Overslaan en naar de inhoud gaan

Ymere en Stadgenoot in verweer tegen extra winstbelasting

Image

Ymere, Stadgenoot en tal van andere (grote) woningcorporaties maken bij de Belastingdienst bezwaar tegen de aanslag vennootschapsbelasting vanaf het belastingjaar 2019 vanwege de in hun ogen oneerlijke beperking van de renteaftrek. Mocht de Belastingdienst hun bezwaren afwijzen, dan zullen zij de gang naar de rechter maken.

Volgens de betrokken corporaties speelt de Staat een oneerlijk spel. Enerzijds verwacht minister Keijzer van Volkshuisvesting dat corporaties jaarlijks dertigduizend nieuwe woningen bouwen. Anderzijds moeten corporatie steeds meer winstbelasting betalen vanwege Europese regels om belastingontduiking door grote bedrijven tegen te gaan.

De extra belasting vloeit voort uit de implementatie van ATAD1, een in 2019 ingevoerde renteaftrekbeperking om uitholling van de belastinggrondslag door internationale concerns tegen te gaan. Corporaties worden door de aard van hun activiteiten relatief zwaar getroffen. Zij financieren de bouw van nieuwe woningen met nieuwe leningen. Over de jaren 2021 en 2022 betaalden alle corporaties tezamen een extra heffing van respectievelijk 446 miljoen euro en 322 miljoen euro. Aedes schat dat de gemiddelde ATAD-last de komende jaren zal oplopen tot een bedrag van meer dan vijfhonderd miljoen euro per jaar. Voor een corporatie als Ymere leidde de maatregel het afgelopen jaar tot 12 miljoen extra belasting. Naar verwachting zal dat bedrag oplopen tot 20 miljoen euro. Stadgenoot betaalde de afgelopen jaren gemiddeld acht miljoen euro extra vennootschapsbelasting. Daar wordt rekening gehouden met een verdubbeling van de belastingafdracht naar 16 miljoen euro. Daardoor hebben beide corporaties minder mogelijkheden om te investeren in nieuwbouw en verduurzaming van de bestaande corporatievoorraad.

Vicieuze cirkel

De corporaties benadrukken  - gesteund door fiscalisten van onder meer PWC en Deloitte - dat de gekozen systematiek financieel duurzame volkshuisvesting op den duur onmogelijk zal maken. De sector belandt in een vicieuze cirkel: de samenleving vraagt om extra sociale woningbouw. Om in die vraag te voorzien, trekken corporaties extra leningen aan. Vervolgens leidt de beperking van de renteaftrek er toe dat steeds meer winstbelasting moet worden betaald. Daardoor kunnen corporaties minder lenen. 

Maar woningcorporaties ontkomen vooralsnog niet aan de betaling van extra vennootschapsbelasting, liet minister Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vorige week nog weten in antwoord op Kamervragen van NSC. Volgens haar is het niet mogelijk een uitzondering te maken voor woningcorporaties, simpelweg omdat ATAD1 niet in een dergelijke specifieke uitzonderingsmaatregel voorziet. Al hebben diverse landen in de Europese Unie de sociale huursector wel vrijgesteld van de extra heffing. Volgens de minister kan Nederland die lijn niet zomaar volgen, omdat onduidelijk is of dan nog aan de voorwaarden wordt voldaan. “De mogelijkheid om woningcorporaties uit te zonderen van de renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting als gevolg van ATAD1, zou een zeer onzeker traject zijn”, aldus Keijzer. Of zij de komende jaren alsnog zal pleiten voor meer beleidsruimte voor lidstaten om gericht uitzonderingen te kunnen maken, laat zij afhangen van de evaluatie van ATAD door de Europese Commissie en de keuzes die Dan Jørgenson, de nieuwe Eurocommissaris voor Wonen, maakt.

Voldoende middelen

Ook benadrukt Keijzer dat de extra heffing de bouw van 30.000 sociale huurwoningen per jaar uiterlijk in 2029 - zoals afgesproken in de herijkte Nationale Prestatieafspraken met Aedes en VNG - niet in de weg zit. “De woningcorporatiesector heeft de komende jaren financiële ruimte om volop te investeren in de afgesproken volkshuisvestelijke opgaven”, laat de minister weten. “Daarbij is rekening gehouden met het verder oplopen van de vennootschapsbelasting.”

Helemaal afwijzend stelt zij zich ook weer niet op. Mocht blijken dat woningcorporaties wel tegen financiële grenzen aanlopen, dan zijn passende maatregelen denkbaar. Daarover gaat de minister in gesprek met Aedes. Op de achtergrond speelt dat een lagere belastingopbrengst van enkele honderden miljoenen het Kabinet-Schoof slecht uitkomt. Een vrijstelling voor corporaties zal elders moeten worden gecompenseerd, terwijl het Ministerie van Financiën al veel moeite moet doen de schatkist voldoende te vullen. Corporaties brengen daar tegen in dat zij in feite zelf een belangrijk deel van de steun van het kabinet voor extra woningbouw in ons land financieren.[Bert Pots]