West (5,4). De Kolenkit, bekend van de NPS-documentaireserie over de Akbarstraat van Felix Rottenberg, scoort niet alleen het laagst van alle Amsterdamse buurtcombinaties op de woonomgeving als totaal; ze is ook hekkensluiter als het gaat om de ontwikkeling van de buurt in het afgelopen jaar, de wijze waarop verschillende groepen mensen met elkaar omgaan en de mate waarin bewoners overlast ondervinden van vervuiling. Vervuiling blijkt ook een grote bron van overlast te vormen in de Indische Buurt West en de Krommert (De Baarsjes). Bewoners in deze buurten geven de mate van vervuiling gemiddeld een 4,5. De mate van overlast door criminaliteit wordt vooral in Overtoomse Veld negatief gewaardeerd.

Jeroen van der Veer en Fred van der Molen

Van der Veer is beleidsadviseurbij de AFWC

Bron: Wonen in Amsterdam 2001/ Lemon, ongewogen cijfers.

De complete leefbaarheidsrapportage van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties verschijnt in het najaar.