In een van de eerste nummers van NUL20 spraken we met André Rodenburg, bestuurder van de Amsterdamse Bond van Volkstuinders (BVV). Aanleiding was onder meer de toenmalige ontwerp-structuurvisie, waarin bebouwing van nog enkele volkstuinparken voorzien werd. Hoe ziet de toekomst er inmiddels uit voor de Amsterdamse volkstuinder? Acht jaar en een ontwerp-structuurvisie later spreken we André Rodenburg weer, tussen de metershoge bamboehagen op zijn volkstuin in het park Sloterdijkermeer. Sommige zaken zijn onveranderd gebleven. Zo is er ook dit voorjaar een groei- en bloei-explosie op het tuinpark. “Ik ga vandaag aan de slag,” zegt Rodenburg, die net zijn intrek heeft genomen in zijn zomerresidentie voor een verblijf dat tot eind september zal duren. Onveranderd is ook dat dit groen niet veilig is voor de tekenaars van de Dienst Ruimtelijke Ordening. Protesten van onder meer de BVV leidden er bij vorige structuurvisie toe dat het gevaar van woningbouw op de parken Ons Buiten en Amstelglorie werd afgewend. Voorlopig. Parken als Amstelglorie en Sloterdijkermeer hebben nu officieel de bestemming ‘groen’ en zijn opgenomen in wat wordt genoemd de Hoofdgroenstructuur. Maar dat heeft niet verhinderd dat er in de DRO-schets voor mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen tot 2040 een paarse streep staat dwars door de tuinparken Sloterdijkermeer en Nut en Genoegen. Een reservering voor een verbinding tussen de Contactweg in het Westelijk Havengebied en de Bos en Lommerweg in West. Rodenburg: “Tientallen tuinen zouden er door moeten verdwijnen, en het groen zou er behoorlijk door worden aangetast.” Wethouder Maarten van Poelgeest kwam in april op Sloterdijkermeer uitleg geven over de visie. Hij bezwoer dat er nog geen plan is, en dat de mogelijke doorsnijding verbonden is aan de ontwikkeling van het Westelijk Havengebied, waar duizenden woningen en een eventueel Olympisch dorp zouden kunnen komen. Zonder die extra woningen ook geen weg. Van Poelgeest sprak het gerucht tegen dat de nieuwe weg ook bedoeld is om bijvoorbeeld de Haarlemmerweg te ontlasten. Hij erkende dat het om een zo groot mogelijke reservering gaat – compleet met trambaan en fietspaden. Maar de verbinding zou volgens hem net zo goed beperkt kunnen blijven tot een fietspad. En misschien rijden er dan wel enkel elektrische auto’s, voegde de wethouder er ter geruststelling aan toe. Kwetsbare opstelling De tweehonderd aanwezige tuinders hadden, op aandringen van de voorzitter van de bijeenkomst, na afloop nog wel een applausje over voor Van Poelgeest, vanwege diens ‘kwetsbare opstelling’. Maar gerustgesteld waren de tuinders allerminst. “Het was drie keer niks”, aldus Rodenburg. Ook een fietspad is voor hem niet aanvaardbaar: “Daar kunnen ook brommers overheen en zo’n pizzakoerier heeft ontzag voor niemand. We willen alleen doorgaande fietspaden die om de parken heengaan, zodat kinderen op onze eigen paden kunnen blijven spelen.” De Bond van Volkstuinders heeft ook kritiek op andere ideeën met tuinparken in de ontwerp-structuurvisie. Zoals de mogelijkheid tot permanente bewoning. “Dat is heel lastig, omdat de huisjes die er nu staan absoluut niet aan de bouwnormen voldoen. Er zou nieuw gebouwd moeten worden, maar wie wil een huis van 28 vierkante meter waar een verplicht halletje bij de buitendeur af moet. Bovendien is hier geen elektriciteit en ligt de waterleiding zo ondiep dat die ’s winters tegen bevriezing moet worden afgesloten.” Uitbreiden Volgens Rodenburg bestaat juist in een verdichte stad behoefte aan volkstuinen en sportparken. “Je moet ze zeker niet verplaatsen. Als je meer mensen in de stad kwijt wil, moet je ze juist uitbreiden en het peil van dit soort voorzieningen verhogen. Zodat mensen uit de buurt er gebruik van kunnen maken en niet helemaal de stad uit hoeven.” Rodenburg vindt niet dat volkstuinen weinig intensief worden gebruikt. Hij heeft voor zichzelf wel eens een rekensommetje gemaakt met het aantal doorgebrachte mensuren per vierkante meter per jaar. “Dan scoort een volkstuinpark een stuk beter dan een sportpark. En het kost de gemeente minder.” Verplaatsing betekent voor veel oudere tuinders afscheid van een levenswijze. “Het is moeilijk opnieuw te beginnen aan een tuin die pas na tien-vijftien jaar gestalte krijgt.” Zijn eigen tuin is vooral vormgegeven door zijn vorig jaar overleden vrouw Joke. Ook de keramieken beeldjes die er staan zijn van haar. Rodenburg moet er niet aan denken om dit achter te laten. |